Achaimenidisch Perzië (3)

Het graf van Darius de Grote in Naqš-e Rustam diende als voorbeeld voor de graven van alle andere koningen van Achaimenidisch Perzië.

[Derde van zes blogs over Achaimenidisch Perzië, dat tussen het midden van de zesde eeuw v.Chr. en 330 heel het Nabije Oosten verenigde. Het eerste deel is hier.]

Ondanks de voorkeur die Achaimenidisch Perzië had voor zo geweldloos mogelijke oorlogen, is de geschiedenis van het wereldrijk gewelddadig genoeg. Onze voornaamste bron voor het ontstaan van het imperium is Herodotos, en hoewel deze niet altijd een even duidelijk onderscheid maakt tussen historische waarheid en stichtingssage, weten we uit oud-oosterse teksten voldoende om te kunnen zeggen dat de hoofdlijn van zijn relaas klopt.

Rassembleurs des terres

De stichter van het Perzische Rijk was koning Cyrus, die tussen 559 en 530 het Iraanse cultuurgebied verenigde, Lydië in West-Turkije veroverde en zich meester maakte van het Babylonische Rijk, dat ruwweg bestond uit het huidige Irak, Syrië, Libanon en Israël/Palestina. Cyrus werd opgevolgd door zijn zoon Kambyses, die in 525 Egypte veroverde en drie jaar later stierf.

De nieuwe koning was (na een complexe burgeroorlog) Darius I de Grote, eveneens een lid van het huis van Cyrus, de dynastie der Achaimeniden. Hij breidde het rijk uit door campagnes tot in Libië, Oekraïne en Pakistan. Toen hij in 486 stierf, had het imperium zijn grootste omvang bereikt. Dat is gesymboliseerd op het grafreliëf van deze vorst in Naqš-e Rustam bij Persepolis: Darius zit op een troon die wordt gedragen door achtentwintig representanten van onderworpen volken. In het grafschrift staat te lezen:

Lees verder “Achaimenidisch Perzië (3)”

Aeneas, Augustinus en Augustus

De vlucht van Aeneas (Nationaal Museum, Boedapest)

In zijn blog van 28 augustus over Augustinus schiet deze christelijke auteur volgens Jona Lendering “een stroman omver” omdat Augustinus in De Civitate Dei 3.2 (“Over de Stad van God”) gebruik zou maken van een retorische truc: “zoek een extreem standpunt, maak het belachelijk, en verdoezel dat het niet representatief is”. In 3.2 zou Augustinus de heidense goden via deze truc belachelijk willen maken.

Zo laat Homerus volgens Augustinus de god Neptunus “voor het nageslacht van Aeneas – en Rome is door diens nazaten gesticht – een grote toekomst profeteren.” Jona zegt hierover: “Dat Romulus en Remus afstamden van Aeneas, is natuurlijk nergens bij Homerus te lezen. Het was echter een bekende mythe, die Augustinus bekend kan veronderstellen.”

Lees verder “Aeneas, Augustinus en Augustus”

Apollo en Marsyas

Apollo met het hoofd van Marsyas (Torlonia-collectie)

Volgens de Griekse mythen was Marsyas een satyr: een meestal vrolijk natuurwezen met puntoren en een paardenstaart. Hij kon goed spelen op de diaulos (een dubbel fluit) en daagde op een dag de god Apollo uit: wie was de beste musicus? Een beetje een rare wedstrijd, want Apollo speelde lier, maar goed, het is een mythe. Apollo won en strafte vervolgens de arme Marsyas door hem aan een boom te binden en te villen. Er zijn diverse kopieën van de marteling van Marsyas: ik heb ze gezien in het Louvre, in de Glyptothek in München, in de Capitolijnse Musea en in de archeologische musea van Istanbul. Het was voor een kunstenaar een buitenkansje om zijn beheersing van de anatomie te tonen.

Het bovenstaande beeld behoort tot de Torlonia-collectie waartoe ook de Euthydemos en het meisje van Vulci behoren. Het toont Apollo met de huid van Marsyas in de hand. Het is een zogeheten pastiche: het is samengesteld uit onderdelen van klassieke standbeelden die eigenlijk niet bij elkaar horen, maar zijn samengevoegd tot een nieuw geheel.

Lees verder “Apollo en Marsyas”

Historische hernoemingen

Artemis en Apollo doden de kinderen van Niobe (Glyptothek, München)

Een paar weken geleden deed iemand me een oud kinderboek cadeau, gewijd aan Jan Pieterszoon Coen. Degene die het me gaf, vroeg zich af hoe lang de Coentunnel nog Coentunnel zou heten en we vroegen ons af of de Coentunnel wel was vernoemd naar de Slachter van Banda. En we hadden het erover dat we eigenlijk niet goed wisten wat we ervan moesten denken. Ja, dat de Amsterdamse Stalinlaan in 1956 is omgedoopt tot Vrijheidslaan, dat was wel logisch. Stalin was niet alleen een tiran maar er was ook voldaan aan de voorwaarde dat mensen dat wisten. Er moet enig historisch bewustzijn bestaan, er moet enige ijking van historische feiten aan eigentijdse normen zijn, voordat het gaat schuren en een straat wordt hernoemd. Het Vondelpark wordt pas hernoemd als meer mensen Hierusalem verwoest kennen.

Griekse mythen

Ik was het gesprek eigenlijk alweer vergeten toen ik gisteren, dinsdag dus, eraan dacht dat het Apolloproject is vernoemd naar een Grieks-Romeinse godheid die een stuk of wat verkrachtingen op zijn geweten heeft. Nooit eerder bij stilgestaan. Het huidige Artemisproject is vernoemd naar de zus van Apollo, die erop toezag dat de jager Aktaion door zijn eigen honden werd verscheurd. Broer en zus moordden ook de kinderen van Niobe uit, zes meisjes en zes jongens.

Lees verder “Historische hernoemingen”

Het Tempe-ravijn

Het ravijn Tempe

De Tempevallei is de diepe kloof tussen de bergen Olympos en Ossa, waar de snelle rivier Peneios zich een weg van Thessalië naar de Egeïsche Zee baant. Wat zo vaak een vallei wordt genoemd, is in feite maar 25 tot 50 meter breed, bijna 500 meter diep en tien kilometer lang. Het is een ravijn.

Er zijn prachtige kliffen en de vegetatie is lieflijk, zodat het niet verwonderlijk is dat het landschap altijd door dichters is geprezen: zo was er van Dion Chrysostomos een Ekfrasis (beschrijving). De tekst is helaas verloren gegaan.

De Grieken vertelden dat de god Apollo hier eens had geprobeerd de nimf Dafne aan te randen, maar dat ze was veranderd in een laurierboom. Apollo zou een loot vanuit de canyon hebben overgeplant naar de Kastalische Bron bij Delfi.

Lees verder “Het Tempe-ravijn”

Misverstand: Constantijn

Constantijn de Grote (Valkhofmuseum, Nijmegen)

Misverstand: Constantijn bekeerde zich na een visioen tot het christendom

De derde eeuw, waarin het Romeinse Rijk van alle zijden werd aangevallen, eindigde met een herstel van de orde. Wel was het zo dat er voortaan verschillende keizers tegelijk waren, elk verantwoordelijk voor een eigen sector in de grensverdediging. Officieel waren ze elkaars collega’s, maar dat wil niet zeggen dat de relaties altijd collegiaal waren.

In 312 versloeg Contantijn, de keizer van het westelijkste deel, zijn in Italië residerende rivaal Maxentius. Dit gebeurde bij de Milvische brug, even ten noorden van Rome. Kort daarvoor zou Constantijn in een visioen een kruis hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de God van de christenen hem de zege beloofde. Na de overwinning maakte een dankbare Constantijn een einde aan de christenvervolgingen en bekeerde hij zich zelfs tot het christendom. Dat is ongeveer wat in de schoolboekjes staat, en zo staat het ongeveer in het Leven van Constantijn dat de christelijke auteur Eusebios een kwart eeuw na de veldslag schreef. Maar hoewel de keizer aan het einde van zijn leven inderdaad christen was, liggen de zaken verder aanzienlijk ingewikkelder.

Lees verder “Misverstand: Constantijn”

Eshmun, Hermes, Asklepios

Eshmun op een munt uit Lepcis Parva (British Museum, Londen)

Ik ben ziek dus ik geef u vandaag alleen even een plaatje van een munt uit Lepcis Parva met daarop de god Eshmun, die dit keer (als ik de uitleg in het British Museum mag geloven) visueel niet valt te onderscheiden van Hermes maar die in Lepcis de functie had van Asklepios: de godheid waaronder de volksgezondheid ressorteerde.

Het is één van de vele manieren waarop in het Fenicisch/Punische cultuurgebied alle goden dwars door elkaar liepen: de god die in Baalbek werd vereerd, Ba’al Hadad, kon voor de Grieken Apollo en Helios zijn maar ook Zeus. Dit vormt een waarschuwing om niet al te gemakkelijk de attributen van deze of gene godheid te gebruiken om te komen tot een identificatie. Dat betekent overigens tevens dat de identificatie van iemand die lijkt op Hermes als Asklepios óók te gemakkelijk kan zijn.

Lees verder “Eshmun, Hermes, Asklepios”

Gehoornde god

Beeldje van een gehoornde godheid uit Enkomi (Cyprusmuseum, Nicosia)

Nog even een voorwerp uit het Cyprusmuseum in Nicosia: het mooiste museum waar ik in tijden ben geweest, vooral om een oogstrelende collectie puntgaaf bewaard aardewerk. Daarover zal ik het nog hebben. Vandaag schrijf ik over een bronzen beeldje, iets meer dan een halve meter hoog, dat is gevonden in Enkomi.

Dat vond ik op Cyprus de interessantste opgraving. Het gaat om een stad die in de Bronstijd – dus zeg maar het tweede millennium v.Chr. – bloeide dankzij de handel in koper, dat hier werd verscheept naar Byblos en Ugarit aan de kust van de Levant. Ook de Hittiten en Egyptenaren moeten tot de handelspartners hebben behoord. In de veertiende en dertiende eeuw legden ook Mykeense Grieken in Enkomi aan. Misschien heette de stad Alashiya, de naam van een koninkrijk op Cyprus dat in Egyptische, Hittitische, Akkadische, Ugaritische en Mykeense teksten wordt genoemd. Het verhaal van Wen-Amun eindigt er.

Lees verder “Gehoornde god”