De keizer in de Romeinse wereld

Elke Romeinse keizer modelleerde zich vroeg of laat op Augustus (Glyptothek, München)

Ik blogde vorige week over de keizers van Rome in de eerst twee eeuwen van onze jaartelling. Het leek een bewogen geschiedenis. Of toch niet? De paradox van het keizerrijk is dat de vorst zoveel macht bezat dat de invulling van zijn rol betekenisloos was. Hij had veel verantwoordelijkheden en kon zich onmogelijk kwijten van alle taken. Zijn staf, de Kroonraad, een groeiend aantal functionarissen uit de senatoriële en ridderstand, legioencommandanten en ambtenaren deden het eigenlijke werk en vielen daarbij terug op beproefde routines. Hoe de vorst zelf zich van zijn taken kweet, was minder belangrijk. Terwijl Nero musiceerde, bloeide het rijk.

De bureaucratische routines waren zo sterk dat de vorsten geen ruimte hadden voor beleidsexperimenten, zoals de god Caligula en de autocratische Domitianus ondervonden. De Severi, die meer deden voor de lagere standen dan hun voorgangers, werden zwaar bekritiseerd door de Senaat – nog altijd hét centrum van bestuurlijke ervaring – en wellicht is hun grootste prestatie dat ze het desondanks veertig jaar uithielden.

Lees verder “De keizer in de Romeinse wereld”

De opvolging van keizer Augustus

Munt met Augustus en Agrippa (Musée d’Archéologie Nationale, Saint-Germain-en-Laye)

“De regerende keizer,” zo schrijven De Blois en Van der Spek in Een kennismaking met de oude wereld, “moest proberen te vermijden dat de legers – die feitelijk de grootste macht bezaten – na zijn dood eigen kandidaten naar voren zouden schuiven.” Dan zouden de burgeroorlogen herleven. Erfopvolging was de oplossing, vervolgen de twee oudhistorici, want “de soldaten voelden zich meer verbonden met de persoon en de familie van de keizer dan met de abstracte wetten en regels van de staatsregeling.”

Ik weet niet of het laatste wel helemaal waar is. Alsof gewone soldaten het belang van staatsrecht niet zouden begrijpen. Het eerste is echter wel degelijk waar: dat het leger zich met de vorst verbonden voelde, is goed gedocumenteerd. Augustus moet het als geen ander hebben geweten: hij had het leger van zijn oudoom en adoptiefvader Caesar geërfd. Zelfs al waren de legionairs gedemobiliseerd, ze keerden terug onder hun standaards om Octavianus te helpen.

Lees verder “De opvolging van keizer Augustus”

Aeneas, Augustinus en Augustus

De vlucht van Aeneas (Nationaal Museum, Boedapest)

In zijn blog van 28 augustus over Augustinus schiet deze christelijke auteur volgens Jona Lendering “een stroman omver” omdat Augustinus in De Civitate Dei 3.2 (“Over de Stad van God”) gebruik zou maken van een retorische truc: “zoek een extreem standpunt, maak het belachelijk, en verdoezel dat het niet representatief is”. In 3.2 zou Augustinus de heidense goden via deze truc belachelijk willen maken.

Zo laat Homerus volgens Augustinus de god Neptunus “voor het nageslacht van Aeneas – en Rome is door diens nazaten gesticht – een grote toekomst profeteren.” Jona zegt hierover: “Dat Romulus en Remus afstamden van Aeneas, is natuurlijk nergens bij Homerus te lezen. Het was echter een bekende mythe, die Augustinus bekend kan veronderstellen.”

Lees verder “Aeneas, Augustinus en Augustus”

De vrienden van keizer Augustus

Livia, de echtgenote van Augustus (Allard Pierson-museum, Amsterdam)

Ik heb de afgelopen weken geblogd over keizer Augustus (een, twee, drie). Het is moeilijk de betekenis van zijn regering te overschatten en het is verleidelijk te zeggen dat Augustus de grote lijnen uitzette. Maar het is misleidend. Het moet te denken geven dat hij de alleenheerschappij zelf presenteerde als herstel van de republiek. Het moet eveneens te denken geven dat geen van zijn tijdgenoten – althans voor zover overgeleverd – het anders formuleerde. Het is pas in jongere teksten dat we aanwijzingen vinden dat men het monarchale karakter van het augusteïsche systeem herkende. Minimaal in schijn bestond er nog een collectief leiderschap en geen geringere geleerde dan Theodor Mommsen geloofde dat. Hij meende dat er sprake was van een dyarchie ofwel dubbele heerschappij: deels monarchie, deels senatorieel.

Het team rond Augustus

Dat “wordt nu niet meer zo relevant gevonden”, schrijven De Blois en Van der Spek in hun handboek Een kennismaking met de oude wereld. Een monarchie is een monarchie, is de implicatie. Dat is natuurlijk ook zo. Tegelijk: er bleef wel degelijk een collectief aspect. Augustus was niet alleen. Hij had vrienden. Een Agrippa. Een Maecenas. Zijn beoogde opvolger Marcellus. Zijn adoptiefzonen Drusus en Tiberius. En wat zouden we graag meer weten over keizerin Livia.

Lees verder “De vrienden van keizer Augustus”

De zeeslag bij Aktion

Augustus als triomfator bij Aktion (Kunsthistorisches Museum, Wenen)

Ik heb drie jaar geleden geblogd over de zeeslag bij Aktion. Of Actium, zo u wil, als u de Latijnse spelling de voorkeur geeft. Het vlootgevecht op 2 september 31 v.Chr. besliste de oorlog tussen enerzijds de Romeinse generaal Marcus Antonius en Kleopatra VII van Egypte en anderzijds Octavianus. Laatstgenoemde had eerstgenoemden geïsoleerd in het noordwesten van het huidige Griekenland, wat hen dwong tot een uitbraakpoging. Die was succesvol: Marcus Antonius en Kleopatra braken door Octavianus’ linies en brachten zich in veiligheid in Egypte. Tactische winst dus. De strategische winst was voor Octavianus, die hiermee Marcus Antonius’ vlootoffensief naar Italië had afgeslagen. Het eindspel in deze burgeroorlog zou in Alexandrië zijn.

Zegekar met tritons

Hierboven ziet u een gem – het Engelse woord cameo wordt steeds gebruikelijker – die de gebeurtenis herdenkt. Octavianus staat middenin een zegekar, getrokken door vier tritons. Dat zijn een soort zeewezens. De rechtse heeft een Victoria in de hand, die een krans aan de triomfator zal aanbieden. Het kan een lauwerkrans zijn, het symbool voor een overwinning, of een eikenkrans, ereteken voor wie burgers redde. Welke van de twee het is, kan ik niet zien, maar misschien biedt de voorkant van de zegekar een aanwijzing: die is versierd met een krans van eikenloof.

Lees verder “De zeeslag bij Aktion”

Keizer Augustus (2)

Goudstuk van Augustus (Valkhofmuseum, Nijmegen)

Ik rondde het blogje over keizer Augustus van vorige week af met de constatering dat de keizer geen onbeperkte macht had. Hij deelde die met het volk, dat officieel weinig te zeggen had, maar via spreekkoren bij de spelen nog altijd zijn mening kon geven. En daar had een keizer rekening mee te houden, zoals hij ook te maken had met de 600 multimiljonairs in de Senaat.

De keizer kon rekenen op de leden van de Kroonraad ofwel het consilium principis. Enkele juridisch geschoolde senatoren en ridders die ’s keizers vertrouwen genoten, adviseerden hem op velerlei terrein. In de Kroonraad werden de beslissingen voorbereid en of dit gremium de beslissingen ook nam, zal van keizer tot keizer hebben verschild. We zouden meer willen weten over de vrienden van Augustus. Welke rol hadden mensen als Lollius, Maecenas, Agrippa, Marcellus, Tiberius en keizerin Livia?

Lees verder “Keizer Augustus (2)”

Herodes de Grote

De decoratie van het paleis van Herodes in Masada

Het Nieuwe Testament gaat over vissers, tollenaars, huismoeders en timmerlieden: het kopergeld van Romes gouden eeuw, om Arie van Deursen te parafraseren. De groten der aarde blijven echter niet onvermeld: keizer Augustus, keizer Tiberius en een handvol plaatselijke vorsten maken hun opwachting. Uit die laatste categorie is koning Herodes er een. Of beter: Herodes is er vijf, want we hebben Herodes de Grote, Herodes Archelaos, Herodes Antipas en twee keer Herodes Agrippa. En dan is er nog een Herodes die geen Herodes heette maar Filippos. Dus dat maakt zes. Daar wil ik het de komende tijd eens over hebben.

Antipatros

En we beginnen bij de grondlegger van de dynastie: Antipatros. U bent hem, als u een trouwe lezer bent, eerder tegengekomen: hij was commandant van het leger dat Julius Caesar in 47 v.Chr. te hulp schoot tijdens de Alexandrijnse Oorlog. Als dank benoemde Caesar hem tot epitropos – een woord dat we zouden kunnen vertalen als toezichter – voor de zwakke heerser Hyrkanos II.

Lees verder “Herodes de Grote”

Keizer Augustus (1)

De familie van keizer Augustus (bovenaan) en Romeins oorlogsgeweld (onderaan): de Gemma Augustea (Kunsthistorische Museum, Wenen)

De Blois en Van der Spek vertellen in hun handboek Een kennismaking met de oude wereld het standaardverhaal over keizer Augustus. Die heette, zoals we vorige week zagen, oorspronkelijk Gaius Octavius, was door Julius Caesar geadopteerd en noemde zich sindsdien eveneens Gaius Julius Caesar. Om ze te onderscheiden, noemen oudheidkundigen de jongste van het tweetal meestal Octavianus, een naam die hij vanzelfsprekend nooit heeft gedragen. De magische naam “Julius Caesar” was de sleutel tot zijn succes.

Plus de meedogenloosheid waarmee hij diverse burgeroorlogen ontketende.

Koning, of zoiets

Na afloop van de laatste burgeroorlog, waarin hij zijn rivaal Marcus Antonius en diens geliefde Kleopatra VII versloeg, stond Octavianus voor het probleem waar ook Caesar mee had geworsteld: hoe de monarchie te verkopen aan de republikeinse Romeinen?

Lees verder “Keizer Augustus (1)”

Octavianus

Octavianus (Museum van Epidauros)

Ik had u, in mijn reeks over het handboek van De Blois en Van der Spek vorige keer achter gelaten bij de moord op Julius Caesar. Zijn moordenaars waren senatoren die de macht wilden teruggeven aan de Senaat. Maar het hoge college was verdeeld. Veel leden hadden leven en positie te danken aan de dictator en sympathiseerden met de nieuwe leider van zijn partij, Marcus Antonius. Binnen enkele dagen was hij meester van stad en imperium. De moordenaars kregen gratie als ze instemden met de maatregelen van de dictator en werden naar onbeduidende provincies weggepromoveerd.

In juli verscheen een komeet aan de hemel en opperpriester Marcus Aemilius Lepidus verklaarde dat dit betekende dat Caesar was opgenomen onder de goden. Dat gaf Antonius rugdekking: voortaan rechtvaardigde hij zijn optreden met een beroep op de vergoddelijkte Julius. Hij beheerste de situatie volkomen.

Lees verder “Octavianus”

Alba-la-Romaine

Alba-la-Romaine, theater

In het zuiden van Gallië, tussen de Alpen tot ongeveer halverwege de Atlantische Oceaan, lag de Romeinse provincie Gallia Narbonensis. In dit gebied huisden diverse Gallische stammen, die onderling soms slaags raakten, soms vrede sloten, bondgenootschappen aangingen en die weer opbraken als het ze beter uitkwam. Met name vanuit het noorden werd er grote druk op het grondgebied van Narbonensis ervaren, terwijl de min of meer van Rome onafhankelijke Griekse kolonie Massilia (Marseille, overigens eeuwenlang een bondgenoot van Rome) de verschillende Gallische stammen alhier dwong om grondgebied af te staan tijdens de oorlogen, ten faveure van o.a. Pompeius.

Helvii

De hier wonende Gallische stammen onttrokken zich aan de Gallische Opstand van 52 voor Chr. en met name de Helvii – die ten westen van de Rhône woonden, in de huidige Ardèche – lieten zich door Caesar gebruiken om hem te ondersteunen tegen de machtige Vercingetorix. Caesar nam dat de Helvii in dank af. Toen Massilia zich achter Pompeius schaarde en Caesar deze Griekse kolonie onder de voet liep, werden de trouwe Helvii weer in het bezit gesteld van eerder door de Massilianen op hen veroverde grondgebied.

Lees verder “Alba-la-Romaine”