Barnabas, de leviet van Cyprus

Het graf van Barnabas bij Salamis (Cyprus)

De vier cirkels rond Jezus waren – zoals ik al eens heb uitgelegd – zijn algemene publiek, de leerlingen, de Twaalf en de groep die bekendstaat als de Apostelen. Die laatsten, een stuk of zeventig in getal, zond hij twee aan twee uit. De groep bleef na Jezus’ dood bestaan en belichaamt zo de continuïteit van een plattelandsmessias naar de jonge kerk. Er waren vermoedelijk echtparen bij; we kennen althans een apostel die Junia heette.

Barnabas de Leviet

Toen Paulus zich, na een wonderlijke gebeurtenis op de weg naar Damascus, had bekeerd, ging hij zichzelf apostel noemen (althans in zijn brieven; de Handelingen zijn op dit punt terughoudender). Zijn reisgenoot zou Barnabas zijn, een volgeling van het eerste uur, toen de christenen (net zoals de sekte van de Dode-Zee-rollen) nog alles gemeenschappelijk hadden bezeten.

Lees verder “Barnabas, de leviet van Cyprus”

Paulus op Cyprus

Apsis in de troonzaal van het gouverneurspaleis in Pafos, waar Paulus zich moest verantwoorden

De vijfde tekst in het Nieuwe Testament, de Handelingen van de Apostelen, lijkt wat op de antieke prozateksten die classici aanduiden als antieke roman. De eerste hoofdstukken gaan vooral over Petrus, de latere gaan over Paulus. Net als in het Lukasevangelie strijkt de auteur, die we gemakshalve Lukas zullen noemen, vaak plooien glad. Hij heeft weinig belangstelling voor de meningsverschillen die Petrus en Paulus ook hebben gehad en presenteert vooral succesvolle prediking.

Salamis

We lezen dat Paulus, die van huis uit Saul ofwel Saulus heette, met zijn Cypriotische reisgenoot Barnabas, een bezoek bracht aan

Cyprus, waar ze aankwamen in Salamis. Daar verkondigden ze Gods boodschap in de synagogen van de Joden. Johannes was met hen meegegaan om hen te helpen.noot Handelingen 13.5; NBV21.

Lees verder “Paulus op Cyprus”

Simon de Magiër

Simon de Magiër en Petrus (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel). Ik illustreer de Oudheid liever niet met niet-antieke plaatjes, maar deze vind ik te mooi om niet te gebruiken.

Een nieuwe zondag, een nieuw blogje over het Nieuwe Testament. We gaan het hebben over een zekere Simon, van wie de auteur van de Handelingen 8.9-25 van de Apostelen weet dat hij bedreven was in magie en grote populariteit had verworven in de stad Samaria (het huidige Nablus).

Hoezo magie?

Wat daarmee is bedoeld, is minder duidelijk dan het lijkt. De tekst bevat eenmaal het werkwoord μαγεύω, dat zoiets betekent als “geschoold zijn in de magische vaardigheden” en eenmaal het zelfstandig naamwoord μαγεία, “de kunst van de magiërs”.

Er liggen hier twee probleem. Het eerste is dat magiërs oorspronkelijk Perzische religieuze specialisten waren. In die betekenis, de oudste en gebruikelijkste, komt het woord voor in het evangelie van Matteüs, als hij de wijzen uit het oosten zo aanduidt.noot Matteüs 2.1. Een Griek die de tekst las, zou in eerste instantie denken dat Simon een oosterling was met innovatieve godsdienstige opvattingen. Er is ook weinig dat daar tegen pleit.

Lees verder “Simon de Magiër”

Een eunuch in Jeruzalem

Romeinse reiskoets (Römisch-Germanisches Museum, Keulen)

Als ik vertel dat (a) iemand in een rolstoel naar het station is gegaan om de trein te halen (b) weer terug naar huis is, dan begrijpt u wat er aan de hand is. De roltrap en de lift naar het perron waren weer eens gelijktijdig defect. U bezit culturele voorkennis die het mogelijk maakt het verband tussen (a) en (b) te leggen. Iets dergelijks maken we mee in het verhaal van de Ethiopische eunuch in de Handelingen van de apostelen. (“Ethiopië” verwijst mogelijk naar het koninkrijk Meroë in Soedan, maar kan ook zoiets betekenen als Afgelegië of Verwegistan.)

  • (a) De eunuch was in Jeruzalem geweest om daar God te aanbidden en
  • (b) zat nu op de terugweg in zijn reiswagen. (8.27b-28a; NBV21)

Het onuitgesproken verband tussen (a) en (b) is dat een onbesneden eunuch geen toegang tot de tempelrituelen krijgen kón. Althans, zo kun je de voorschriften lezen in Leviticus. Ook Deuteronomium laat aan duidelijkheid weinig te wensen over:

Lees verder “Een eunuch in Jeruzalem”

Paulus, Festus, Agrippa en Berenike

Paulus (Crypta Balbi, Rome)

In het voorvorige en vorige stukje behandelde ik de wijze waarop de apostel Paulus in Jeruzalem in moeilijkheden was gekomen. De aanleiding was geweest dat mensen uit Asia een heidense leerling van Paulus, Trofimos, hadden gezien in de buurt van de tempel. Ze hadden daarop diens meester ervan beschuldigd dat hij, door een niet-jood daar toe te laten, de reinheid van de eredienst had gecompromitteerd. Romeinse troepen, gecommandeerd door Claudius Lysias, hadden Paulus gered door hem te arresteren en de volgende dag had de apostel, inspelend op de verdeeldheid binnen het Sanhedrin, een veroordeling weten te vermijden. Een tweede verhoor, voor gouverneur Marcus Antonius Felix in Caesarea, was verdaagd tot ook Claudius Lysias aanwezig kon zijn. We lezen niets over een tweede zitting – we vernemen alleen dat Paulus twee jaar gedetineerd bleef.

Paulus voor Festus

In 58 na Chr. kwam een nieuwe gouverneur aan, Porcius Festus. Die besloot de aanklacht af te handelen en eiste dat degenen die Paulus beschuldigden, naar Caesarea kwamen om de aanklacht nog eens te formuleren. Namelijk dat Paulus de Wet van Mozes zou hebben willen afschaffen en dat hij de reinheid van de tempel zou hebben geschonden.

Lees verder “Paulus, Festus, Agrippa en Berenike”

Paulus en Ananias

Het paleis vin Caesarea, waar Paulus gevangen zat.

Ik vertelde vorige week hoe Paulus op het tempelplein in Jeruzalem was gearresteerd. Joden uit Asia hadden een leerling van de apostel, de niet-jood Trofimos, herkend en beschuldigden nu Paulus ervan dat hij Trofimos had meegenomen naar het heiligdom en dat daardoor had laten profaniseren. Paulus was alleen maar niet gelyncht doordat de commandant van een Romeinse legereenheid, de tribuun Claudius Lysias, had ingegrepen. Doordat Paulus het Romeins Burgerrecht bezat, was hij niet gegeseld. De volgende dag stuurde de Romein zijn arrestant naar het Sanhedrin, het hoogste joodse raadscollege. Het vergaderde, zoals u ziet, aan de andere zijde van het tempelplein.

Het Sanhedrin

Omdat de tribuun nauwkeurig wilde vaststellen welke beschuldiging door de Joden tegen Paulus werd ingebracht, liet hij hem de volgende dag uit de gevangenis halen en verordonneerde hij dat de hogepriesters en het hele Sanhedrin bijeen moesten komen. Toen liet hij Paulus voor hen verschijnen. (Handelingen 22.30; NBV21)

Lees verder “Paulus en Ananias”

Het Romeins Burgerrecht van Paulus

Inscriptie uit de tempel van Jeruzalem (Landesmuseum, Stuttgart)

De apostel Paulus zijnde de apostel Paulus, verkeerde hij weer eens in moeilijkheden. Dat biedt ons de gelegenheid de Romeinse rechtsgang eens in enig detail te bekijken.

Aanleiding: Trofimos

Het was allemaal begonnen toen hij in Jeruzalem was gearresteerd. Als we de auteur van de Handelingen van de Apostelen mogen geloven, was dat een misverstand geweest. Paulus was gezien met een zekere Trofimos, die geen jood was en in de tempel niet verder mocht komen dan het plein dat bekendstond als het Voorhof der Heidenen. Een muurtje gaf de grens aan. Een niet-jood die verder ging, riskeerde de doodstraf, zoals we kunnen lezen op enkele inscripties. De auteur van Handelingen meent dat Paulus’ tegenstanders, joden uit de Romeinse provincie Asia, zich vergisten toen ze zeiden dat Trofimos wel verder was gegaan dan toegestaan, maar de formulering is ambigu:

Ze hadden hem namelijk kort tevoren met de Efeziër Trofimos in de stad gezien, en ze dachten dat Paulus hem had meegenomen naar de tempel. (21.29; vertaling NBV)

Lees verder “Het Romeins Burgerrecht van Paulus”

De ideeën van de farizeeën

Zoals Jezus de beroemdste Jood is, zo is Paulus de beroemdste van alle farizeeën (Catacombe van Petrus en Marcellinus)

Ik vertelde twee weken geleden over de geschiedenis van de farizeeën. Het is tijd eens te kijken naar hun opvattingen. Dat is nog niet zo makkelijk want uit het farizeïsme is weliswaar het rabbijnse jodendom voortgekomen, dat farizese opvattingen documenteert, maar ook aanpaste. We kunnen de getuigenissen uit de Mishna, Tosefta en Talmoed niet zo maar gebruiken om de voorgeschiedenis van het rabbijns jodendom te schetsen.

Een complexe voorgeschiedenis. Ik schetste vorig keer fasen van afsplitsing, invloed, oppositie en macht, terwijl van de twee hoofdstromingen alleen het huis van Hillel – ofwel de helft van de farizese ideeën – de catastrofe van 70 n.Chr. overleefde.

Lees verder “De ideeën van de farizeeën”

Herodes Agrippa I

Het theater van Caesarea, waar Herodes Agrippa I overleed

Ik was bezig met een reeks stukjes over de diverse Herodessen in het Nieuwe Testament: eerst ging het over Herodes de Grote en daarna over zijn zonen Herodes Archelaos, Herodes Antipas en Filippos. Ik heb het al eens eerder gehad over Herodes Agrippa: de enige joodse bijbelse persoon die Nederland heeft bezocht. (Dit blijft een tof weetje voor een quiz.)

Er resteren nog twee andere Herodessen om aan u voor te stellen. De eerste is de Herodes Agrippa uit de Handelingen van de Apostelen, ook wel bekend als Agrippa I. Hij is vernoemd naar een vriend van Herodes de Grote: de Agrippa waarover ik afgelopen donderdag schreef. De laatste Herodes Agrippa, ook wel bekend als Agrippa II, was een zoon van de vorige en speelde een rol in de Joodse Oorlog. De Bijbel noemt hem één keer.

Lees verder “Herodes Agrippa I”

Subordinationisme

Petrus (Catacomben van Petrus en Marcellinus, Rome)

Een nieuwe zondag, een nieuw blogje over het Nieuwe Testament. En waarom zouden we niet eens kijken naar de Handelingen van de Apostelen, Lukas’ verslag van het ontstaan van de kerk? De scène die ik uitlicht staat aan het begin. Jezus is opgenomen in de hemel, de groep die bekendstaat als de Twaalf is weer op sterkte gebracht, tijdens het Wekenfeest daalt de Heilige Geest neer. En de joden in Jeruzalem horen de Galileeërs spreken in hun eigen taal.

Promotie

Dan neemt Simon Petrus het woord en richt zich tot de joodse bevolking van Jeruzalem. Die zouden verantwoordelijk zijn voor Jezus’ kruisdood. Over die woorden moeten we het later nog eens over hebben, maar het gaat mij vandaag om de uitsmijter:

Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot heer en messias is aangesteld. (Handelingen 2.36; NBV21)

Lees verder “Subordinationisme”