Castor en Pollux in Rome (2)

De tempel van Castor en Pollux op de Forma Urbis (Nationaal Museum, Rome)

In het vorige stukje vertelde ik dat een generaal genaamd Postumius de tempel voor Castor en Pollux beloofde en dat zijn zoon die inwijdde. Archeologen hebben restanten teruggevonden van het heiligdom dat de Postumii bouwden. Ze hebben vastgesteld dat het podium waarop het heiligdom stond ongeveer even groot was als het enorme podium dat nu is te zien. Verder groeven ze een deel van de decoratie op, waarvan aannemelijk is dat het behoorde tot deze eerste bouwfase. Het moet voor Latijnse bezoekers, die ongetwijfeld vaak in Rome kwamen, pijnlijk zijn geweest te zien dat hun nederlaag met zo’n grandioos bouwwerk werd herdacht.

De bouwers gaven een vergelijkbaar politiek signaal af aan de Romeinse bevolking: dit was immers een cultus van aristocraten, die de massa’s duidelijk maakten dat zij sinds de val van de monarchie de macht in handen hadden. Het volk vergat het niet: de Postumii werden met dodelijke haat verafschuwd en we kennen anekdotes over generaals die werden gestenigd door hun manschappen. Het is maar een detail uit het conflict dat in de vijfde en vierde eeuw v.Chr. woedde en bekendstaat als de Standenstrijd.

Lees verder “Castor en Pollux in Rome (2)”

De keizer in de Romeinse wereld

Elke Romeinse keizer modelleerde zich vroeg of laat op Augustus (Glyptothek, München)

Ik blogde vorige week over de keizers van Rome in de eerst twee eeuwen van onze jaartelling. Het leek een bewogen geschiedenis. Of toch niet? De paradox van het keizerrijk is dat de vorst zoveel macht bezat dat de invulling van zijn rol betekenisloos was. Hij had veel verantwoordelijkheden en kon zich onmogelijk kwijten van alle taken. Zijn staf, de Kroonraad, een groeiend aantal functionarissen uit de senatoriële en ridderstand, legioencommandanten en ambtenaren deden het eigenlijke werk en vielen daarbij terug op beproefde routines. Hoe de vorst zelf zich van zijn taken kweet, was minder belangrijk. Terwijl Nero musiceerde, bloeide het rijk.

De bureaucratische routines waren zo sterk dat de vorsten geen ruimte hadden voor beleidsexperimenten, zoals de god Caligula en de autocratische Domitianus ondervonden. De Severi, die meer deden voor de lagere standen dan hun voorgangers, werden zwaar bekritiseerd door de Senaat – nog altijd hét centrum van bestuurlijke ervaring – en wellicht is hun grootste prestatie dat ze het desondanks veertig jaar uithielden.

Lees verder “De keizer in de Romeinse wereld”

Van keizer tot keizer (1)

Keizer Claudius (British Museum)

De antieke bronnen presenteren de geschiedenis van het Romeinse keizerrijk als het verhaal van zo’n honderd in de regel opeenvolgende heersers en veel hedendaagse oudhistorici schrijven op dezelfde wijze over de eerste vijf eeuwen van onze jaartelling. Zeker, er wordt verwezen naar allerlei andere zaken, maar de structuur is ingegeven door een paar dynastieën en honderd mannen. Heel masculien, heel negentiende-eeuws. Een en ander laat zich als volgt samenvatten.

De Julisch-Claudische keizers

Toen Tiberius in 37 overleed, werd zijn achterneef Caligula keizer. Deze zou krankzinnig zijn geweest en werd vier jaar later vermoord. Daarop schoven de keizerlijke garde (die een betaalmeester nodig had) en minister Callistus (die de bestuurlijke continuïteit wilde garanderen) Claudius naar voren, een neef van Tiberius die de reputatie had zwakzinnig te zijn. Zo werd, in de woorden van Flavius Josephus, “een volslagen idioot op de troon vervangen door een volslagen warhoofd”. Tegen alle verwachtingen bleek dit warhoofd zeer capabel.

Lees verder “Van keizer tot keizer (1)”

Herodes Agrippa I

Het theater van Caesarea, waar Herodes Agrippa I overleed

Ik was bezig met een reeks stukjes over de diverse Herodessen in het Nieuwe Testament: eerst ging het over Herodes de Grote en daarna over zijn zonen Herodes Archelaos, Herodes Antipas en Filippos. Ik heb het al eens eerder gehad over Herodes Agrippa: de enige joodse bijbelse persoon die Nederland heeft bezocht. (Dit blijft een tof weetje voor een quiz.)

Er resteren nog twee andere Herodessen om aan u voor te stellen. De eerste is de Herodes Agrippa uit de Handelingen van de Apostelen, ook wel bekend als Agrippa I. Hij is vernoemd naar een vriend van Herodes de Grote: de Agrippa waarover ik afgelopen donderdag schreef. De laatste Herodes Agrippa, ook wel bekend als Agrippa II, was een zoon van de vorige en speelde een rol in de Joodse Oorlog. De Bijbel noemt hem één keer.

Lees verder “Herodes Agrippa I”

Circus Maximus (3)

Wagenmenner uit het Circus Maximus (Palazzo Massimo, Rome)

[Laatste van drie stukjes over het Circus Maximus in Rome. Het eerste was hier.]

Keizer en volk

Zelfs keizers en gladiatoren waren minder populair dan wagenmenners. Gezien hun populariteit deed een keizer er goed aan zich te vertonen in zijn loge in het Circus. Iets van de populariteit van de sportlieden straalde dan op hem af. Bovendien kon de vorst, door openlijk te delen in de emoties die de races opriepen, tonen dat hij niet van zijn onderdanen verschilde. Zo bezien deed keizer Marcus Aurelius het verkeerd:

Hij had de gewoonte tijdens de Circusvoorstellingen te lezen, te luisteren en te signeren, en het verhaal gaat dat de menigte hem daarover dikwijls schertsend heeft gekapitteld. (Historia Augusta, Marcus Aurelius 15.1)

Lees verder “Circus Maximus (3)”

De Rijn

De Rijn bij Koblenz

Er is wat te doen geweest om de lengte van de Rijn, de antieke Rhenus. Iedereen schreef van elkaar over dat de stroom ruim 1330 kilometer lang was. Feitelijk meet de rivier 1233 kilometer. Althans tegenwoordig. Vroeger was de rivier iets langer, want door kanalen zijn er bekortingen geweest. Maar geen 100 kilometer.

De twee bronnen liggen in de Zwitserse Alpen. De daar ontspringende riviertjes komen samen in de omgeving van Chur, het oude Curia. Vanaf hier stroomt de rivier naar het Bodenmeer: 150 kilometer noordelijker en twee kilometer lager. Bij dit meer, ooit bekend als Lacus Brigantinus, buigt de rivier westwaarts en dondert vervolgens naar beneden over de enorme waterval bij Schaffhausen. Nog even verderop, bij Windisch (Vindonissa), mondt de Aare uit in de Rijn en vanaf daar is de stroom voor schepen bevaarbaar.

Lees verder “De Rijn”

Caligula in Katwijk

Caligula (Huis van Hilde, Castricum)

Keizer Caligula had geen al te beste relatie met de Romeins Senaat. Een officier ruimde hem in 41 na Chr. na een regering van nog geen vier jaar uit de weg. Die nacht vergaderden de senatoren over de mogelijkheid de republiek te herstellen maar ze liepen al achter de feiten aan. De lijfwacht had al een nieuwe betaalmeester gevonden in de persoon van Caligula’s oom Claudius. Het lijkt al met al een militaire coup te zijn geweest.

Nu Caligula weg was, kon het grote zwartmaken beginnen. De vermoorde keizer is daarom de geschiedenis in gegaan als monster, krankzinnige en sadist. Of hij dat ook feitelijk was? We kennen alleen de stemmen van zijn lasteraars. Vermoorde heersers hebben meestal het laatste woord niet. We weten niet hoe gek Caligula feitelijk was en een mooi voorbeeld is het incident in Katwijk waarover zijn biograaf Suetonius schrijft.

Lees verder “Caligula in Katwijk”

Herodes Agrippa I in Nederland

De Rijnmonding, waar Herodes Agrippa I de Noordzee zag

Je zou Herodes Agrippa I een avonturier kunnen noemen. Geboren in 11 v.Chr. als kleinzoon van Herodes de Grote, leek hij te zijn voorbestemd voor de heerschappij over een deel van het Joodse koninkrijk, ware het niet dat zijn vader in ongenade viel en werd geëxecuteerd. Evengoed kreeg hij een nette Romeinse opvoeding aan het keizerlijk hof, want de banden tussen het huis van Herodes en de Julisch-Claudische dynastie waren nauw.

Paladijn

In 37 benoemde zijn jeugdvriend Caligula hem tot koning van de Golanhoogte en het zuiden van wat nu Syrië is. Pas na een jaar besloot de nieuwbakken vorst zijn koninkrijkje te bezoeken: in juni 38 verliet hij Rome. Via Alexandrië kwam hij aan in zijn hoofdstad Panias.

Lees verder “Herodes Agrippa I in Nederland”

Romans over Romeinse keizers

Julianus de Afvallige (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)

Een kennis van me merkte, naar aanleiding van het overlijden van Gore Vidal, op dat hij weer naar diens keizerbiografie Julian (1964) had gegrepen.

Een geweldig boek! Heel wat beter dan Vidals andere romans over de Oudheid. Live from Golgotha is, zoals ik al eens betoogde, het boek van een oude man die op een feestje steeds weer dezelfde mop vertelt. Creation (1981) wens ik me helemaal niet te herinneren. Zelden heb ik zo’n gemakzuchtig boek gelezen, zelden ben ik zó in een gewaardeerd auteur teleurgesteld geweest.

Lees verder “Romans over Romeinse keizers”

Oudheidkunde en wetenschapscommunicatie

velserbroek_coin_caligula_hvh
Caligula

Ik moet eigenlijk een tekst corrigeren, maar ik lig dus gewoon wakker van de manier waarop mijn vakgebied, de oudheidkunde, gisteren in Trouw door het slijk is gehaald – zie mijn stukje van gisteren. Het is namelijk geen incident.

Ik geef nu al ruim zes jaar een nieuwsbrief uit met daarin elke maand een overzicht van het nieuws waarmee de oudheidkundige disciplines de media halen, en zeker twee vijfde daarvan voldoet niet aan de meest basale eisen die je aan wetenschapscommunicatie mag stellen. Steeds opnieuw komen mijn academische collega’s in het nieuws met stompzinnigheden en het is helemaal niet vreemd dat het vakterrein niet serieus wordt genomen.

Lees verder “Oudheidkunde en wetenschapscommunicatie”