Herodes Antipas, de vos

Reintje de Vos (Hulst)

Als ik schrijf dat Oranje het moet opnemen tegen de Rode Duivels, dan weet u dat Oranje geen kleur is en dat de Rode Duivels niet afkomstig zijn uit de hel. De simpele taaluiting veronderstelt kennis van (sport)cultuur. Dat bij elke taaluiting cultuurkennis is verondersteld, brengt ons bij een van de grootste problemen van de oudheidkunde: ons begrip van oude teksten is gebaseerd op kennis van een cultuur die we voor een deel reconstrueren aan de hand van, eh, diezelfde oude teksten. Interpretatie heeft daardoor iets van een cirkelredenering. Al kun je ook optimistisch zeggen dat je, door heen en weer te gaan tussen cultuur en tekst, dichter naar de waarheid toe spiraalt. Of, nog optimistischer, dat je de ene tekst verklaart vanuit de andere.

Reintje de Vos?

De waarheid is echter dat we maar al te vaak onze eigen noties meenemen als we een antieke tekst beginnen te lezen. Bij een vos denken de meesten van ons vermoedelijk aan een slim beest. Reintje de Vos. Een pluimveehouder zal het anders zien. Een vos die zich de toegang tot een kippenren heeft weten te verschaffen, doodt alle kippen, ook als hij zijn honger met één hen of haan had kunnen stillen. Vossen zijn sadisten. Wat zou dus de bedoeling zijn van de opmerking in het Lukasevangelie dat Herodes Antipas een vos was? Was Jezus’ landsheer een slimmerik of een sadist?

Lees verder “Herodes Antipas, de vos”

Machaerus

Nabateeërs

Machaerus

Een kegelvormige heuvel ten oosten van de Dode Zee met daaromheen enkele diepe valleien: de Hasmonese koning Alexander Jannaeus (r.104-78) wist wat een geschikte locatie was toen hij fort Machaerus bouwde om Judea te verdedigen tegen de Nabateeërs uit het huidige Jordanië. (U kunt hun hoofdstad Petra kennen.) De betekenis van “Machaerus” is voor zover ik weet onbekend, maar Griekssprekenden zullen daarin het Griekse woord machaira, “zwaard”, hebben herkend. De zwaardenplaats.

De Nabateeërs bleven waar ze waren en in die zin functioneerde het fort naar behoren, maar het was niet bestand tegen het vernuft van de Romeinse ingenieurs. Toen Pompeius de Grote in 63 v.Chr. Jeruzalem innam, ging het beleg van Machaerus, dat zou hebben gediend als schatkamer, in één moeite door. Dat schrijft althans de Grieks-Romeinse geograaf Strabon. Flavius Josephus voegt toe dat het fort enkele jaren later, in 56 v.Chr., werd verwoest door de Romeinse gouverneur van Syrië, Aulus Gabinius. Een van zijn ondercommandanten was Marcus Antonius.

Lees verder “Machaerus”

Misverstand: Salome, de zwoele verleidster

Danseres (Antikensammlung, München)

Ik zal de eerste zijn om te zeggen dat de podiumkunsten in de eerste plaats kunst zijn, in de tweede plaats kunst, in de derde plaats kunst, vervolgens amusement en pas dan educatie. Wie de Gijsbrecht gaat zien om geschiedenis te leren, heeft gewoon iets niet begrepen. Je zult mij dus niet horen mopperen over pakweg Redbad omdat het historisch niet klopt – al is ook dat zo – maar omdat de film gewoon slecht is als film.

Er is dus weinig reden om het misverstand van de wulpse Salome, te vinden in allerlei toneelstukken en schilderijen, recht te zetten. Behalve dan dat het misverstand zo veel voorkomt.

Dynastieke relaties

Voor wie het even niet paraat heeft: koning Herodes de Grote van Judea (r.40-5/4 v.Chr.) had tien echtgenotes, waaronder twee Mariamnes. Van de jongste Mariamne had hij een zoon die Herodes heette, werd onterfd en in Rome woonde; van de oudste had hij een zoon die Aristoboulos heette, die weer trouwde met een Berenike en van haar een dochter Herodias had. Herodes Junior, vermoedelijk geboren rond 20 v.Chr., trouwde rond 5 v.Chr. met Herodias. Junior kan niet meer dan zeventien zijn geweest, zijn bruid was vermoedelijk nog een meisje. Het ging dan ook niet om biologie, bloemetjes en bijtjes, het ging nog minder om liefde en genegenheid, het ging om het creëren van een lijn voor de troonopvolging.

Lees verder “Misverstand: Salome, de zwoele verleidster”

James Bond in de Bijbel

Johannes de Doper: fresco uit 1380-1360, nu in het Byzantijnse Museum van Thessaloniki
Johannes de Doper: fresco uit 1380-1360, nu in het Byzantijnse Museum van Thessaloniki

Herodes Antipas, de vorst van Galilea, komt er in de Bijbel niet goed vanaf, en er is geen reden tot historisch revisionisme. Een man die zijn minderjarige dochter in het openbaar laat dansen voor zijn gasten (Marcus 6.22) is, naar oosterse maatstaven, een heel slechte vader, en dat hij het meisje vervolgens desnoods de helft van zijn koninkrijk cadeau wil doen, strekt ook niet tot aanbeveling. Zoals bekend vroeg het kind, daartoe aangezet door haar moeder, om het hoofd van Johannes de Doper:

“Antipas stuurde iemand van zijn garde weg met het bevel hem het hoofd te brengen. De soldaat ging naar de gevangenis en onthoofdde Johannes.”

Lees verder “James Bond in de Bijbel”