De jeugd van Boeddha

De eerste preek van Boeddha, met onder de toehoorders Brahma en Indra (Kizil-grotten; Humboldtforum, Berlijn)

Ik heb wel vaker geblogd over reizende verhalen. De grote vis uit Sindbad de Zeeman is ook die van Sint-Brandaan. De zondige stad heet Sodom of in het Solse Gat. Het mandje van Mozes is ook dat van Sargon, van Romulus en Remus, van Merlijns leermeester Taliesin en van een meisje (met kat) dat in 1421 landde op wat sindsdien de Kinderdijk heet. Ook heb ik weleens verteld dat een heldenleven steeds hetzelfde patroon heeft. Het is dus geen verrassing dat het leven van Boeddha, waarover ik vorige week had, parallellen kent in de klassieke literatuur.

Scène één was de vorige incarnatie van Boeddha, als de brahmaan Sumedha. Ook over de eerdere levens van Pythagoras vertelde men zulke verhalen. De voorspellende droom – scène twee – kent ook allerlei parallellen, vaak van het type dat een vorst verneemt dat zijn dochter een zoon zal baren die de macht zal krijgen.

De jeugd van Boeddha

De derde scène was de geboorte van Siddharta uit de heup van Maya: zie ook de geboorte van de god Dionysos uit de dij van Zeus. Het gebeurt in de vrije natuur, dus niet in het kraambed, zoals ook bij Apollonios van Tyana. De baby beschikt in de vierde scène meteen over volwassen vaardigheden: Siddharta kan al lopen, Herakles wurgt slangen.

Ik ken zo snel geen parallel voor het moment waarop Siddharta breekt met zijn eerdere leven in het paleis en besluit bedelmonnik te worden. Of het zou Perceval moeten zijn, maar dan zijn we wel heel veel later. Ook voor het afscheid van de trouwe bediende Channa en het paard Kanthaka ken ik geen parallellen.

De zevende scène is de grote vasten. Pythagoras opnieuw. Achtste scène: het vinden van de leer van het midden ofwel de tweede Delfische maxime, μηδέν άγαν, “niets teveel”. Dat is geen wijsheid maar een cliché. Ik denk dat de meeste boeddhisten ook wel zullen zeggen dat het draait om de invulling van dit wat bête principe. De volgende scène is die van de beproeving door de demon Mara. Zie ook de verzoeking van de heilige Antonius.

Boeddha’s leven

Uiteindelijk bereikt Boeddha de verlichting, houdt op advies van de goden Indra en Brahma zijn eerste preek en gaat rondtrekken als wijsheidsleraar. Hier herken ik zoveel parallellen niet, wellicht omdat dit de historische kern van de Boeddha-legende vormt. Idemdito dood, rouw, crematie. Niet zoveel parallellen, of althans geen die ik herken. Gewoon waar.

De overeenkomsten betreffen dus vooral de jeugd van Boeddha. Zeg maar hoe Siddharta werd tot Boeddha. Dat wil niet zeggen dat een van de jeugdverhalen “echt” is en de rest plagiaat. Het betekent dat men in de oude wereld bepaalde verwachtingen had bij een charismatische wijze. Wie wilde vertellen dat deze of gene een wijs persoon was, kleedde dat in door steeds dezelfde jeugdverhalen te herhalen. Het is hoe mondelinge literatuur werkt.

Deel dit:

5 gedachtes over “De jeugd van Boeddha

  1. De boeddhistische van het midden valt denk ik niet zomaar af te doen als cliché omdat Griekse denkers motto’s hadden die er in de verte een beetje op leken. Het idee is een, zo niet de, kern van de boeddhistische leer. Het gaat ook niet over het midden tussen ‘alles’, zoals bij Aristoteles, het betreft hier het midden tussen ascese en het burgerlijke (maatschappelijke) leven.

  2. huibree

    Overigens, Jona, wat waardeer ik weer, als oudheidkundige half-leek, je bijdrage van vandaag aan het begrijpen van globale cultuur échange zonder grenzen op geografisch en op tijdperk-gebied. Bij mijn bezoek aan Attika en de Peloponnesos van afgelopen weken, zag ik dat zelfs daar tegen de schliemannesque nationalistische tradities in, nu, vergeleken met wat ik er in de jaren ‘80 zag, veel meer aandacht is voor inspiraties uit het Oosten en Egypte.

  3. Frans Buijs

    Hm. Tja. We hebben nu dus een korte biografie van de Boeddha gehad en een vergelijking met andere antieke biografieën waarvan we nog maar moeten afwachten of die vergelijking wel opgaat, want hoe weten we of die antieke biografieën ook in India bekend waren? Er zijn ook in dit stukje al elementen waar die vergelijking niet opgaat. En over de leer van de Boeddha lezen we nog steeds niks. Dat is ook begrijpelijk, want het valt niet mee om naast de klassieke oudheid en de bijbel en de vroege middeleeuwen ook nog eens het boeddhisme te bestuderen. Niemand kan alles weten. Ik heb ooit het idee opgevat om naar Tibet te gaan en ben toen gaan lezen over het boeddhisme, maar ik werd er niet wijs uit. Dus ik ben ook niet de aangewezen persoon om dit onderwerp verder uit te diepen. (En naar Tibet ben ik ook nooit gegaan.)
    Dus het zou mooi zijn als er een lezer van deze blog wel bekend is met het boeddhisme en er iets over wil schrijven.

  4. Dirk Zwysen

    Geen antiek parallel, maar het Ros Beiaard is ook een groot en trouw paard, dat geen afscheid kan nemen van zijn baas. Pas wanneer Reinout zich afwendt van de hartverscheurende scène waarin het paard, met molenstenen om de hals, telkens weer boven water komt, staakt het Ros Beiaard met een gebroken hart de strijd.

Reacties zijn gesloten.