Herodes Agrippa I

Het theater van Caesarea, waar Herodes Agrippa I overleed

Ik was bezig met een reeks stukjes over de diverse Herodessen in het Nieuwe Testament: eerst ging het over Herodes de Grote en daarna over zijn zonen Herodes Archelaos, Herodes Antipas en Filippos. Ik heb het al eens eerder gehad over Herodes Agrippa: de enige joodse bijbelse persoon die Nederland heeft bezocht. (Dit blijft een tof weetje voor een quiz.)

Er resteren nog twee andere Herodessen om aan u voor te stellen. De eerste is de Herodes Agrippa uit de Handelingen van de Apostelen, ook wel bekend als Agrippa I. Hij is vernoemd naar een vriend van Herodes de Grote: de Agrippa waarover ik afgelopen donderdag schreef. De laatste Herodes Agrippa, ook wel bekend als Agrippa II, was een zoon van de vorige en speelde een rol in de Joodse Oorlog. De Bijbel noemt hem één keer.

Lees verder “Herodes Agrippa I”

Oxyrhynchos (2)

Ook in Oxyrhynchos las men Sallustius’ Oorlog tegen Jugurtha (Neues Museum, Berlijn)

In het vorige stukje vertelde ik iets over de werkzaamheden van Bernard Grenfell en Arthur Hunt aan het begin van de vorige eeuw in Oxyrhynchos. Ze slaagden erin vele tienduizenden papyri te bergen voordat ze unprovenanced op de zwarte markt zouden komen, waar ze geen wetenschappelijke waarde meer zouden hebben. In dit tweede blogje iets meer over wat de betekenis is van hun vondsten. Eerst het christelijke materiaal dat de belangstelling van de opgravers het meeste had, daarna de rest.

Christelijke teksten

Tot op heden zijn uit Oxyrhynchos vijftien fragmenten uitgegeven van het Evangelie van Mattheüs en veertien van het Evangelie van Johannes. De andere canonieke evangeliën, Marcus en Lukas, zijn met elk twee exemplaren vertegenwoordigd en dat is dus minder dan de tien exemplaren van de Herder van Hermas, een christelijke tekst die nooit tot de canon is gerekend maar in Oxyrhynchos dus goed was vertegenwoordigd. Hier hebben we een doorkijkje naar een pluriform christendom uit de periode voor er behoefte was aan orthodoxie.

(Tussen haakjes: een van de twee Marcus-fragmenten is de beruchte Eerste-eeuwse Marcus. U zult zich herinneren hoe Dirk Obbink een bevriende oudheidkundige manipuleerde om de prijs op te drijven.)

Lees verder “Oxyrhynchos (2)”

Domitianus en de Openbaring van Johannes

Domitianus (Musée Grand Curtius, Luik)

In zijn beroemde roman De kellner en de levenden laat Simon Vestdijk twaalf mensen aanwezig zijn bij iets dat verdraaid veel lijkt op het Laatste Oordeel. Het geestige is dat de verhoudingen zijn omgekeerd: de mensen moeten oordelen over de schepper. Het boek, dat ik u aanraad, wemelt van de verwijzingen naar de Openbaring van Johannes, het laatste boek van het Nieuwe Testament. Vestdijk is maar één van de vele auteurs die aan die tekst inspiratie ontleenden.

De Openbaring van Johannes heeft niet alleen gediend als inspiratie. Er gaat invloed van uit. De door Johannes van Patmos beschreven ideeën over een rampzalig einde der tijden hebben eeuwenlang structuur gegeven aan ons denken. Zonder de urgentie van de klimaatproblematiek te willen ontkennen: de wijze waarop ze wordt gepresenteerd, als een eindtijd die met het juiste gedrag valt te overleven, is gevormd door de Openbaring van Johannes.

Lees verder “Domitianus en de Openbaring van Johannes”

Domitianus en de christenen

Domitianus (Italica)

Twee weken geleden schreef ik over de Fiscus Judaicus, de door keizer Vespasianus ingevoerde en door zijn zoon Domitianus meedogenloos toegepaste belasting voor al wie joods was. Zeggen dat je geen jood meer was en andere goden aanbad was geen uitweg, wat betekende dat de verering van Jezus als godheid je geen belastingvrijstelling opleverde. Ook problematisch: als niet-jood de Werken der Wet volbrengen. Deed je dat zonder de belasting te betalen, dan volgde executie. Dat ervoer Flavius Clemens. Net als de joden hebben de christenen de jaren van Domitianus ervaren als vervolging.

Ik gaf vorige week aan dat Domitianus tegelijk probeerde het jodendom te her-vormen, waarbij mannen als Gamaliël II een rol speelden. Zij moesten ook niets hebben van messianisme – wat na het geweld van 66-70 niet zo vreemd is. Los daarvan waren er voor de joden, aangezien christenen verdacht waren, voldoende redenen om zich van hen te distantiëren.

Lees verder “Domitianus en de christenen”

Domitianus en de Fiscus Judaicus

Domitianus, die met de harde toepassing van de Fiscus Judaicus het scheiden der wegen van joden en christenen bewerkstelligde (Capitolijnse Musea, Rome)

Op zondag blog ik meestal over het Nieuwe Testament en ik was blijven steken bij de Bergrede. Ineens realiseerde ik me dat in mijn reeks iets ontbreekt. Ik neem steeds aan dat u weet dat de evangeliën zijn geschreven tussen pakweg 65 en 95 na Chr. Over de datering van het Marcusevangelie is overigens wat discussie. Volgens Europese geleerden kort voor de verwoesting van de tempel in 70, volgens Amerikaanse geleerden kort daarna. De evangeliën van Matteüs, Lukas en Johannes ontstonden ergens in de jaren tachtig of negentig. Ze zijn geschreven tegen de achtergrond van de regering van keizer Domitianus, die in 81 onverwacht aan de macht kwam en vijftien jaar later werd vermoord.

Zijn regering markeert het scheiden der wegen (the parting of ways) van christendom en rabbijns jodendom. Een misleidende naam overigens, aangezien er ook veel is geweest dat de twee bleef verbinden. Het valt echter niet te ontkennen dat eind eerste eeuw het Joodse volk transformeerde in twee gescheiden religies. Enerzijds waren er Joden die het leiderschap aanvaardden van in Yavne opgeleide rabbijnen, die (onder meer) de farizese traditie voorzetten; anderzijds waren er volgers van een christelijk leiderschap, waarvan het karakter niet helemaal duidelijk is. Over de Twaalf horen we niets meer en de apostelen waren zo niet dood dan toch oud en der dagen zat.

Lees verder “Domitianus en de Fiscus Judaicus”

De Bergrede (7): christenvervolging

Niet per se een christenvervolging (Museum van El-Djem)

In mijn reeks over de Bergrede nu de laatste van de zaligsprekingen waarmee deze compositie begint. Dit is de tekst in de Nieuwe Bijbelvertaling.

Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaad betichten. Verheug je en juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel; zo immers vervolgden ze vóór jullie de profeten.

Het Matteüsevangelie is geschreven na de val van Jeruzalem in 70 na Chr. Als we het dateren rond 80, zullen we er niet ver naast zitten. De volgelingen van Jezus waren toen al vervolgd. In Rome had keizer Claudius al “Joden verdreven die, opgehitst door de agitator Chrestus, voortdurend ongeregeldheden veroorzaakten”. Nero had groepen gebruikt als levende fakkels en in mythologische tableaux vivants. In Jeruzalem was Jezus’ broer Jakobus gestenigd. Het geweld was kleinschalig geweest, maar daarom nog wel serieus.

Lees verder “De Bergrede (7): christenvervolging”

Misverstand: Colosseum

Het Colosseum

Misverstand: In het Colosseum zijn christenen gedood

Sinds de regering van Marcus Aurelius (r.161-180) had het Romeinse Rijk te maken met toenemende druk op de grenzen. Aanvankelijk ging het om Germaanse stammen in het noorden en Parthen in het oosten, maar in de derde eeuw clusterden de Germaanse stammen samen in grotere verbanden en ontstond in het oosten het Nieuw-Perzische Rijk, dat veel agressiever was dan het Parthische. De Romeinen leden serieuze nederlagen en zochten de oorzaak in de woede van de goden. De keizers namen allerlei maatregelen, waaronder de grootschalige vervolging van religieuze minderheden, zoals de manicheeërs en de christenen.

Lees verder “Misverstand: Colosseum”

Offerverklaring

Offerverklaring (Neues Museum, Berlijn)

Ik had het, toen ik Candida Moss’ boek The Myth of Persecution besprak, al eens over de christenvervolging door keizer Decius, rond het jaar 250. De pas aangetreden heerser eiste van alle ingezetenen een eed van trouw, die de mensen dienden af te leggen door te bidden bij de voorvaderlijke goden. We begrijpen niet goed hoe dit door christenen als een probleem kon worden ervaren, want ze mochten bidden voor het welzijn van de keizer en hun god had zich niet pas vorig jaar gemanifesteerd. Wierook branden was bij christenen in deze tijd ongebruikelijk maar niet verboden.

Het eten van offervlees was onder christenen omstreden: de brieven van Paulus tonen dat deze het problematisch vond, terwijl er ook gelovigen waren die meenden dat als de valse goden valse goden waren, het offervlees geen speciale status had. Dit kan voor sommigen dus een probleem zijn geweest. Of misschien was het afleggen van een eed wel problematisch: het verbod op het afleggen van eden behoort tot die delen van Jezus’ leer waarvan hedendaagse geleerden denken dat het Jezus-echt is.

Lees verder “Offerverklaring”

Christenvervolging? (3)

rome_s_maria_s_minerva_carafa_02
In de hemel krijgen we geen harpen en vleugeltjes, meent Moss, die niet aangeeft wie zoiets dan gelooft.

[Dit is het slot van een beschouwing over Candida Moss’ boek The Myth of Persecution. Het eerste deel is hier.]

Zoals gezegd deel ik Moss’ zorgen over het dualisme in het Amerikaanse christendom maar heb ik enkele problemen met The Myth of Persecution. In de eerste plaats: Moss meent dat ze het Amerikaanse christendom kan veranderen door te tonen dat het anders geworteld is dan de gelovigen denken. Als er geen vervolging is geweest in het verleden, kan het dualistische wereldbeeld van hedendaagse christenen, die menen dat ze door andersdenkenden worden vervolgd, veranderen, bijvoorbeeld doordat ze gaan denken dat wie anders denkt óók gelijk kan hebben.

Dat lijkt me een overschatting én een onderschatting van de menselijke natuur. Het is een onderschatting, want mensen hebben geen geschiedenisles nodig om van mening te veranderen. Ze zijn slim genoeg. Slavernij is verboden, hoewel het was gelegitimeerd in de Bijbel en het Romeins Recht. In de negentiende eeuw is men er echter anders over gaan denken en dus verdween de slavernij (althans officieel). De ondergeschikte positie van de vrouw is op soortgelijke wijze gesloopt (opnieuw: althans officieel). Het verleden kan in dit soort discussies zowel als munitie voor als tegen een bepaalde stelling dienen en er gaat geen dwingende werking van uit.

Lees verder “Christenvervolging? (3)”

Christenvervolging? (2)

Papyrus met een hymne voor de christelijke martelaren (zesde of zevende eeuw; Neues Museum, Berlijn)

[Dit is het tweede deel van een beschouwing over Candida Moss’ boek The Myth of Persecution. Het eerste is hier.]

Het beste deel van The Myth of Persecution gaat over de grote rijksvervolgingen: die van de keizers Decius (rond 250), Valerianus (tussen 257 en 260) en Diocletianus en zijn medeheersers (tussen 303 en 311). Terecht wijst Moss erop dat de eerste keizer niet de christenen vervolgde maar van al zijn onderdanen een eed van trouw eiste die, zoals te doen gebruikelijk, moest worden afgelegd ten overstaan van de goden. Dat kon voor consciëntieuze christenen slecht uitpakken en er zijn zeker doden gevallen, maar er waren omwegen, die Moss ook vermeldt. (Meer)

Een punt dat ze hierbij laat liggen is dat lang niet alle mensen die Christus vereerden, hem exclusief in ere hielden. Nog tot ver in de vierde eeuw waren er mensen die Christus vereerden met andere goddelijke machten. Weliswaar was iemand die niet exclusief was in zijn geloofsopvattingen volgens de bisschoppen geen echte christen, maar de gemiddelde Romein zal daarover de schouders hebben opgehaald en zijn eigen selectie uit het religieuze aanbod hebben gemaakt. Wat wist zo’n bisschop nou van het echte leven? Voor een goede oogst offerde je aan Ceres, dat was eeuwenlang goed gegaan, daar moest die bisschop met zijn boeken niks van zeggen.

Lees verder “Christenvervolging? (2)”