Skepsis (2): Niet oordelen

Pyrrhon van Elis (Archeologisch museum van Korfu)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School, het Epicurisme en de Stoa. Een andere nieuwkomer was de Skepsis. Het eerste deel was hier.]

Twijfelaars zijn van alle tijden en plaatsen. Het oude Griekenland was niet anders. In het oude, democratische Athene waren al filosofen die twijfel als uitgangspunt hadden genomen: de sofisten. De skeptici lijken op hen met hun stelling dat er geen objectieve waarheid zou zijn. Er is echter een verschil. Van de Atheense sofisten beweerde Gorgias in elk geval nog ‘Er is niets’, en werd Protagoras bekend met zijn uitspraak dat de mens de maat zou zijn van alle dingen. Volgens de sceptici zijn ook dat geen zekerheden. Kennis bestaat niet, er zijn slechts meningen.

Lees verder “Skepsis (2): Niet oordelen”

Hedonisme (5): Epikouros en daarna

Portret van een filosoof, niet per se een aanhanger van het epicurisme (Museum van Dion)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.]

In Epikouros’ tuin waren ook slaven en vrouwen welkom, wat in die tijd niet vanzelfsprekend was. Voor Epikouros was ieder mens echter in potentie gelijk aan ieder ander. Dat maakte hem nog niet tot politiek activist. Hij raadde de mensen aan een teruggetrokken en onmaatschappelijk leven te leiden. Wie ongelukkig wil worden, die moet vooral carrière maken. Dat leidt immers alleen maar tot botsingen en complicaties. Een carrière leidt nooit tot verzadiging.

Epicurisme en maatschappij

Het meest maatschappelijke onderdeel van Epikouros’ filosofie was wellicht zijn omschrijving van het recht. Natuurlijk recht is volgens hem een afspraak die gericht is op wederkerig nut. De kern van die afspraak is dat men elkaar niet benadeelt. Dit recht is beperkt tot rationele en redelijke wezens. Voor wezens die niet bereid of in staat zijn verdragen te sluiten, bestaat er volgens Epikouros geen recht. Dierenrechten kunnen volgens deze filosofie dus niet bestaan. Om rechten te hebben moet men menselijke hersens bezitten.

Lees verder “Hedonisme (5): Epikouros en daarna”

Hedonisme (3): De Cyreense School

Portret van een voorname dame uit Kyrene (Louvre, Parijs)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.]

Over de positie van de vrouw in de Oudheid hoeven we ons geen al te grote illusies te maken. Machtige vrouwen zijn er destijds zeker geweest, maar meestal slechts als verlengstuk van hun man, eventueel tot na zijn dood. Als er iemand was die aan deze conventie lak kon hebben, was het Aristippos.

Arete

Hij stichtte uiteindelijk een school in de stad Kyrene, een Griekse stad in het noordoosten van het huidige Libië. Als hoofd van deze filosofische school werd hij opgevolgd door een vrouw: Arete, zijn dochter.

Lees verder “Hedonisme (3): De Cyreense School”

De Romeinse stad Kyrene

De Benedenstad van Kyrene

[Laatste deel van een korte geschiedenis van Kyrene, een zeer belangrijke Griekse stad in het huidige Libië. Het eerste deel was hier.]

Na de ondergang van Ofellas stuurde Ptolemaios, inmiddels koning van Egypte, generaal Magas om de Pentapolis te besturen. Die voer zijn eigen koers: toen Ptolemaios door Ptolemaios II was opgevolgd, brak oorlog uit met de Seleukidische koning Antiochos I, en Magas koos partij voor de laatstgenoemde. Het voortaan onafhankelijke Kyrene was machtig genoeg om te worden genoemd in een van de edicten die keizer Asoka in India in de rotsen liet houwen.

Magas stierf rond 250 v.Chr. De halve eeuw van zijn regering was een bloeitijd geweest. Enkele bekende burgers waren de dichter Kallimachos, de hedonistische filosofen van de Cyreense School (waaronder Theodoros de Atheïst) en vooral Eratosthenes. Deze wist als eerste een redelijke schatting te geven van de omtrek van de aarde: 43.500 kilometer, volgens hem. wat minder dan 9% verkeerd is.

Lees verder “De Romeinse stad Kyrene”

Klassieke literatuur (6d): filosofie

Zenon van Kition, stichter van de stoïcijnse filosofie (Neues Museum, Berlijn)

[Bij mijn mail zat een tijdje geleden de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks bied ik een persoonlijke keuze, waarbij het leesplezier voorop zal staan. Wie zich er werkelijk in wil verdiepen, kan beter aan een universiteit een cursus doen. Voor de Latijnse literatuur is er bovendien Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus. Voor de Griekse en de christelijke literatuur is zo’n boek er niet. Vandaag vervolg ik waar ik was gebleven: bij de Griekse filosofie. Eerdere delen waren gewijd aan de allereerste filosofen, aan Parmenides, Plato en Aristoteles, en aan twee hellenistische scholen. Vandaag de hoofdlijnen van de Stoa en het Epicurisme; later een gastauteur over de Romeinse ideeën.]

Als je mij zou vragen welk deel van de antieke filosofie ik het meest waardevol vind, dan zou ik antwoorden: de ethische stelsels uit de tijd na Alexander de Grote. De wereld van de Griekse cultuur was groter geworden, mensen identificeerden zich minder met de oude stadstaten en iemand muntte het woord “wereldburger” om aan te geven dat een verstandig mens zich overal thuis kon voelen. Maar hoe leefde je verstandig en wat was goed in een wereld waarin de traditionele banden en zekerheden er niet meer waren? Het individu moest het inzicht meer dan ooit uit zichzelf zien te halen. Dat lijkt wel een beetje op het individualisme dat in onze samenleving zo hoog staat aangeschreven en dat maakt de hellenistische filosofen voor ons redelijk toegankelijk.

Lees verder “Klassieke literatuur (6d): filosofie”

Klassieke literatuur (6c): antieke filosofie

De antieke filosofie in het dagelijks leven: een wijsgeer op een Romeinse camee (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

[Bij mijn mail zat een tijdje geleden de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks zal ik een persoonlijk antwoord geven, waarbij leesplezier voorop staat. Wie zich er echt in wil verdiepen, kan het beste aan een universiteit bij een cursus aanschuiven. Voor de Latijnse literatuur is er Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus. Voor de Griekse en christelijke literatuur is zo’n boek er niet. Vandaag vervolg ik met een stukje over de antieke filosofie – deel één was hier, deel twee komt nog.]

Alle volken hebben vroeg of laat de grote vragen des levens gesteld: wie zijn we, wat kunnen we weten, wat kunnen we doen? Meestal werden die vragen beantwoord via verhalen, ongeveer zoals u en ik wat inzichten hebben meegekregen via de verhalen van onze ouders. Je kunt ook proberen wat dieper te graven en te systematiseren, en dat is wat de Griekse filosofen hebben gedaan. Dat begon met wat natuurwetenschappelijke speculaties en daarna kwamen Plato en Aristoteles, die zich bezighielden met onder andere kentheorie. Laten we eerlijk zijn: veel heb je daar niet aan. Het is mooi geschreven, zoals bij Plato, en het is scherpzinnig, zoals bij Aristoteles, maar als het doel van de filosofie is de mensen gelukkiger te maken – en die ambitie is weleens uitgesproken geweest – dan zijn ze mislukt. Ook de twee filosofische stromingen die ik vandaag behandel, zijn eerder curieus dan toepasbaar.

Lees verder “Klassieke literatuur (6c): antieke filosofie”