C05 | Droomde Constantijn?

De inscriptie die een droom van Constantijn de Grote zou documenteren (Archeologisch Museum, Grand)

[Vijfde van zeventien blogjes over Constantijn de Grote (r.306-337). Het eerste was hier.]

Ik vertelde in het vorige blogje dat Constantijn op een politiek precair moment in zijn loopbaan claimde een visioen te hebben gezien tijdens een bezoek aan de tempel van de genezende zonnegod Apollo Grannus in Grand. We zouden natuurlijk willen weten wat daar precies is gebeurd.

Droomde Constantijn?

Eén theorie behandelde ik al eens in een eerder blogje. Er is namelijk een theorie dat het visioen van Constantijn eigenlijk een droom is geweest. Dat is ingegeven door het feit dat de christelijke auteur Lactantius gewag maakt van een droomgezicht.noot Lactantius, De dood van de vervolgers 44. Probleem is echter dat Lactantius de gebeurtenis niet presenteert als de verschijning van twee heidense goden en, zoals ik verderop nog zal vertellen, de droom bewijsbaar uit zijn dikke duim heeft gezogen.

Lees verder “C05 | Droomde Constantijn?”

Dagvisioen, nachtelijke droom

Een voorbeeld van een apsismozaïek (Sant’ Apollinare in Classe, Ravenna)

Misschien hadden Vincent en ik ons boekje wel De visioenen van Constantijn moeten noemen, meervoud. Er circuleerden namelijk heel veel verhalen over ’s mans waarneming van een hemels teken. Dat was te verwachten: in de Oudheid werd vrijwel alle informatie mondeling overgedragen en daardoor was wildgroei de gewoonste zaak van de wereld. Het visioen van Constantijn is alleen uitzonderlijk omdat de oudheidkundige én de oorspronkelijke gebeurtenis kent uit de Lofrede van 310 én beschikt over diverse bronnen om de verdere verspreiding te documenteren.

Om te beginnen is er dus de Redenaar van 310, die Constantijn eraan herinnert dat deze heeft gezien hoe Apollo en Victoria hem kransen presenteerden. Hierop lijkt een tweede verhaal: dat van Eusebios, die in het Leven van Constantijn schrijft dat de keizer op een ongespecificeerd moment, maar enige tijd vóór de slag bij de Milvische Brug in 312, een lichtend kruis had waargenomen en daar vervolgens over had gedroomd. Deze tekst, waarin het beroemde “in dit teken zul je overwinnen” voorkomt, vormt het begin van de legende.

Lees verder “Dagvisioen, nachtelijke droom”

Twee dromende keizers

Licinius (Museum St.-Lazarus, Larnaka)

Wie een antieke tekst leest, zelfs als het gaat om een rationele auteur als pakweg Plinius de Oudere, wordt altijd geconfronteerd met zaken die domweg niet kunnen. Als een vorstin haar lokken offert voor de behouden terugkeer van haar man van het front, verschijnen die kort daarna als ster aan de hemel: het sterrenbeeld Hoofdhaar van Berenice. Elke belangrijke gebeurtenis wordt aangekondigd door betrouwbare voortekens. Van Jezus van Nazaret wordt verteld dat hij de lammen liet lopen en blinden deed zien en van keizer Vespasianus wordt precies hetzelfde verteld. Keizer Marcus Aurelius had een regenmaker in dienst die het Twaalfde Legioen Fulminata redde van de ondergang. En keizer Constantijn zag hoe de goden Apollo en Victoria hem lauwerkransen presenteerden.

Ik citeer nog eens de vertaling van de redevoering die voor dat visioen de eerste documentatie vormt. Deze dateert uit de zomer van 310.

U was afgebogen naar de mooiste tempel op aarde, of nee: naar de reëel aanwezige Godheid, zoals U hebt gezien. Want ja, U hebt gezien, geloof ik, hooggeachte Constantijn, hoe uw Apollo onder begeleiding van Victoria U lauwerkransen presenteerde, stuk voor stuk goed als voorteken van dertig jaren. … Maar wat zeg ik “geloof ik”? U hébt gezien. (vert. Vincent Hunink)

Lees verder “Twee dromende keizers”

Grand

Langs de weg naar Grand, waar Constantijn zijn visioen zou hebben gehad.

De trouwe lezers van deze blog herinneren zich dat ik al een paar keer heb geschreven over een reisje dat mijn zakenpartner en ik in september hebben gemaakt langs Bastenaken, de Titelberg, Trier, Hermeskeil en Straatsburg. Ons werkelijke doel was echter Grand in Lotharingen.

Waarom? Een tijdje geleden speelde ik met de gedachte een boek te schrijven over de Franken en dat onderwerp bracht me bij de Panegyrici Latini, een verzameling antieke lofredevoeringen op de Romeinse keizer. Eén daarvan, gehouden in de zomer van 310 na Chr., bleek aardig genoeg om een apart boekje aan te wijden. Stof te over. Niet alleen kwam in die toespraak de Frankenoorlog van een bekende keizer, Constantijn, aan de orde, maar de redenaar behandelde ook enkele bouwprojecten aan de Rijn én Constantijns visioen. Zich richtend tot de keizer haalde de spreker herinneringen op:

U was afgebogen naar de mooiste tempel op aarde, of nee: naar de reëel aanwezige Godheid, zoals U hebt gezien. Want ja, U hebt gezien, geloof ik, hooggeachte Constantijn, hoe uw Apollo onder begeleiding van Victoria U lauwerkransen presenteerde. (vert. Vincent Hunink)

Lees verder “Grand”

Het visioen van Constantijn (1)

“Ik schrijf nooit meer een boek!” Ik méénde het en dus schreef ik in een noot in Israël verdeeld dat dit mijn laatste boek zou zijn. Voor het soort boeken dat ik heb geschreven is het inderdaad te laat. Het heeft immers weinig zin mensen goed over de Oudheid te informeren zolang er mechanismen zijn waardoor slechte informatie zich sneller verspreidt, zowel online als in boekvorm. Een adequate voorlichting richt zich anno 2017 op Web 3.0, waar artificiële intelligentie mensen helpt betrouwbare informatie te vinden.

Dat laat onverlet dat bepaalde soorten boeken nog betekenis hebben. In het algemeen zal er ruimte blijven voor het fraai geïllustreerde koffietafelboek en de elegante vertaling (voor wie van een tekst als tekst wil genieten). In de wetenschapsvoorlichting zal er behoefte blijven aan het traditionele overzichtswerk. Het online-aanbod is immers ongedifferentieerd en geeft niet aan wat belangrijk is en wat niet. In de wetenschapsvoorlichting over de Oudheid ontbreekt bovendien de “tweede lijn”. Zo’n boek heb ik nu in de pen.

Lees verder “Het visioen van Constantijn (1)”

Constantijn en Licinius

emona_licinius
Licinius (Nationaal Museum van Slovenië, Ljubljana)

Ik blogde er onlangs over dat het pro-christelijke beleid dat de Romeinse keizers na de grote vervolgingen inzetten, voor de oostelijke keizer Licinius belangrijker was dan voor zijn westelijke keizer Constantijn, hoewel die doorgaans het krediet voor de maatregel krijgt. Wat is zijn rol dan geweest?

Centraal staat de veldslag bij de Milvische brug, waar Constantijn op 28 oktober 312 zijn rivaal Maxentius versloeg. Kort voor die slag zou Constantijn in een visioen een kruis hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de God van de christenen hem de zege beloofde. Na de overwinning maakte een dankbare Constantijn een einde aan de christenvervolgingen en bekeerde hij zich zelfs tot het christendom.

Zo luidt de legende en zo staat het ongeveer in het Leven van Constantijn (1.26-32) dat de christelijke auteur Eusebios een kwart eeuw na de veldslag schreef. Maar hoewel de keizer aan het einde van zijn leven inderdaad christen was, liggen de zaken aanzienlijk ingewikkelder.

Lees verder “Constantijn en Licinius”