In mijn vorige stukje legde ik de aard van de problematiek rond de historische Mohammed uit: onze voornaamste bron, Het leven van Gods profeet door Ibn Ishaq, is niet echt meer geïnteresseerd in Mohammeds Eindtijdverwachting, en hedendaagse gelovigen zijn in feite ook niet werkelijk geïnteresseerd in de eigenlijke ideeën van de Profeet. Die vormt een bron van inspiratie, zeker, maar om in elke cultuur en in elke tijd inspirerend te zijn, moet Mohammed voortdurend van betekenis veranderen. Elke gelovige legt eigen accenten.
Dat mag. Geloof en wetenschap zijn twee denkwijzen en de gelovige mag die gescheiden houden. De vraag naar de historische Mohammed, de apocalyptische ziener en de “koning van de Hidjaz”, mag echter óók worden gesteld. Het gros der gelovigen mag deze kwestie dan negeren, het ontstaan van een wereldreligie is belangrijk en te lang genegeerd. Alleen al om de zaak in beweging te krijgen, is het goed dat Hulspas’ Mohammed en het ontstaan van de islam er nu is. Meer dan dat: het is een goed boek, beter dan bijvoorbeeld de twee boeken die Hans Jansen ooit aan het onderwerp wijdde. Hulspas graaft dieper dan Jansen en onthoudt zich bovendien van gratuit commentaar op de PvdA. Dat maakt zijn boek in elk geval een stuk leesbaarder en ik sluit zelfs niet uit dat Hulspas de historische waarheid meer benadert dan zijn voorganger.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.