De avonturen van Publius Sittius

De trofee van Publius Sittius (Museum van Annaba)

Als ik u zeg dat het medio mei was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Julius Caesar en Marcus Aemilius Lepidus het consulaat bekleedden, en als ik dat omreken naar eind maart 46 v.Chr. op onze kalender, dan weet u alweer te zijn beland in een nieuwe blogje over de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Zoals wel vaker gaat het vandaag alleen indirect over hem. Hij was, na de verovering van Zama, teruggekeerd naar Utica, waar hij allerlei bestuurszaken regelde. Het was nog winter, het kon stormachtig zijn en het was vooralsnog beter de oversteek naar Italië uit te stellen. Hij moet in deze tijd een blik hebben geworpen op de ruïnes van Karthago en hebben besloten de stad te herbouwen, precies een eeuw nadat Scipio Aemilianus haar had verwoest.

Lees verder “De avonturen van Publius Sittius”

Caesar in Utica

Utica

Als ik schrijf dat het 17 april was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Caesar en Lepidus het consulaat bekleedden, en als ik dat voor u omreken naar “onze” 18 februari 46 v.Chr., dan weet u dat dit een blogje is in de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Caesar in Utica

Hij was aangekomen in Utica. Garnizoenscommandant Cato de Jongere had zelfmoord gepleegd en was door de bewoners van de stad begraven; Caesars felste tegenstanders waren weggevaren; Lucius Julius Caesar had de capitulatie aangeboden en had genade voor de stad verworven. Dat wil niet zeggen dat alles koek en ei was. Door de zelfmoord van Cato was het einde van de Tweede Burgeroorlog opnieuw uitgesteld en Caesar lijkt daarover gefrustreerd te zijn geweest.

Lees verder “Caesar in Utica”

Na de slag bij Thapsus

Victoria (Museo Nazionale, Rome)

Het was de dag na de slag bij Thapsus. De overwinnaar, Julius Caesar, was met Marcus Aemilius Lepidus consul en het was 7 april. Wij zouden zeggen dat het 8 februari 46 v.Chr. was. En we zeggen ook dat we zijn beland in een nieuwe aflevering in de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Offers bij Thapsus

Hij besloot zijn soldaten, ook al hadden ze verslagen tegenstanders gedood, te prijzen. De reden was heel simpel dat Gaius Vergilius, de garnizoenscommandant van Thapsus, zich nog niet had overgegeven. Een demonstratie met de buitgemaakte olifanten na de slag had niet geholpen. Dus koos Caesar voor een tweede demonstratie om de belegerden diets te maken dat de oorlog voor hen was afgelopen.

Caesar bracht offers en riep de soldaten bijeen in het zicht van de stadsbewoners. Hij prees ze uitbundig, beloonde het hele veteranenleger en deelde voor zijn podium onderscheidingen uit voor opvallende moed en verdiensten. Meteen daarna vertrok hij, liet Gaius Caninius Rebilus met drie legioenen achter bij Thapsus en Gnaeus Domitius Calvinus met twee bij Thysdrus, om die steden te belegeren, en ging snel op weg naar Utica, waarheen hij Marcus Valerius Messalla al met de ruiterij vooruit had gestuurd. (Afrikaanse Oorlog 86; vert. Hetty van Rooijen)

Lees verder “Na de slag bij Thapsus”

Het einde van de slag bij Thapsus

Sinds de slag bij Thapsus had V Alausae een olifant op zijn munten (Teylers Museum, Haarlem)

Zoals ik in het vorige blogje al aangaf, begon de slag bij Thapsus niet werkelijk zoals Julius Caesar het had gepland, maar dreven de mannen die op zijn rechtervleugel stonden, hun tegenstanders terug. Op de andere vleugel had Scipio enig succes, maar de soldaten van het Vijfde Legioen Alaudae die hier stonden, bestookten de olifanten met hun speren en dreven ze terug. Vanaf toen had dit legioen een olifant als embleem. Zie boven.

Ook hier, op Scipio’s rechtervleugel, zetten zijn manschappen het dus op een lopen toen de olifanten zich tegen hen keerden.

Lees verder “Het einde van de slag bij Thapsus”

Het begin van de slag bij Thapsus

Slagveld van Thapsus

Als ik u zeg dat het 6 april was in het jaar waarin Caesar met Lepidus het consulaat bekleedde, en als ik dat omreken naar 7 februari 46 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?” En na het blogje van eergisteren weet u dat het de dag was van de slag bij Thapsus.

Begin van de slag bij Thapsus

Die begon toen Metellus Scipio begon met de aanleg van een versterking over de westelijke toegangsweg naar Thapsus. Dit was precies wat Caesar had gehoopt. Scipio’s mannen zouden deels aan het bouwen zijn en deels de wacht houden. Hun aandacht was verdeeld. Snel stelde hij zijn mannen op en riep ze wat toe:

Hijzelf maakte te voet haastig een ronde langs zijn soldaten, herinnerde zijn veteranen aan hun moedige daden in vroegere gevechten en wekte met zijn complimenten hun strijdlust op. De rekruten daarentegen, die nog nooit in een slag hadden gevochten, spoorde hij aan in moed te wedijveren met de veteranen, en ernaar te streven om door het behalen van de overwinning dezelfde faam, status en reputatie te verwerven als zij. (Afrikaanse Oorlog 81; vert. Hetty van Rooijen)

Lees verder “Het begin van de slag bij Thapsus”

Caesar naar Thapsus

Scipio’s haven: Mahdia, iets ten zuiden van Thapsus.

Het was 4 april in het jaar waarin Julius Caesar en Marcus Aemilius Lepidus het consulaat bekleedden, omgerekend 5 februari 46 v.Chr. U weet dus dat u bent beland in een blogje in de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Het antwoord op deze vraag is dat hij begon aan de campagne rond Thapsus, een havenstad die tegenwoordig Ras Dimas heet. Het stadje, waarvan de omgeving in de voorgaande weken was ontdaan van graan en andere levensmiddelen, lag ongeveer achttien kilometer ten oosten van Caesars eigen haven, Lepcis Parva. Caesar had daarvandaan al galeien uitgestuurd om een vlootblokkade te leggen. Bedenk hierbij dat de roeiers veel water nodig hadden, dat aan boord moest zijn en de schepen traag maakte. Desondanks was een begin gemaakt met het uithongeren van Thapsus.

Lees verder “Caesar naar Thapsus”

Een foeragecampagne

De provincie Africa was spreekwoordelijk vruchtbaar: op deze munt uit het museum in Pamukkale wordt ze gepersonifieerd door een vrouw met in haar ene hand een graanhalm en in de andere een hoorn des overvloeds.

Het was alweer de zeventiende maart van in het jaar waarin Julius Caesar (voor de derde keer) en Marcus Aemilius Lepidus het consulaat bekleedden, ofwel 18 januari 46 v.Chr. op onze kalender. U weet: dit is een blogje is in de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

En u kunt het stukje van vandaag eigenlijk overslaan, want aan het einde zijn we terug bij het begin. Het is de stilte voor de storm, want met het volgende blogje komt het einde van de Afrikaanse campagne in zicht. Caesar had de laatste weken alle versterkingen ontvangen die hij nodig had, Metellus Scipio durfde de beslissende slag niet aan: alles was klaar voor de laatste confrontatie – behalve dat Caesar inmiddels beschikte over te veel mensen om nog te voeden. Eerst moest de foerage op orde zijn.

Lees verder “Een foeragecampagne”

Versterkingen voor Caesar

Reconstructie van een schorpioen, een pijlen-schieter zoals ook Caesar die gebruikte.

Als ik u zeg dat het 28 februari was in het jaar waarin Julius Caesar (voor de derde keer) en Marcus Aemilius Lepidus het consulaat bekleedden, en als ik dat omreken naar 5 december 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u voor de honderdste keer een stukje zult gaan lezen in de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Nieuwe versterkingen voor Caesar

Ik denk dat hij een gat in de lucht sprong. De strijd om Uzitta, het Afrikaanse stadje dat hij wilde veroveren en dat werd verdedigd door Metellus Scipio en koning Juba I, was overgegaan in een stellingenoorlog, waarin Caesars mannen langzaam hun doel naderden. Het landkaartje is hier.

Toen Caesar zijn versterkte linies had voltooid en doorgetrokken tot een punt dat nog juist buiten schootsafstand van de stad lag, sloeg hij een versterkt legerkamp op. Hij liet katapulten en schorpioenen dicht opeen voor zijn legerkamp opstellen, gericht tegen de stad, en bestookte onophoudelijk de verdedigers van de muur. (Afrikaanse Oorlog 56; vert. Hetty van Rooijen)

Lees verder “Versterkingen voor Caesar”

De aankomst van Juba I

Een krijgsolifant zoals Juba I meenam (Museo Archeologico Nazionale, Napels)

Wanneer ik schrijf dat het 17 februari was en toevoeg dat het was in het jaar waarin Caesar en Lepidus het consulaat bekleedden, en wanneer ik dat omreken naar 29 november 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u in een nieuw stukje uit de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?” bent beland.

Versterkingen

Ik heb vorige keer verteld dat Caesar een poging had gedaan Uzitta te veroveren. Metellus Scipio had zijn leger opgesteld maar de slag niet aangedurfd. Sindsdien was er weinig gebeurd. Caesars manschappen waren bezig geweest hun posities uit te bouwen, Scipio’s soldaten zullen hetzelfde hebben gedaan en beide partijen wachtten op versterkingen. Scipio had hierbij het voordeel dat hij enkele havens in de omgeving controleerde. Een capabele vlootcommandant, Gaius Vergilius, wist daarvandaan verschillende van Caesars schepen te onderscheppen. Op 17 februari, onze 29e november, arriveerde bovendien Scipio’s bondgenoot Juba I, de koning van Numidië. Hij nam drie legioenen, 18.000 man lichte infanterie, 20.000 ruiters en dertig olifanten mee. Dat hij niet gerust was op de afloop, blijkt wel uit het feit dat hij in zijn hoofdstad Zama

midden op het forum een hoge brandstapel had opgericht. Als hij de oorlog zou verliezen, was hij van plan daar al zijn bezittingen op te stapelen, vervolgens alle burgers te doden en ook erop te gooien, een vuur eronder aan te steken en tenslotte zichzelf daarop te doden en samen met kinderen, vrouwen, burgers en de hele koninklijke schat te verbranden (Afrikaanse Oorlog 91; vert. Hetty van Rooijen)

Lees verder “De aankomst van Juba I”

Uzitta

Kaartje van de omgeving van Uzitta.

Als ik u zeg dat het eind januari was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Julius Caesar (voor de derde keer) en Marcus Aemilius Lepidus het consulaat bekleedden, en als ik dat omreken naar november 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Hij zocht de confrontatie met zijn tegenstanders. Zoals we al zagen waren enkele dagen eerder het Dertiende en het Veertiende Legioen gearriveerd, samen met 800 Gallische ruiters, duizend boogschutters en slingeraars, alsmede het door Gaius Sallustius Crispus bemachtigde graan. De stad Thysdrus, het huidige El Djem, zegde ook een enorme hoeveelheid graan toe. Eén probleem: Thysdrus lag zeventig kilometer naar het zuiden. Desondanks was de situatie duidelijk in Caesars voordeel aan het veranderen, zodat deze het initiatief naar zich toe kon trekken.

Lees verder “Uzitta”