Comparatisme & etnografische parallellen

Een tijdje geleden zag ik de film The Eagle uit 2011. Na alle slechte kritieken viel ’ie me reuze mee en achteraf begrijp ik waarom de kritieken niet betrouwbaar waren. Het is de verfilming van een opvallend geliefd jeugdboek, The Eagle of the Ninth van Rosemary Sutcliff, dus de filmmakers konden het sowieso nooit goed doen. Om de sfeer van de Romeinse wereld op te roepen, hebben ze echter wel degelijk hun best gedaan. De locaties zien er best goed uit.

Regisseur Kevin Macdonald stuitte echter op een probleem toen hij de wereld buiten het Romeinse Rijk moest schetsen. Hoe leefden de bewoners van Caledonië, zeg maar Schotland, in de tweede eeuw na Chr.? Daarover weten we veel minder dan over de Romeinse wereld. Niet alleen omdat de Picten, zoals de noorderlingen heetten, niets hebben opgeschreven, maar ook omdat ze archeologisch wat moeilijker te duiden zijn dan de goed-gedocumenteerde Romeinen. We hebben een gat in onze kennis.

Lees verder “Comparatisme & etnografische parallellen”

Radbod (2)

1107 willibrordus_amsterdam_gevelsteen_d_v_hasseltssteeg_53
Willibrordus (Gevelsteen, Dirk van Hasseltssteeg 53, Amsterdam)

Ik heb vorig jaar de hele film Redbad uitgezeten en ik heb daarna het prachtige boek van Meeder en Goosmann met dezelfde titel gelezen. Dat er nog meer zinvolle dingen te vertellen zijn over de Friese heerser, toont Luit van der Tuuk in Radbod. Koning in twee werelden. In het vorige stukje gaf ik aan dat we Radbod moeten voorstellen als een rijke aristocraat met een grote schare volgelingen, die in tijden van oorlog leiding gaf aan soortgelijke aristocraten. Hij was een knoop in twee elite-netwerken, met aan de ene kant de Friese bewoners van het kustgebied, en aan de andere kant de Franken, die hem beschouwden als vazal.

Dat hij onder de Franken ook vijanden had, bleek in ca.689. De Franken hadden weer één koning, de Merovinger Theuderic III, met een capabele hofmeier, Pippijn van Herstal. Eén van hun taken was het herstel van de Frankische macht over het Nederlandse rivierengebied, dat in handen was gekomen van Radbod en waar de internationale handel financieel viel af te tappen. In de omgeving van Dorestad versloeg Pippijn Radbod. Die verloor het gebied van de Kromme Rijn, zodat Dorestad en Utrecht Frankisch werden. De Britse geleerde Beda de Eerbiedwaardige vermeldt het vervolg:

Lees verder “Radbod (2)”

Radbod (1)

Ik heb al eerder geblogd over de laat-zevende-, vroeg-achtste-eeuwse heerser die door Frankische monniken Radbodus wordt genoemd en door de Britse geleerde Beda de Eerbiedwaardige Rathbedus. Dat moeten weergaven zijn van een naam die leek op het Oud-Friese Rêdbêd of het Oudengelse Ræthbed. In latere sagen heet de man Radboud of Radbold, terwijl de vorm Redbad een nog latere vorming is in het Fries. U weet dat er een hopeloos slechte speelfilm is met die naam; ik blogde al eens over het gelijknamige boek van Sven Meeder en Erik Goosmann, dat even uitmuntend is als de film slecht.

Omdat ik, na het volledig (!) uitzitten van die film en na lectuur van het boek, vond dat ik wel even genoeg aan het onderwerp had gedaan, had ik het boek Radbod. Koning in twee werelden van Luit van der Tuuk laten liggen, maar ik ben blij dat ik het nu alsnog heb gelezen. Het is even goed als dat van Meeder en Goosmann, maar legt minder het accent op de Frankische situatie en meer op Radbods Noord-Nederlandse achtergrond. Radbod was een man van twee werelden en dat maakt twee perspectieven mogelijk.

Lees verder “Radbod (1)”

Redbad (bis)

Onlangs bezocht ik Redbad, de vermoedelijk slechtste film die ik ooit zag. Niet eens meer “zó slecht dat het eigenlijk weer onderhoudend is” – gewoon echt slecht. Hoe het Productiefonds geld gegeven kan hebben aan deze draak, is een van de mysteriën van het subsidiecircuit, al wil ik geloven dat de makers een ander script hebben gepresenteerd dan ze uiteindelijk verfilmden. Hoe dat ook zij, ik schreef een blogstukje over het gebrek aan filmische kwaliteit van Redbad en dat had het einde moeten zijn.

Behalve dat een kennis me attendeerde op het boek dat de historici Sven Meeder en Erik Goosmann hebben geschreven over de Friese leider Radboud. (De naam “Redbad” is een moderne poging een Fries ogende naam te geven aan de man die in de middeleeuwse bronnen Radbodus heet.) Redbad. Koning in de marge van de geschiedenis bleek een aangename verrassing, niet alleen omdat het verhaal de moeite waard is, maar vooral omdat de auteurs de lezer serieus nemen en zich niet beperken tot het beruchte “dit zijn de feiten en daarmee moet u het doen” dat zo vaak doorgaat voor wetenschapscommunicatie. Ze vallen u ook niet lastig met een ellenlange literatuurlijst en zinloze voetnoterij, maar tonen in plaats daarvan, zoals het hoort, het wetenschappelijk proces. Ze schrijven:

Lees verder “Redbad (bis)”

Redbad

Er is geen ongelukkiger combinatie dan die tussen geschiedenis, die reëel wil zijn, en speelfilm, die amusement wil zijn. Dat gaat niet samen. De enige écht betrouwbare historische film zou zo saai zijn als het leven zelf. Ik heb me er weleens toe laten verleiden om als historicus commentaar te geven op een film, maar om te beginnen is dit een extreem gemakzuchtig journalistiek frame en bovendien is het eigenlijk net zo vreemd als een filmmaker die commentaar geeft op geschiedenis. “Het publiek weet niet veel van het Primat der Außenpolitik. Kunnen we Hitler geen begrijpelijker motief geven om Rusland aan te vallen? Kan Stalin er niet vandoor gaan met Eva Braun?”

Dat een historicus beter zwijgt over het historisch kaliber van een historische film, wil echter niet zeggen dat hij niet kan zeggen dat een film slecht is als film. En dan springt Redbad er toch wel uit. Simpel gezegd: om een zwak verhaal te maskeren, kozen de makers voor bombast en slechte trucages. Ik heb erg gelachen om de omvallende heilige boom, de in brand geschoten drakars, de benedenstad van Reims en de steeds weer kalme golven die uit digitale trukendoos waren gehaald.

Lees verder “Redbad”