[Dit is het vierde deel van een artikel over Augustinus, geschreven n.a.v. Lane Fox’ Augustine. Conversions and Confessions (2015). Het eerste deel is hier.]
Zoals gezegd vond ik Lane Fox’ Augustine. Conversions and Confessions een fijn boek om te lezen en ik heb er genoeg moois in gevonden. En toch overtuigde het me niet: er zit te veel speculatie in. Nu is dat onvermijdelijk bij dit onderwerp, dat, als ik het wat deftig mag uitdrukken, een dubbele hermeneuse veronderstelt.
“Hermeneuse” is de kunst om anderen goed te begrijpen. In een gesprek is dat natuurlijk niet zo moeilijk want als je iets niet snapt, kun je opheldering vragen. Het wordt al iets lastiger als je iets leest, want dan moet je de auteur zien te bereiken. Als de auteur dood is, schreef in een vreemde taal en leefde in een ons volstrekt vreemde samenleving, is antwoord uitgesloten. De aanname achter de wetenschappelijke hermeneuse is dat we desondanks toch zijn bedoeling wel enigszins kunnen benaderen: we lezen een tekst, vormen een beeld van het geheel en begrijpen – als we de tekst herlezen – de details beter doordat we weten wat we mogen verwachten, en doordat we de details nu snappen, begrijpen we de hoofdlijn weer beter. Dat is een in principe eindeloze cyclus, waarin je steeds beter begrijpt wat de tekst betekent, zeker als je haar leest met andere teksten en dezelfde cyclus toepast op de antieke samenleving. Zo zou je inzicht in een oude tekst uit een vervlogen tijd moeten groeien, maar de discussies die al twee millennia over de Bijbel worden gevoerd illustreren dat het niet per se leidt tot consensus. Er blijft een fors subjectief element.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.