De Romeinse religie in de derde eeuw

Apollonios van Tyana (Bodemuseum, Berlijn)

Een reeks over de Crisis van de Derde Eeuw kan alleen eindigen met het spirituele aspect. Buitenlandse vijanden zoals de Sassaniden, een epidemie, wegvallende handel, burgeroorlogen en de opportunistisch van die burgeroorlogen profiterende Germaanse stammen: het was voldoende om mensen te laten wanhopen. De oude goden overtuigden niet langer. Oudheidkundige Eric Dodds heeft, met een citaat van W.H. Auden, het tijdperk weleens aangeduid als een Age of Anxiety. Een concept uit het existentialisme.

Dat een complete samenleving existentieel wanhoopte is overdreven. Maar het kan wel zijn dat het opkomende christendom profiteerde van een interne implosie van het heidendom. Er zijn andere vragen. Wat is heidendom eigenlijk? Was de hysterie zo groot dat men het christendom vervolgde? Speelde christenvervolging een rol bij de groeiende populariteit van het nieuwe geloof? Daarover vertel ik in het volgende blogje meer. Nu eerst de vraag naar de stand van zaken binnen de Romeinse religie.

Aanwezige goden

Want ook al was de derde eeuw een crisistijd, de oude goden waren nog alomtegenwoordig. De merendeels ongeletterde Romeinen bekrachtigden hun zakelijke transacties nog steeds met eden ten overstaan van de onsterfelijken. Op de marktpleinen, in badhuizen en in andere openbare ruimtes waren standbeelden voor de goden, godinnen en de vergoddelijkte keizers. Wie iets te vieren had, huurde een zaaltje in een tempel. De burgers van het wereldrijk offerden voor het welzijn van de keizer. Ook waren er volop droomduiders en andere waarzeggers, want in de Oudheid, toen mensen de grens tussen natuurlijk en bovennatuurlijk anders trokken dan wij, meende iedereen dat de goden dichtbij en voor de mensen kenbaar waren.

Wie naar deze voorbeelden kijkt zal concluderen dat het religieuze leven in de derde eeuw niet werkelijk was veranderd. Dat is bijvoorbeeld de visie van Robin Lane Fox (dezelfde die verantwoordelijk is voor het mislukken van Oliver Stones Alexanderfilm). Hij brengt de opkomst van het christendom dus niet in verband met een implosie van het heidendom.

Veranderingen

We kunnen er ook anders naar kijken, zonder dat we een doddsiaanse eeuw van existentiële angst hoeven aan te nemen. Waar de tempels ooit de voornaamste cultuscentra waren geweest, waren inmiddels alternatieven ontstaan. Een voorbeeld daarvan vinden we in Het leven van Apollonios van Tyana, de door Filostratos geschreven geromantiseerde biografie van een wijze, zwervende wonderdoener. De auteur presenteert de titelheld als middelaar tussen mensen en goden, en dus als concurrent voor de oude tempelculten. Zo’n hervormer, zo valt uit deze tekst op te maken, had een gespannen relatie tot de gevestigde eredienst.

Er waren ook populaire oosterse culten. Op de Palatijnse heuvel in hartje Rome, op de plek waar Romulus zou hebben gewoond en waar een keizerlijk paleis was, verrees in de derde eeuw een enorme tempel voor de Syrische godheid Elagabal. Keizer Aurelianus bouwde na enkele overwinningen in het oosten in 274 een enorme tempel voor Sol Invictus, de “Onoverwinnelijke Zon”. Ook in de provincies bloeiden zulke oosterse religies. Joden leefden tot in het Rijnland. Beelden van Egyptische goden zijn aangetroffen in bijvoorbeeld Keulen, Mainz, Carnuntum en Sirmium, steden waar tevens afbeeldingen zijn gevonden van de Anatolische godin Kybele. Ook Mithras en Isis waren overal.

Romeinse religie: twee perspectieven

Zo zijn er twee perspectieven mogelijk op het geestelijk leven in de derde eeuw: enerzijds is veel hetzelfde gebleven, anderzijds is van alles veranderd. Zoiets valt te verwachten in iedere tijd en in elke cultuur. Wie de Griekse religie in de vierde en derde eeuw vóór Christus zou vergelijken kan ook wijzen op zowel overeenkomsten als verschillen.

Dat de vraag naar religieuze continuïteit en discontinuïteit desondanks wordt gesteld als het gaat om de derde eeuw na Chr., is omdat het nu eenmaal een tijd was met crises op velerlei gebied. Bovendien zou een algemene spirituele crisis in deze tijd helpen verklaren waarom de christenen werden vervolgd. Daarover zo meteen meer.

 [Een overzicht van de blogjes over het handboek oude geschiedenis is hier.]

Deel dit:

Een gedachte over “De Romeinse religie in de derde eeuw

  1. Dirk Zwysen

    Ook in de eerste eeuw v.C. kregen oosterse goden en rituelen voet aan de grond in Rome, wat conservatieve Romeinen in een kramp deed schieten. Het wordt in verband gebracht met de crisis die het einde van de republiek inluidde. Filhellenisme werd in de twee eeuwen daarvoor ook door sommigen met argwaan bekeken. Je zou dus kunnen zeggen dat Rome steeds een dubbelzinnige relatie heeft gehad met denkbeelden uit het oosten, tussen fascinatie en wantrouwen.

Reacties zijn gesloten.