Fietsen in de Maasvallei

De Maasvallei bij Chokier

Ik heb weleens geblogd over het Land van Herve: het mooie deel van België recht onder Nederlands Zuid-Limburg. Neem (als u uit Nederland komt) de trein naar Heerlen, stap over op de trein naar Aken of fiets rechtstreeks naar Vaals, klim naar het Drielandenpunt en ga daarvandaan richting Luik en je ziet dat het Land van Herve echt prachtig is. Niet voor niets hebben de goede god en de duivel er ooit een damwedstrijd gehouden.

Luik

Eenmaal in Luik bent u in de vallei van de Maas. Eerlijk is eerlijk: Brusselse wafels zijn smakelijker dan Luikse, maar Luik heeft dan weer de Liégeois en die heeft Brussel weer niet. Er zijn in Luik verschillende mooie middeleeuwse kerken (zoals, zoals) en er is ook een schitterend spoorwegstation. Het Musée Grand Curtius heeft een adembenemende collectie glas en een degelijke archeologische afdeling. Het Archéoforum voor het prinsbisschoppelijk paleis viel mij wat tegen; er is hier overigens ook een monument voor de aanslag van 2011.

Lees verder “Fietsen in de Maasvallei”

Kelmis

Het is wat ironisch dat in Kelmis een restaurant is, vernoemd naar de plaats waar de taalverschillen niet verdwenen maar ontstonden.

Zoals je in Beiroet kunt horen dat ouders hun kinderen aansporen met “Jalla, mes enfants, let’s go”, zo kun je in het Belgische Kelmis horen dat iemand afscheid neemt met de woorden “Tschüss, mon chéri, I love you”. Het is een van de aangename kanten van het Land van Herve, het gebied in België recht onder het Nederlandse Zuid-Limburg waar mijn vriendin en ik dit weekend doorbrengen. Hier worden alle talen van de wereld gesproken: Frans en Duits, maar we hoorden zaterdag ook Nederlands, Italiaans, Limburgs en Engels. Dat ik in een kerk ook nog iets las in het Latijn telt niet mee, maar het is wel beduidend dat we in het Musée Vieille Montagne in Kelmis (Franse naam, website in het Duits) ook wat teksten hebben ontcijferd die waren gesteld in het Esperanto.

Meertaligheid

Het verhaal van Kelmis is, denk ik, wel enigszins bekend, en anders moet u het beslist lezen in het boeiende boek van Philip Dröge: tijdens het Congres van Wenen konden Pruisen en het nieuwe koninkrijk Nederland geen overeenstemming bereiken over de zinkmijn alhier, waardoor “Neutraal Moresnet” ontstond, een postzegelstaatje van 344 hectare dat het uithield tot de Eerste Wereldoorlog. In het laatste decennium van zijn bestaan is geprobeerd Esperanto tot voertaal te maken, een project dat weliswaar op niets uitliep maar wel paste bij een gebied waar de mensen weigeren een keuze te maken voor slechts één taal.

Lees verder “Kelmis”

De Taalgrens

Moelingen / Mouland

De Franken waren een federatie van stammen die woonden in het gebied dat we nu Overijssel en Drenthe noemen, en ook in het Roergebied en Nordrhein-Westfalen. Beide groepen werkten samen met de Romeinen, maar voerden er ook oorlog tegen. Er is weleens op gewezen dat de oostelijke groep wat agressiever lijkt te zijn geweest dan de noordelijke, maar één extra bron kan dat beeld veranderen.

Feit is dat de Franken vanaf de jaren vijftig van de derde eeuw de Rijn weleens overstaken en dat keizer Postumus rond 265 na Chr. een lijn versterkingen aanlegde om de grote weg door Belgica te beveiligen. Die weg begon in Boulogne en leidde via Amiens, Bavay, Tongeren, Heerlen en Jülich naar Keulen en wordt vanouds aangeduid als de Chaussée Brunehaut. (Dat ’ie tegenwoordig Via Belgica moet heten, is een deprimerend ander verhaal.) In elk geval: het was een belangrijke weg die verdedigd moest worden, want ten zuiden van deze straat lagen op de vruchtbare lössgronden de grote landgoederen waar graan werd verbouwd voor steden als Keulen en de forten langs de Rijn.

Lees verder “De Taalgrens”