
Afgelopen zaterdag publiceerde De Gelderlander, die zo aandacht besteedde aan de Romeinenweek, een interview dat Vincent Hunink en ik gaven over de Germanen en over hoe de Romeinse auteur Tacitus die woestelingen zag. Één van de reacties kwam van iemand die mailde dat hij het zo leuk vond dat er weer eens wat werd gedaan met Nederland in de Romeinse tijd, met de Bataven en de Germanen.
Ik vroeg mijn correspondent – vriendelijker dan ik het hier samenvat – of hij niet wist dat er momenteel van alles wordt gedaan met Nederland in de Romeinse tijd, dat musea het publiek steeds beter bereiken, dat elk weekend vrijwilligers uitleg geven en dat de overheid het Nederlandse deel van de limes tot werelderfgoed wil maken. Hij schreef, zo merkte ik op, nog wel tijdens de Romeinenweek, terwijl er meer dan vierhonderd activiteiten in het land plaatsvonden. De man antwoordde me dat hij het bij nader inzien eigenlijk wel wist, maar dat het niet ging om wat hij met het tijdvak associeerde. Die woorden illustreren een verdraaid ernstig probleem.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.