Vihansa

Wijding aan Vihansa (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)
Wijding aan Vihansa (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

Het bronzen plaatje hierboven fotografeerde ik in de (zwaar onderschatte) Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel. Het is gevonden in Sint-Huibrechts-Hern, dat even ten noorden van Tongeren ligt. De tekst veronderstelt geen noemenswaardige kennis van het Latijn:

Vihansae Q(uintus) Catius Libo Nepos centurio leg(ionis) III Cyrenaicae scu- tum et lanceam d(onum) d(edit)

Aan Vihansa [heeft] Quintus Catius Libo Nepos, centurio van het Derde Legioen Cyrenaica, zijn schi- ld en speer als geschenk gegeven.

Vihansa is geen “klassieke” Romeinse godin. Haar naam oogt inheems en zou kunnen zijn afgeleid van twee Germaanse woorden, wīga, “strijden”, en ansu, “godheid”. Dat de naam inderdaad “krijgsgodin”, “Vrouwe Strijd” of desnoods “Dulle Griet” betekent, is aannemelijk, maar niet bewezen. De sterretjes waarmee de twee woorden beginnen, betekenen namelijk dat taalkundigen die woorden hebben gereconstrueerd, wat duidt op een onzekerheidsmarge.

Niettemin: het is gepast dat een officier een offer achterlaat in het heiligdom van een oorlogsgodin. Het is bovendien niet zomaar een geschenk: het gaat om wapens. Dat is ietwat curieus, want de Romeinen hadden (althans als privé-personen) niet de gewoonte schilden en speren aan de goden te wijden. Benoorden de Alpen was het echter de gewoonste zaak ter wereld als soldaten hun wapens offerden. We mogen aannemen dat Quintius Catius Libo Nepos was afgezwaaid, was teruggekeerd naar de stad waar hij vandaan kwam, Tongeren, en daar de godin die hem had beschermd, zijn dankbaarheid had getoond.

Om redenen die ik niet ken, wordt het bronzen plaatje gedateerd in de derde eeuw en dat gegeven stelt ons in staat meer te vertellen over onze centurio. Het Derde Legioen Cyrenaica was in die tijd namelijk gestationeerd in Bosra, een belangrijke stad in de provincie Arabia. Quintius Catius Libo Nepos moet de zwart-stenen gebouwen hebben gekend, moet verlofdagen hebben opgenomen in steden als Damascus, Tyrus en Beiroet, en moet hebben gepatrouilleerd langs de weg naar Akaba.

Afhankelijk van het moment van zijn verblijf in het oosten, heeft deze man deelgenomen aan de campagne van Caracalla tegen de Parthen (216-217), de veldtocht van Severus Alexander tegen de Sassanidische Perzen (235), de onfortuinlijke strijd van Valerianus tegen diezelfde Perzen (253, 260), de oorlogen van het onafhankelijk geworden deelrijk van Palmyra of de bliksemcampagne van keizer Carus naar Ctesiphon (zeg maar Bagdad). Wellicht was Quintius Catius Libo Nepos betrokken bij de bouw van het fort in Qasr el-Azraq – ik blogde er al eens over dat Lawrence of Arabia er ooit verbleef.

Bedenk eens wat die man gedacht moet hebben toen hij zijn schild en speer neerlegde in het heiligdom van Vihansa. Hij had Petra, Jerash, Bosra, Damascus en Palmyra gezien; hij had gezwommen in de Eufraat; hij kende Tyrus en Korinthe, had de keizer gezien en was in de stad Rome geweest. En nu was deze veteraan een van de rijkste en aanzienlijkste burgers van Tongeren – maar zijn standgenoten waren nooit verder geweest dan Reims of Keulen, en konden zich niet voorstellen hoeveel Quintius Catius Libo Nepos van de wereld had gezien.

[Dit was de 108e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

Een gedachte over “Vihansa

  1. Ben Spaans

    Welkom terug! Ik begon me zorgen te maken, ook gezien de vermelding van een ziekenhuisbezoek vorig weekend.

Reacties zijn gesloten.