
Azraq is een oase in de woestijn van het huidige Jordanië, een kilometer of tachtig ten oosten van de hoofdstad Amman. Het water trok mensen aan: de oase is sinds het Neolithicum permanent bewoond gebleven.
De oase voedt een wadi, de Wadi Sirhan, die voor Arabische stammen de snelste weg was om de Romeinse provincie Arabia Nabataea aan te vallen. Om daaraan een einde te maken, gaf keizer Septimius Severus rond 200 v.Chr. opdracht drie forten te bouwen, zo’n vijftien kilometer van elkaar af. Van het noordoosten naar het zuidwesten waren dat Qasr el-Useikhin, Qasr el-Azraq en Qasr el-Uweinid. Door in de woestijn de oases te bezetten, ontzegden de Romeinen hun tegenstanders de toegang tot het water, zodat het onmogelijk werd de steden in het eigenlijke Romeinse Rijk te bereiken. Er is een loepzuivere parallel met de Limes Tripolitanus in het noordwesten van het huidige Libië en het zuiden van Tunesië, die op precies hetzelfde moment is geschapen.
Van het fort dat Severus in de Azraq-oase heeft laten bouwen, is nauwelijks nog iets over, maar er is een erg interessante inscriptie waarop we kunnen lezen over de aanleg van een weg in de woestijn ten tijde van keizer Aurelianus. De inscriptie is te dateren in het jaar 273 na Chr. en vermeldt dat onderafdelingen van niet minder dan vijf legioenen bij het project waren betrokken: I Illyricorum, I Italica, IIII Flavia, VII Claudia en XI Claudia.

Het huidige fort, dat Basienis schijnt te hebben geheten, is gebouwd op oudere funderingen. Het dateert uit de tijd van de keizers Diocletianus en Maximianus, rond 300 na Chr. Er is een wij-inschrift ter ere van de Onoverwinnelijke Zon, wat in deze tijd niet heel ongebruikelijk is, maar wel voor deze twee keizers, die doorgaans Jupiter en Hercules vereerden. Een andere inscriptie documenteert herstelwerkzaamheden tijdens de regering van Constantijn de Grote en twee van zijn zonen. De tekst is te dateren tussen 323 en 333 na Chr. Scherven bewijzen dat de versterking tot zeker het einde van de vierde eeuw in gebruik is geweest.
De muren van de vertrekken rond de vierkante binnenplaats zijn in deze vorm middeleeuws, al zijn de zwarte stenen gekapt in de derde eeuw. Het fort is in de achtste eeuw echter aangepast aan de eisen van de Umayyadische kroonprins @Walid II, die het Romeinse fort gebruikte als jachtslot bij het meer. Hij zal verantwoordelijk zijn voor de bouw van de kleine moskee op de binnenplaats.

Er was ooit een grote, zeshoekige vijver, Ain el-Assad, “de bron de leeuw”. Inmiddels is die drooggevallen. De vijfendertig stenen reliëfs die archeologen in de jaren tachtig hebben gevonden, kunnen Romeins, Sassanidisch of Umayyadisch zijn.
Een Arabische inscriptie bij de zuidelijke toegangspoort is gedateerd in het islamitische jaar 634 ofwel onze 1237. Het moet een van de laatste inscripties zijn van sultan Al-Kamil, de tegenstander van keizer Frederik II tijdens de Zesde Kruistocht. Het fort was belangrijk omdat het de pelgrimsweg van Damascus naar Medina en Mekka beschermde. Om die reden bezetten ook de Ottomanen het fort.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende het fort als winterkwartier van Lawrence of Arabia, die hier prins Faisal ontmoette. De klemmende stenen deur die hij vermeldt in Seven Pillars of Wisdom, klemt nog altijd.

Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.