Islamitisch Centraal-Azië

De moskee van Damghan
De moskee van Damghan

In mijn onregelmatig vervolgde reeks over Centraal-Azië vandaag de tweede van de “vier grote vegen” waarmee ik de geschiedenis vereenvoudig om er vat op te krijgen. De eerste veeg was, zoals de vaste lezers van deze kleine blog zich wellicht herinneren, de integratie van het gebied toen de Indo-Europees-sprekende volken vanuit het noorden kwamen. Daarna was er een periode waarin van alles gebeurde, zonder dat het karakter van het gebied er werkelijk door veranderde. Daarover schreef ik laatst.

De tweede veeg is de komst van de islam: een beweging vanuit het zuidwesten naar het noordoosten, vanaf het Arabische Schiereiland door Centraal-Azië richting China. De religieuze grenzen werden getrokken. De derde en vierde veeg zijn – ik kondig het volledigheidshalve even aan – de komst van de Mongolen vanuit het noordoosten, waarmee de etnische grenzen werden getrokken, en de komst van de Russen uit het noordwesten, waardoor de huidige staten kwamen te ontstaan. Daarover later. Nu: de komst van de islam.

De laatantieke wereld van Centraal-Azië was etnisch homogeen – hier woonden Iraanse volken – en werd politiek gedomineerd door het Sassanidische Rijk. Religieus was het gebied pluriform: ik noemde al dat er zoroastriërs leefden, dat zoroastrische varianten als het zurvanisme en mazdakisme er voet aan de grond hadden, dat er boeddhisten en joden leefden, en dat er drie soorten christenen waren (aanhangers van het Niceense Credo, nestorianen en monofysieten). Er waren ook combinaties mogelijk: het manicheïsme was beïnvloed door het christendom, zoroastrisme en boeddhisme. In het noorden waren Turkse stammen verschenen, die animistische culten hadden. Geen van deze groepen domineerde.

Dat had vérstrekkende gevolgen, zoals bleek toen de Arabische legers hun opmars begonnen. Tien jaar na de dood van de profeet Mohammed was één veldslag, die plaatsvond bij Nihavand in het Zagrosgebergte, voldoende om te beslissen over de toekomst van Iraans Azië. De Sassaniden werden verslagen en daarna waren er geen organisaties die het gezag en de ervaring hadden om de strijd voort te zetten. Het hele systeem stortte in en negen jaar later, in 651, hadden de Arabische legers Margiana bereikt, zeg maar Ashgabad in Turkmenistan. De laatste Sassanidische vorst kwam hier om het leven. (Het proces is vrijwel identiek aan de instorting van het Rijk van Toledo op het Iberische Schiereiland: een goed-georganiseerde staat, één veldslag, en vervolgens blijkt er niets of niemand te zijn die de strijd kan voortzetten.)

De snelle instorting van Sassanidisch Perzië, mooi beschreven door Kennedy in The Great Arab Conquests (De grote Arabische veroveringen; recensie), vond plaats op het moment waarop de islamitische leiders verdeeld begonnen te raken. Kalief Othman was aan de macht gekomen en bevoordeelde zijn familie, wat leidde tot onvrede. In 656 werd de heerser der gelovigen vermoord en vervangen door Ali, de schoonzoon van Mohammed. Othmans familie, de Umayyaden, legde zich daarbij niet neer en het kwam tot een burgeroorlog. De familie van Ali zou hierin keer op keer het onderspit delven, en zich keer op keer weer oprichten met steun uit het ooit Sassanidische gebied.

Na de moord op Ali in 661 kwam het kalifaat aan de Umayyaden, die te maken kregen met de opstand van Ali’s zoon Huseyn (die in 680 sneuvelde bij Kerbala). Diens kleinzoon Zaïd kwam in 740 in opstand en hoewel ook hij om het leven kwam, wist zijn bondgenoot Abu Muslim het kalifaat over te dragen aan een zijtak van Ali’s familie, de Abbasieden. Dezen beschouwden de hoofdtak als bedreiging, en hoewel er pogingen werden gedaan de problemen op te lossen, bleef het gisten. In Mashhad in Iran is het graf van Reza, die in 818 lijkt te zijn vergiftigd.

Daarnaast waren er nog tal van conflicten: in Centraal-Azië verzetten lokale heersers zich tegen de Arabische overheersers, en vochten terug. Pas rond 750 was het gebied definitief gepacificeerd. De “tweede veeg” was voltooid: etnisch was het gebied nog overwegend Iraans, maar religieus was de islam dominant geworden.

Wat er in feite aan de hand was, is dat de landen van Centraal-Azië weliswaar onderworpen waren, maar niet verslagen. De bevolking bleef grotendeels trouw aan de oude godsdiensten en wie moslim werd, zocht manieren om zijn eigen, Perzische of Sogdische identiteit tot uitdrukking te brengen. Het is alsof de mensen zeiden: “ja, wij leven in een islamitisch kalifaat, maar wel op onze eigen voorwaarden”. Ook het ontstaan van het soefisme, dat enkele boeddhistische elementen opnam, valt in dit licht te bezien. De eigenlijke islamisering zou zich later voltrekken.

[Wordt vervolgd]

Deel dit:

2 gedachtes over “Islamitisch Centraal-Azië

  1. Kort heb ik een Oeigoerse leerling in mijn lessen gehad.
    Jammer genoeg heb ik niets van haar cultuur en.of geloof meegekregen.

    De zijderoute is mij bekend.
    Maar verder details lees ik graag op jouw blog.

    Vriendelijke groet,

Reacties zijn gesloten.