In het vorige blogje noemde ik enkele complicaties bij het traditionele beeld van het ontstaan van het Kalifaat. Hier zijn er nog een paar.
Monotheïsmes
Om te beginnen Mohammeds Arabische monotheïsme. Dat hij zich richtte tot mensen die Arabisch spraken, staat als een paal boven water. Maar hij was niet de eerste Arabische monotheïst. De meeste in het Arabisch gestelde religieuze inscripties uit de Late Oudheid zijn monotheïstisch. De belangrijkste auteur over het leven van de profeet, Ibn Ishaq, vermeldt al monotheïsten die vóór Mohammed actief waren in Mekka. Een in 2019 door Ahmad al-Jallad geïdentificeerde inscriptie uit Jemen bewijst dat de god van Mekka, Allah, en de al eerder vereerde enige hemelgod Rahman, al vóór Mohammed waren “gefuseerd” tot één godheid, en dat ook de formule “In de naam van Allah, de barmhartige, de genadevolle” op dat moment al bestond.
Die Arabische monotheïsmes bestonden naast vormen van jodendom en christendom. De joden zijn goed gedocumenteerd in allerlei geschreven teksten, zoals die over het joodse koninkrijk Himyar en verhalen over moordpartijen in Medina. De christenen zijn iets minder opvallend. Maar kijk eens naar de vermaledijde landkaartjes van de Grote Volksverhuizingen. Daarop staan allerlei migraties uit de tijd tussen pakweg 375 en 575, toen diverse groepen migranten het Romeinse Rijk binnentrokken. Wat ontbreekt zijn de christelijke groepen die het Romeinse Rijk verlieten: nestorianen, monofysieten en wat dies meer zij. Zij kwamen ook op het Arabische Schiereiland, waar ze bijdroegen aan de rijkdom aan monotheïstische opvattingen.
Daarom denk ik dat de Amerikaanse geleerde Fred Donner wel een punt heeft als hij schrijft dat Mohammed verkondigde dat de Jongste Dag naderde, dat monotheïsten zouden worden gered, en dat hij aan het scala van monotheïsmen een extra, Arabische variant toevoegde. De islam als zodanig kristalliseerde pas later uit.
De volheid der tijden
In 602 brak een enorme oorlog uit tussen het Oost-Romeinse ofwel Byzantijnse Rijk en de Sassanidische Perzen. Die duurde tot 628 en zag enorme verwoestingen. Verwoestingen die volgden op de hongersnoden en epidemieën van de zesde eeuw. Er zijn in deze tijd allerlei apocalyptische teksten geschreven. Uiteindelijk zegevierde keizer Heraclius over een totaal verzwakt Perzisch Rijk, dat niet veel later een makkelijke prooi was voor de Arabische legers. Het Byzantijnse Rijk verloor al voor 650 Syrië, Palestina, Egypte en Libië, maar overleefde. De grote Arabische veroveringen konden zo snel gaan doordat er nauwelijks Perzische en Byzantijnse legers waren die weerstand konden bieden.
Maar er speelde meer. De twee grote rijken van de Late Oudheid hadden complexe belastingstelsels, en na Heraclius’ overwinning op de Perzen werd de murw geslagen Mediterrane bevolking al snel geconfronteerd met belastinginners. De Byzantijnse keizer had bovendien weinig sympathie voor christelijke andersdenkenden. Als Heraclius zijn onderdanen had willen opzetten tegen het Byzantijnse gezag, had hij het niet beter kunnen doen.
En zo ontstond een nieuwe staat. Aanvankelijk geleid door vier charismatische kaliefen, “plaatsbekleders”: Abu Bakr, Omar, Othman en Ali. Daarop volgden de Umayyaden van Damascus, die de stedelijke cultuur omhelsden en het kalifaat vorm begonnen te geven. Een nieuwe staat was ontstaan, waarover we enorme hoeveelheden geschreven bronnen hebben. De moeizame eeuw tussen pakweg 535 en 650 was voorbij, de Oudheid was voorbij, de Middeleeuwen waren begonnen.
***
Dit was het laatste stukje n.a.v. Een kennismaking met de oude wereld, het handboek van De Blois en Van der Spek. Zeg naar een epiloog. Er is een overzichtspagina van alle 170 stukjes.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.