
Je zou Publius Sulpicius Quirinius een van de bekendste Romeinen aller tijden kunnen noemen. Hij wordt namelijk genoemd in het kerstverhaal, dat christenen over de hele wereld elk jaar weer aan elkaar vertellen. Hier is de vermelding bij Lukas die vanavond in menige kerk zal worden voorgelezen: “In die dagen vaardigde keizer Augustus een decreet uit dat de hele wereld zich moest laten registreren. Deze eerste registratie vond plaats toen Quirinius gouverneur van Syrië was.” (Lukas 2.1-2)
We weten veel meer over deze Quirinius. Hij werd geboren in de buurt van Lanuvium, een stadje in de buurt van Rome; zijn familie was vermogend, maar kon zich er niet op beroemen dat haar leden hoge ambten hadden bekleed. Die waren gereserveerd voor een beperkt aantal families. De staatsgreep van keizer Augustus bood echter ruimte aan de provinciale elite, die nu kon doorstromen naar de hoogste bestuursfuncties.
Oorlogsheld
Quirinius was een van degenen die ervan profiteerden: in 15 v.Chr. benoemde Augustus hem tot proconsul (gouverneur) van Kreta en de Cyrenaica, waar hij streed tegen inheemse stammen. De Nasamonen worden genoemd, die leefden in de oase van Audjila, maar ook de Garamantes, die midden in de Sahara woonden in Germa, een plek waarvan archeologen hebben vastgesteld dat het een echte stad is geweest.
Een Romeinse carrière volgde altijd hetzelfde patroon (de cursus honorum). Je kon bijvoorbeeld pas proconsul worden als je eerst praetor was geweest, maar die functie kon je pas bekleden als je minimaal dertig was en al enkele andere functies had bekleed: aedielschap, quaestuur en krijgstribunaat. Het waren allemaal andere functies, zodat degenen die de absolute bestuurlijke top bereikten vertrouwd waren met alle aspecten van het rijksbestuur. Hoewel we niets weten over Quirinius’ carrière voor zijn gouverneurschap, mogen we aannemen dat hij al deze functies heeft bekleed en de generalist was die een supranationaal wereldrijk nodig heeft.
Na zijn woestijnveldtocht keerde Quirinius als een oorlogsheld naar Rome terug, waar hij in 12 v.Chr. het consulaat bekleedde. Dat was, ondanks de groei van het keizerschap, nog altijd een zeer prestigieuze positie. Quirinius’ ambtscollega was Gaius Valgius Rufus, die ook bekend is als dichter.
Anatolië
Het lijkt erop dat Augustus vertrouwen stelde in Quirinius, want hij werd vervolgens gouverneur van Galatië, zeg maar Centraal-Turkije. De onderwerping, romanisering en verstedelijking van dit gebied was voor Augustus een prestigeproject, dat hij niet toevertrouwde aan de eerste de beste. Het staat vast dat Quirinius rond 5 v.Chr. te maken kreeg met een roversstam die bekendstaat als de Homonadensen. Hij maakte korte metten met ze.
Misschien was hij hierna gouverneur van het schatrijke Asia (west-Turkije), maar dat is niet zeker. Wel staat vast dat hij in 1 v.Chr. een van de begeleiders was van prins Gaius Caesar, de beoogde opvolger van keizer Augustus. De jongeman bezocht de oostelijke provincies. Tot de andere begeleiders behoorden de latere historicus Velleius Paterculus, de voorname Marcus Lollius en Seianus, de toekomst praetoriaanse prefect. Quirinius was waarschijnlijk aanwezig toen Gaius de nieuwe Parthische koning Phraataces ontmoette op een eiland in de Eufraat, en moet een van de militaire adviseurs zijn geweest bij Gaius’ campagne naar Armenië. Helaas raakte de prins gewond en overleed hij tijdens de terugreis.
De volkstelling

Bijna onmiddellijk hierna treffen we Quirinius aan als gouverneur van Syrië, een van de belangrijkste provincies van het rijk, met een garnizoen van niet minder dan vier legioenen (III Gallica, VI Ferrata, X Fretensis, XII Fulminata). Het was een speciale missie voor iemand met grote bestuurlijke vaardigheden, want het gebied in het zuiden, Judea, gold als problematisch: de Joodse heerser, Herodes Archelaos, had er een grote puinhoop van gemaakt, en Augustus stuurde hem in 6 na Chr. in ballingschap in Gallië.
Judea werd nu toegevoegd aan de provincie Syrië en zou namens deze worden bestuurd door een prefect. Quirinius kreeg opdracht de belasting van het nieuwe gewest organiseren, en zoiets begon met een registratie van het aantal belastingplichtigen: de door Lukas genoemde volkstelling.
Hoewel er geen aanwijzingen zijn dat Rome de belastingen verhoogde, waren de Joden niet gelukkig. Hogepriester Joazar was echter in staat bijna iedereen ervan te overtuigen dat het beter was met de Romeinen samen te werken, aangezien het alternatief bestond uit de terugkeer van Herodes Archelaos. Desondanks was er weerstand. Die kan echter niet zo groot zijn geweest als enkele jaren eerder, toen gouverneur Publius Quinctilius Varus zijn legioenen had moeten inzetten. Het staat vast dat Quirinius dit zware middel niet benutte: in de catalogus van gewapende interventies door Syrische gouverneurs die de Romeinse geschiedschrijver Tacitus in zijn Historiën heeft opgenomen, ontbreekt Quirinius. Lichtbewapenden en diplomatie lijken te hebben volstaan.
Toch werd Quirinius’ volkstelling door de Joden herinnerd: twee, drie generaties later kon Lucas ervan uitgaan dat elke lezer wist van Quirinius’ gouverneurschap.
Éminence grise
In het jaar 14 stierf keizer Augustus. Zijn adoptiefzoon Tiberius volgde hem op als keizer en zette het beleid voort. ’s Keizers adviseurs bleven gehandhaafd en de ervaren Quirinius, nu een oude man, lijkt zijn invloed te hebben behouden. Toch was zijn invloed niet zo groot dat hij schandalen kon vermijden, zoals bleek in het jaar 20, toen zijn echtgenote Aemilia Lepida zwanger was – volgens haarzelf van Quirinius, volgens Quirinius van een ander. Hij verstootte haar.
Een jaar later overleed hij. Tiberius bood hem een staatsbegrafenis aan. Quirinius had geen kinderen, noch bij zijn eerste vrouw Claudia noch bij zijn tweede echtgenote Aemilia.
Is er iets te zeggen over de periode (jaar/maand) waarin die Quirijnse registratie zou hebben plaatsgevonden?
Herodes Archelaus is in 6 n.Chr. verbannen, dus dat is ook de tijd van de volkstelling.
Kleine aanpassing: de Romeinen kenden voor hun provinciebestuurders zowel propraetoren als proconsuls. Je kon pas propraetor worden als je eerst praetor was geweest en pas proconsul als je eerst consul was geweest. In principe werd je eerst praetor en dan pas consul. Door te stellen dat je proconsul kon worden als je eerst praetor was geweest is dus niet echt fout, maar doet ook niet ter zake.
Ja, zo lijkt het hè, dat je pas proconsul kon worden na het consulaat. Maar het is niet zo. Ook een oud-praetor kon de bevoegdheden van een consul krijgen. Ik meen dat Pompeius ermee is begonnen. Degene die deze bevoegdheden kreeg, moest echter wel een eigen “imperium” hebben gehad, en dus praetor zijn geweest.
Dat betekend dus dat Jezus in het jaar zes na het begin van onze jaartelling is geboren?
Nee, meestal volgen we Marcus: 5/4 v.Chr.
Van waar eigenlijk de oude vertaling “eer Quirinius landvoogd van Syrië was”? Was dit een poging om de chronologie te laten kloppen?
Ik vermoed dat ook.
Die oude vertaling is ligt niet voor de hand. Sommige vertalingen (bijvoorbeeld de King James) zetten dit vers tussen haakjes.
Mijn eigen interpretatie van wat Lukas bedoeld kan hebben is iets anders; waarschijnlijk ben ik niet de eerste hierin, maar ik kan op dit moment geen eerder vermelding vinden. Namelijk:
– Josef en Maria gingen naar Bethlehem toen Ceasar het decreet uitvaardigde (Lukas 2:1). Dus op basis van de aankondiging gingen zij alvast op pad.
– de volkstelling werd pas (later) daadwerkelijk uitgevoerd onder Quirinius (Lukas 2:2).
Enigszins geforceerd van Lukas, wellicht, maar hij bereikt hiermee dat hij het geboorteverhaal stevig verankerd in de geschiedenis die zijn lezers kenden (namelijk de volkstelling onder Quirinius), terwijl hij niet tegenspreekt wat hij eerder in Lukas 1:5 zei, namelijk dat Jezus geboren werd toen Herodes koning was.
Interessant (voor de kenners….) is dat in deze lezing, Lukas doelt op Herodes Archelaus als koning van Judea*, terwijl de meeste geleerden menen dat hij het over Herodes de Grote (diens vader) heeft. Die vader stierf in 4 BC, en dat is te vroeg voor de volkstelling die in 6-7 AD plaatsvond. Echter, Herodes Archelaus regeerde tot 6AD, dus tot kort voor de volkstelling.
*Lukas 1:5 zegt ook letterlijk “Herodes, koning van Judea”