
Als ik noteer dat het 2 december was en daaraan toevoeg dat het was in het jaar waarin Julius Caesar en Servilius Isauricus consuls van Rome waren, en als ik dat vervolgens omreken naar 18 oktober 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”
Hij werd nog altijd belegerd in het koninklijk paleis van Alexandrië. Weliswaar had hij de toegang tot de haven behouden en had hij versterkingen weten te ontbieden, maar zijn positie was verslechterd. Immers, Arsinoë IV was inmiddels bij generaal Achillas. Daarmee was het voortbestaan van de Ptolemaïsche dynastie verzekerd, zelfs als de troepen van Egyptes nationale leger Kleopatra VII, Ptolemaios XIII en Ptolemaios XIV bij een bestorming zouden doden.
Gevechten
Caesars mannen hadden het paleis inmiddels versterkt. Ze verwoestten de huizen die het dichtst bij stonden. De anonieme auteur van De Alexandrijnse Oorlog opent zijn werkje met een beschrijving.
De delen van de stad die niet te sterk leken werden aangevallen met behulp van schilddaken en schutgangen. Van gebouw naar gebouw werden door openingen stormrammen naar binnen gestoten, en over het terrein dat door instortingen vrijkwam of met geweld in bezit werd genomen werden de versterkingen uitgebreid. (vert. Hetty van Rooijen)
Achillas’ mannen versterkten de tegenoverliggende huizen en bouwden belegeringstorens die ze naar voren wilden rollen. Bovendien
hadden ze naar alle kanten, zover als het gebied en koninkrijk van Egypte reikt, afgezanten gestuurd en rekruteringsofficieren om lichtingen te houden, een grote hoeveelheid wapens en geschut in de stad verzameld en een enorme massa militairen aangevoerd. Ook waren er in de stad grote wapenfabrieken ingericht. Bovendien hadden ze de volwassen slaven bewapend, die van de rijkere eigenaren dagelijks levensmiddelen en soldij ontvingen.
De Alexandrijnen en hun landgenoten maakten zich op voor de beslissende aanval op de bezetters van het paleis. Caesar kreeg uitstel van executie doordat Arsinoë en Achillas onenigheid kregen. Beide deden schenkingen aan de soldaten om ze voor zich te winnen. We weten niet waarover ze ruzie kregen, al vermeldt Cassius Dio dat de vloot de inzet vormde. Wat hij bedoelde, is echter onduidelijk.
Het einde van Achillas
Arsinoë was met hulp van de eunuch Ganymedes, haar opvoeder, het snelst en doodde Achillas. Toen hij vermoord was oefende ze zelf alle macht uit, zonder mederegent of mentor. Het leger werd aan Ganymedes toevertrouwd. Bij het aanvaarden van die taak vergrootte deze de schenking aan de troepen en behartigde hij alle overige zaken met grote nauwgezetheid.
Cassius Dio vervolgt:
Toen dit was gebeurd, nam Ganymedes het bevel over de soldaten over. Hij verzamelde alle boten die zich in de rivier en het meer bevonden en bouwde er nog meer. Die bracht hij allemaal door de kanalen naar de zee, waarvandaan hij de Romeinen aanviel terwijl ze niet op hun hoede waren. Aan de waterkant verbrandde Ganymedes enkele Romeinse vrachtschepen, terwijl hij andere schepen wegsleepte. Daarna verjoeg hij de Romeinen van de ingang van de haven. Door daar inkomende schepen op te wachten, maakte hij het de Romeinen knap lastig. (42.40.2)
De watervoorziening
Aangezien de continuïteit van de dynastie was gegarandeerd, kon Ganymedes een plan uitvoeren dat eerder niet mogelijk zou zijn geweest: hij liet zout water door de waterleiding naar het paleis brengen. De auteur van De Alexandrijnse Oorlog vertelt:
Ganymedes blokkeerde de kanalen … en begon met behulp van raderen en machines een grote hoeveelheid water uit de zee te zuigen. Dat water liet hij gestadig van hoger niveau in Caesars stadsdeel storten. … Na korte tijd was het water dichtbij de besmettingsbron helemaal ondrinkbaar, en in lager gebied bleek het al enigszins onzuiver en brak te zijn. (6; vert. Hetty van Rooijen)
Caesars manschappen begonnen te morren. Hun generaal had eerder moeten wegvaren, klonk het.
Caesar probeerde de angst van zijn mannen met bemoedigende woorden en rationele argumenten te verminderen. Hij verzekerde hun dat ze door putten te graven zoet water konden vinden, omdat alle kusten van nature aderen van zoet water bevatten. Zelfs al zou de Egyptische kust in dat opzicht verschillen van alle andere, dan konden ze nog altijd vrij de zee op varen, terwijl de vijanden geen vloot hadden, en dagelijks ongehinderd met schepen water gaan halen.
Zo bleek het inderdaad te zijn. Door putten te graven, konden de Romeinen aan zoet water komen. Desondanks zag de situatie er slecht uit.
Intussen in het paleis
Een vraag waar ik tot nu toe geen aandacht aan heb besteed: hadden Caesar en Kleopatra nou iets? Het seksuele leven van de mensen van vroeger is voor de historicus niet zo interessant. Als, om eens iemand te noemen, Hannibal had geleefd als een monnik, zou de wereld er niet anders hebben uitgezien dan als hij in elk stadje een ander schatje had gehad. Seksuele handelingen bieden zelden een verklaring voor het verloop van de wereldgeschiedenis.
In dit geval ligt dat anders. Het staat vast dat Kleopatra later een zoon had, Ptolemaios XV en dat ze na de moord op Caesar beweerde ze dat de dictator de vader was geweest. Die bewering is, zoals de elke bewering van elke politicus (m/v), ronduit verdacht. Ze verbond zich zo immers aan de partij rond Marcus Antonius, Octavianus en Lepidus (het Tweede Driemanschap) en eiste invloed op.
Gelukkig weten we meer. Caesarion, zoals de kleuter heette, is geboren op 23 juni 47 v.Chr. (onze kalender) en omdat een menselijke zwangerschap gemiddeld 268 dagen duurt, zal hij tijdens de belegering van het paleis zijn verwekt. Het is dus niet onaannemelijk dat Caesar inderdaad de vader was. Dat hij een zoon had en dat een koningin daarvan de moeder was, kan heel goed enkele keuzes verklaren uit de laatste weken van zijn leven.
Daarover blog ik later nog. Op 15 februari 2026, denk ik.
[Een overzicht van de reeks #RealTimeCaesar is hier.]
Dit is toch eigenlijk ook Grote Mannen Geschiedenis (m/v)?
Je kan die term ‘Egyptische nationale leger’ beter loslaten. Daar is eerder toch een terechte opmerking over gemaakt, denk ik.
Natuurlijk zijn deze stukjes grotemannengeschiedenis, maar kijk ook even naar wat ik schreef over de Lex Roscia.
https://mainzerbeobachter.com/2021/02/11/historische-gebeurtenis-de-lex-roscia/
Maar kwam die wet niet voort uit acute politieke noodzaak voor een ‘groot man…’
Terzijde, als de Senaat -zo goed als? – met Pompeïus meegevlucht was, wat voor lichaam nam die Lex Rosica aan als wet – een van de Volksvergaderingen?