[Slot van het op de deze blog onvermijdelijke overzichtsartikel over Julius Caesar. Het eerste deel was hier.]
De Tweede Burgeroorlog
In Rome keerde na een half jaar de rust terug en Pompeius, inmiddels hertrouwd, liet zijn nieuwe schoonvader tot consul kiezen: de behoudende Quintus Caecilius Metellus Pius Scipio. In de volgende maanden werden de regels voor de verkiezingen zó aangepast dat Caesar zich moeilijk kandidaat kon stellen. De Senaat was op ramkoers gegaan met de succesvolle generaal, die zijn troepen samentrok in de Moezelvallei en daar plannen voor een oorlog lijkt te hebben voorbereid. Het kamp bij Hermeskeil bij Trier is geïdentificeerd.
Een jonge Ptolemaïsche heerser, misschien Ptolemaios XIV, de jongere broer en echtgenoot van Kleopatra VII (Kunsthistorisches Museum, Wenen)
[Derde deel van een reeks over de Slag aan de Nijl, waarin Julius Caesar het Egyptische verzet tegen de heerschappij van Kleopatra VII brak. Het eerste deel was hier.]
Met de dood van Ptolemaios XIII was een einde gekomen aan de Alexandrijnse Oorlog. Caesar zal opgelucht zijn geweest. Hij moet hebben geweten van de onrust in het huidige Turkije en Andalusië, hij kan niet hebben geweten dat de Dalmatische problemen inmiddels waren opgelost en moet de ergste vermoedens hebben gehad over de republikeinen die zich in Tunesië verzamelden. Hij had nu tenminste zijn bewegingsvrijheid terug.
De val van Alexandrië
Dat de slag aan de Nijl nooit ver van Alexandrië gestreden kan zijn, blijkt uit het feit dat Caesar nog die middag kon terugkeren naar de hoofdstad van Egypte. We geven het woord weer aan de auteur van De Alexandrijnse Oorlog:
Caesar haastte zich langs de kortste weg over land met zijn ruiters naar Alexandrië en trok als overwinnaar de stad binnen aan de kant die door troepen van de vijand werd bezet. Hij kwam niet bedrogen uit in zijn verwachting dat de vijanden, als ze van dat gevecht hoorden, elke gedachte aan oorlog voeren zouden laten varen. (33; vert. Hetty van Rooijen)
Kleopatra VII, die het meeste profiteerde van de slag aan de Nijl (Koninklijke bibliotheek van België, Brussel)
[Tweede deel van een stuk over de Slag aan de Nijl, waarin Julius Caesar het Egyptische verzet tegen de heerschappij van Kleopatra VII brak. Het eerste deel was hier.]
De anonieme auteur van De Alexandrijnse Oorlog vertelt dat koning Ptolemaios XIII een dorp vóór zijn kamp had versterkt en met een palissades had verbonden met zijn eigen basis.
Bestorming van een dorp
Afgaande op de reconstructie die Kromayer & Veith geven van de slag aan de Nijl, zou dat dorp Abu al-Khazr geweest moeten zijn, maar ik ben niet overtuigd. Hoe dat ook zij, op 6 februari 47 v.Chr., nadat zijn soldaten een dag rust hadden gehad, nam Caesar het dorp stormenderhand in.
Een Bataafse ruiter steekt met twee paarden een rivier over. Gewoon te zien in het Valkhofmuseum, Nijmegen, dus het heeft weinig met de slag aan de Nijl te maken.
Als ik dit blogje over de slag aan de Nijl begin met de constatering dat het 26 maart was in het jaar waaraan Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius als consuls hun naam zouden geven, en als ik dat omreken naar 5 februari 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een aflevering van het feuilleton “Wat deed Julius Caesarvandaag gisteren 2069 jaar geleden?”
Zoals we eergisteren zagen was hij, na maandenlang belegerd te zijn geweest in het koninklijk paleis in Alexandrië, eindelijk in staat vrijuit te bewegen, want zijn tegenstanders hadden de blokkade opgeheven. De Egyptische troepen waren namelijk zuidoostwaarts getrokken om het leger van Mithridates van Pergamon, dat Caesar kwam ontzetten, te verslaan vóór het contact kon maken met dat van Caesar. Het Egyptische plan mislukte en Caesar en Mithridates voegden hun legers samen.
Waar dit alles zich afspeelde, we weten het niet. Het moet ergens ten zuidoosten van Alexandrië zijn geweest, dus in de richting van het huidige Cairo. De meanderende Nijl heeft de afgelopen twee millennia immers nogal wat klei afgezet. Kromayer & Veith meenden de diverse locaties nog te kunnen herkennen op Britse landkaarten, maar ik ben wat minder optimistisch over de mogelijkheid de gevechtsplaatsen terug te vinden.
Gem met portret van Caesar (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)
Als ik u zeg dat het 19 maart was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waaraan, vele maanden later, Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius als consuls hun naam zouden geven, en als ik dat omreken naar 29 januari 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u: het is tijd voor een stukje in het feuilleton “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”
Als u de laatste weken deze reeks hebt gevolgd, dan weet u dat het Egyptische leger van Ptolemaios XIII Caesar in Alexandrië had vast gezet, dat Caesar met moeite zijn aanvoerlijnen had opengehouden en dat een ontzettingsleger onderweg was. Ondertussen verzamelden Caesars tegenstanders zich in Dalmatië en het huidige Tunesië, wankelde het Romeinse gezag in wat nu Turkije heet, was het onmogelijk gebleken in Rome verkiezingen te houden en dreigde opstand in Andalusië.
Edict uit de tijd van Kleopatra over het asiel in joodse heiligdommen (Neues Museum, Berlijn)
Het was 15 maart in het jaar waaraan Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius als consuls later hun naam zouden geven. Ik reken het even voor u om: 25 januari 47 v.Chr. op onze kalender. En u weet: dit is weer een blogje over de vraag wat Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden deed.
En opnieuw gaat het niet over Caesar zelf, die nog altijd in Alexandrië is ingesloten door het Egyptische leger. Het ontzettingsleger van Mithridates van Pergamon heeft echter, zoals we een week geleden hebben gezien, voet aan de grond gekregen in Egypte en het voorlaatste bedrijf in de tragedie staat op het punt te beginnen: de catastrofale vernietiging van het Egyptische leger, de dood van de jonge koning Ptolemaios XIII en de val van Alexandrië. Het slot zal dan bestaan uit de herordening van het koninkrijk van Kleopatra.
Romeinse munt uit het jaar 47 v.Chr. (Teylers Museum, Haarlem)
Als ik u zeg dat het 6 maart was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waaraan Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius als consuls nog hun naam zouden geven, en als ik dat omreken naar 16 januari 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de niet geheel accuraat als “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?” aangeduide reeks blogjes.
Ik schrijf “niet geheel accuraat” omdat ook vandaag Caesar geen hoofdrol speelt. We laten hem, met de zwangere Kleopatra VII en haar broertje Ptolemaios XIV, achter in het koninklijke paleis in Alexandrië, waar hij wacht op de versterkingen die hij heeft gevraagd. En het is naar die versterkingen, die Caesar eind september (onze kalender) had ontboden, dat we gaan kijken.
Afbeelding van een zeeslag (Cimetero dei Giordani, Rome)
Als ik u zeg dat het 6 februari was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waaraan Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius als consuls hun naam zouden geven, en als ik dat omreken naar 19 december 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”
Hij zat nog steeds in het koninklijk paleis van Alexandrië, samen met Kleopatra VII en haar broertje Ptolemaios XIV. Ze werden daar belegerd door Ptolemaios XIII, die sinds kort stond aan het hoofd van het leger dat tot dan toe was gecommandeerd door Arsinoë IV en Ganymedes. Caesar had al wat versterkingen toegezegd gekregen en had gevraagd om méér, maar vooralsnog zat hij opgesloten en verliep de Alexandrijnse Oorlog niet naar zijn wens. Zijn aanvoerlijn was na de verovering van Faros weliswaar redelijk veilig, maar nog altijd precair. De auteur van De Alexandrijnse Oorlog, wiens naam we niet kennen, legt dat eens te meer uit.
Een Ptolemaïsche koning, niet per se Ptolemaios XIII (Archeologische Musea, Istanbul)
Als ik u zeg dat het 1 choiak was in het vijfde regeringsjaar van koningin Kleopatra VII en koning Ptolemaios XIII, en als ik dat omreken naar 1 december 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”
Hij zat nog steeds in het koninklijke paleis van Alexandrië, met niet alleen Kleopatra, maar ook haar broer Ptolemaios XIII, alsmede hun jongere broer Ptolemaios XIV. Ze werden belegerd door hun zus Arsinoë IV, die met generaal Ganymedes leiding gaf aan het nationale Egyptische verzet tegen de Romeinse aanwezigheid. Caesars positie was onlangs iets verbeterd doordat hij, toen het Zevenendertigste Legioen was aangekomen, het eiland Faros had veroverd en zijn aanvoerlijnen had veilig gesteld, maar verder leek zijn wereld in te storten. De republikeinen verzamelden zich in wat wij Tunesië noemen en in Dalmatië, Andalusië was onrustig, en koning Farnakes II had bij Nikopolis Caesars gouverneur Gnaeus Domitius Calvinus verslagen. Het was tijd concessies te doen en het Alexandrijnse wespennest te verlaten. Zo komen we bij een van de vreemdste gebeurtenissen uit de Alexandrijnse Oorlog: de vrijlating van Ptolemaios XIII.
Dit portret van Caesar komt niet uit Alexandrië maar uit Nijmegen (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)
Als ik schrijf dat het 7 januari was, dat Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius hun naam zouden geven aan het jaar, ook al waren ze nog geen consuls van Rome, en als ik een en ander omreken naar 21 november v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat weer eens bent beland in een stukje uit de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”
Antwoord: zwemmen.
De bezetting van Faros, waarover ik eergisteren schreef, was nog niet voldoende om de verbinding van het paleis van Alexandrië naar de zee te garanderen. Aan de stadskant van de Heptastadion-dam was een brug. Als de Egyptenaren die openden, konden ze met schepen vanuit het westelijke bassin van de haven de hoofdhaven in varen en de Romeinse schepen aanvallen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.