Faits divers (11): archeologie

Deze Olmeekse jaguar-vaas heeft alleen heel indirect iets te maken met het onderwerp van dit blogje, de archeologie, maar ik heb niks beters en ik vind het voorwerp wel heel erg mooi (Museum aan de Stroom, Antwerpen)

In de reeks faits divers deze keer wat recent nieuws over archeologie: good, bad, and important.

Het goede nieuws

Ik heb al vaker geblogd over de pogingen de verbrande boekrollen in Herculaneum te ontcijferen. Inkt was in de Oudheid met Arabische gom gebonden verbrande koolstof, dus het is lastig die te isoleren van de verkoolde papyrus. Het is zwart op zwart. De papyrusrollen waren bovendien opgerold toen de Vesuvius uitbarstte. Met een combinatie van hoogenergetisch licht en CT-scans komt het lezen van de oude teksten desondanks binnen handbereik. Aangezien er maar een beperkt aantal lettervormen is, kunnen we met artificiële intelligentie langzaam woorden herkennen.

Dat het lukt is geen nieuws. Men is er al jaren mee bezig – hier is een blogje uit 2019 – en er is al een (gratis te downloaden) publieksboek. Dat er inmiddels vooruitgang is, was al in oktober bekend. Maar dat van een van de rollen 5% van de woorden is ontcijferd, is een grotere stap voorwaarts dan verwacht. Een doorbraak is het niet, want de eigenlijke doorbraak was er al, en het is ook geen sprong vooruit. Maar wel een grotere stap dan verwacht.

Het slechte nieuws

De stichting die de Rotskoepel en de Al-Aqsa-moskee beheert, ontkent dat er op de Tempelberg een joodse tempel is geweest. Er kan dus niks waardevols in de bodem zitten en men doet grondwerk zonder archeologen. Het weggeworpen zand wordt verworven door het “Temple Mount Sifting Project”, dat het zand zeeft en er zo nu en dan archeologische vondsten uit haalt die strijk en zet moeten gelden als bewijs voor de joodse aanwezigheid in Jeruzalem en op de Tempelberg. Een aanwezigheid die de archeologie natuurlijk helemaal niet hoeft te bewijzen.

Deze week zijn twee Byzantijnse gewichtjes voldoende om te opperen dat er een kerk was op de Tempelberg. Behalve dat we dat al wisten, behalve dat twee gewichtjes niet bepaald bewijs zijn. Voor zover er nieuws is, is het dat het TMSP voor het eerst attendeert op iets dat niet meteen joods te noemen is. Al was de grens tussen joden en christenen in de Late Oudheid natuurlijk nog fluïde.

Het belangrijke nieuws

Het belangrijke nieuws betreft de uitvinding van het schrift. Zoiets is lastig te bedenken. We weten zeker dat het een keer in Mesopotamië is uitgevonden, waar de beginstadia archeologisch zijn te volgen. Van de Egyptische hiëroglyfen en het Indusschrift is vroeger beweerd dat het geen zelfstandige ontwikkelingen zijn geweest, maar dat ze zijn geïnspireerd doordat mensen hadden gezien wat Mesopotamiërs deden. Ik weet niet of dit nog steeds de egyptologische en indologische consensus  is, zo ze dat al is geweest. Het Chinese en de precolumbiaanse schriftsystemen zijn natuurlijk wel totaal onafhankelijk bedacht door Chinezen en Olmeken. Wat ik maar zeggen wil: schrift is een zeldzame uitvinding.

En nu is er nog een nieuwe uitvinding bij gekomen! En wel op het Paaseiland. Daar zijn een stuk of dertig (nog niet begrepen) teksten bekend, geschreven op hout. Twee daarvan hebben een koolstofdatering gekregen en dateerden uit de negentiende eeuw, dus van ná de aankomst van Jacob Roggeveen in 1722. Het schrift kon daarom zijn afgekeken van de Europese schriftsystemen. Nu liggen er echter vier nieuwe koolstofdateringen en een daarvan plaatst het Paaseiland-schrift terug tot de vijftiende eeuw.

Er zijn nu dus niet minimaal drie, maar minimaal vier uitvindingen van het schrift geweest. Een compliment dus aan de menselijke inventiviteit.

Deel dit:

11 gedachtes over “Faits divers (11): archeologie

  1. “Er zijn nu dus niet minimaal twee, maar minimaal drie uitvindingen van het schrift geweest”

    Maar dat kan je toch niet hieruit concluderen? Paaseiland was zeer waarschijnlijk al voor de 15e eeuw bevolkt. De mensen die het hebben bevolkt kunnen toch ook al het schrift gekend hebben en dus niet zelf uitgevonden hebben? Sterker nog, op WikiPedia lees ik “Volgens de legende kon Hotu Matu’a lezen en schrijven en bracht hij 67 tabletten met rongorongo-schrift naar Paaseiland mee”. (Hotu Matu’a geldt in diezelfde legende als één van de eerste bewoners). Nou is dit natuurlijk een legende en is dit WikiPedia, maar er is toch minstens een andere verklaring mogelijk.

    1. Ook al zou het schrift van Paseiland door een mythische voorvader zijn gebracht (Peru?), dan is dat nog steeds een onafhankelijke ontwikkeling, omdat die voorvader geen kennis kan hebben gehad van al bestaande schriftvormen.

  2. Karel van Nimwegen

    Ik zou persoonlijk de bizarre berichten vorige week over de bedwantsen toch ook hebben genoemd als voorbeeld van archeologische nonsens.

    1. Frans Buijs

      Dat was een hele zit, want het duurde zo’n tien minuten voordat het echt over de quipu’s ging. Maar het is wel mooi om te zien dat er steeds meer kennis over wordt opgedaan. Voorlopig ziet het er echter naar uit dat de quipu’s voornamelijk een telraam zijn en nog niet een echt schrift waarmee verhalen verteld kunnen worden, dus ik hoef mijn aankomende stukje over de Inca’s nog niet compleet te herschrijven. Maar dan nog blijft dit interessant en misschien blijk ik het in de toekomst wel helemaal mis te hebben!

Reacties zijn gesloten.