
[Ik was begonnen met een lijstje van verwachtingen die je kunt hebben vóór je begint aan onderzoek naar het vroegste christendom. Context hier, eerste deel daar en tweede deel daar.]
Verwachting 5: Rekkelijken en preciezen
Een algemene observatie: er zijn mensen voor wie religie belangrijk is, er zijn mensen voor wie religie iets is dat er nou eenmaal bij hoort en er zijn mensen voor wie religie onbelangrijk is. Tenzij er sprake is van massale geloofsverlating, zal de eerste groep de neiging hebben te gaan overheersen, domweg doordat deze mensen zich er meer voor inzetten. (Ik heb er eens over geblogd.) Je mag aannemen dat als het bestuur van een antieke tempel een beslissing moest nemen, de bestuursleden eerst advies hebben gevraagd bij degenen die het vaakst in het heiligdom waren. Idemdito in de synagoge. Idemdito in een christelijke gemeente. En als de overheid zaken moest doen met een religieuze groep, dan zou ze met deze mensen aan de praat raken.
Dit is in zekere zin heel natuurlijk en je kunt in elk geval zeggen dat de betrokkenen door hun grote inzet ook wel verdienen dat ze serieus worden genomen. Ze zijn echter wel een minderheid en niet representatief.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.