Theseus voor de rechter

Hippolytos en Faidra: mozaïek uit Pafos.

In de Griekse en Romeinse tijd trouwden meisjes zo rond hun vijftiende. Vaak waren hun echtgenoten aanzienlijk ouder, misschien wel tien jaar. Indien het voor de man om een tweede huwelijk ging, kon het dus gebeuren dat de zoon des huizes even oud was als zijn stiefmoeder. Je kunt je een voorstelling maken van de aantrekkingskracht die zo’n jonge man en jonge vrouw op elkaar kunnen hebben uitgeoefend. Ze vormt de achtergrond van een tragedie van de Atheense toneeldichter Euripides uit 428 v.Chr., de Hippolytos.

De plot is ongeveer dat Hippolytos, de zoon van Theseus, een geweldige jager is die uitsluitend offert aan Artemis en zo de jaloezie opwekt van Afrodite. Die zorgt ervoor dat Theseus’ tweede echtgenote, Faidra, verliefd wordt op haar stiefzoon. Omdat ze een vrouw van eer is, besluit ze het geheim te houden, maar het lekt uit en Hippolytos reageert kwaad, waarop Faidra zelfmoord pleegt – maar niet na op een schrijfplankje te hebben geschreven dat Hippolytos haar heeft willen aanranden. Als Theseus dit leest, vervloekt hij zijn zoon, die inderdaad om het leven komt.

Lees verder “Theseus voor de rechter”

Vooredeloudouders

Inscriptie uit Herwen: het graf van een soldaat Mallius. Hij zal her en der op deze planeet nog wel wat afstammelingen hebben. (Valkhofmuseum, Nijmegen)

Afgelopen dinsdag schreef ik:

De ontwikkelingen in het DNA-onderzoek gaan zeer snel en de humaniora hebben geen voorlichtingsbeleid, dus er zal in 2018 wel een krant zijn die kopt dat deze of gene meneer of mevrouw afstamt van een Romein. Dat doen we allemaal.

Iemand vroeg me hoe ik wist dat we allemaal Romeinse voorouders hebben. Ze voegde toe dat het vast een domme vraag was, maar dat laatste is onzin. Er bestaan geen domme vragen. Wel bestaan er domme, kortzichtige, nodeloos complexe, ontwijkende, gemakzuchtige, onnadenkende – kortom: met onvoldoende aandacht gegeven – antwoorden. De enige domheden die bestaan zijn (a) als je iets niet begrijpt, je vraag niet stellen en (b) als je iets wel begrijpt, daarover geen vragen stellen.

Lees verder “Vooredeloudouders”

Liefde en dood

Hippolytos en Faidra (RGZM)
Hippolytos en Faidra (Römisch-Germanisches Zentralmuseum, Mainz)

Ik heb in Terni ooit bij het graf van de heilige Valentijn gestaan, maar foto’s heb ik er niet van, dus ik zal op een andere manier aandacht besteden aan de feestdag van de patroon van de liefde, namelijk met het ivoorsnijwerk hierboven. Het stelt Hippolytos en Faidra voor, dateert uit de vijfde eeuw na Chr., is te zien in het Römisch-Germanisches Zentralmuseum in Mainz en is een goede kopie van het zogeheten “Querini-diptiek” uit Brescia.

Het verhaal van Hippolytos kennen we uit de gelijknamige tragedie van Euripides. Het is lang geleden dat ik die voor het laatst las, dus als ik haar verkeerd samenvat is dat mijn oude geheugen. Het gaat over een nogal enthousiaste jager, die de werken van gouden Afrodite versmaadt. Niet zonder reden is in het ivoorsnijwerk hierboven de linkse figuur nogal seksloos afgebeeld.

Lees verder “Liefde en dood”

Nobelprijs Geneeskunde

De Nobelprijs van Hendrik Lorentz (Teylers Museum, Haarlem)Rond het midden van de negentiende eeuw was de gemiddelde levensduurverwachting van een baby ongeveer veertig jaar. De zuigelingensterfte was hoog en de kinderziektes waren nog levensbedreigend. Een kind dat de eerste jaren van zijn leven doorstond, had echter een goede kans ook nog zestig of zeventig te worden.

Rond 1895 lag de levensduurverwachting al aanzienlijk hoger, rond 1970 was ze opgelopen tot zeventig en rond 1995 tot zo’n vijfenzeventig à tachtig. Toen ik tien jaar geleden mijn boekje over futurologie schreef, bestond er consensus dat we er rekening mee moesten houden dat mensen nog ouder zouden gaan worden, en inderdaad: twee weken geleden werd gemeld dat de helft van de westers meisjes anno 2013 mag verwachten honderd jaar oud te worden. Chronisch bejaard. Lees verder “Nobelprijs Geneeskunde”

Het antieke Rome in context

Doré’s weergave van de overbevolkte sloppen van Londen in de negentiende eeuw

[Dit is het laatste van een reeks artikelen over het dagelijks leven in het antieke Rome. Het eerste is hier.]

Omstreeks 1700 woonden er in Parijs ongeveer 530.000 mensen, in Londen een half miljoen, in Napels en Amsterdam 210.000, en in Rome zelf 150.000. Voor de voorindustriële tijd was de antieke hoofdstad van het Mediterrane imperium exceptioneel groot. In grote delen van de stad woonden meer dan duizend mensen op een hectare: meer dan bijvoorbeeld in het moderne Calcutta. De leefomstandigheden waren ook extreem slecht, en het is aannemelijk dat het één samenhangt met het ander.

Rome was een hypermacht: een supermacht zonder rivalen, die het zich kon veroorloven er een hoofdstad op na te houden die de opbrengst verteerde van een provincie of vijf. Verteerde: waar Parijs, Londen, Napels, Amsterdam en het achttiende-eeuwse Rome een uitgebreide nijverheid- en handelssector hadden, was deze in Rome van ondergeschikt belang (al moet het positieve effect voor de provincies van de door Rome uitgeoefende vraag niet worden onderschat). Voor zo’n halfparasitaire stad zijn parallellen: het Bagdad van de negende eeuw en Chang’an in China. Beide waren ook miljoenensteden, waar de vorsten woonden van imperia die in feite geen buitenlandse vijanden kenden.

Lees verder “Het antieke Rome in context”

7.000.000.000, deel 2

Newton

[Gisteren of vandaag zou deze planeet haar zeven miljardste bewoner erbij hebben gekregen. Een mooie aanleiding om een oud artikel over Robert Malthus, demografie en het ontstaan van de sociale wetenschappen af te stoffen. Dit is het tweede deel van een stuk dat in 2007 verscheen in Filosofie en bedrijf. Deel één is hier.]

Natuurwetten en menswetenschappen

Om het revolutionaire karakter van Malthus’ vorm van wetenschapsbeoefening te begrijpen, moeten we een flinke stap terugdoen in de tijd en ons bezighouden met enkele oude antwoorden op de vraag hoe we kunnen weten dat iets waar is.

In de Middeleeuwen bestond daarover geen twijfel. Alles wat in de bijbel stond, was waar. Als daarin over een bepaald onderwerp niets te lezen viel, kon men terecht bij een van de christelijke filosofen uit de Late Oudheid en als ook zij het antwoord schuldig bleven, dan waren er nog de Griekse en Romeinse geleerden. De middeleeuwers deden dus weinig om zelf kennis te vergaren, maar zochten het bij grotere deskundigen. De twaalfde-eeuwse filosoof Bernard van Chartres zei dat

wij zijn als dwergen, terechtgekomen op de schouders van reuzen. Wanneer we meer of verder kunnen zien dan zij, is het in geen geval door de scherpte van onze eigen blik of onze fysieke kwaliteiten, maar omdat we omhoog worden getild en zo de reuzenhoogte overtreffen.

Lees verder “7.000.000.000, deel 2”

7.000.000.000, deel 6

Malthus

[Gisteren of vandaag zou deze planeet haar zeven miljardste bewoner erbij hebben gekregen. Een mooie aanleiding om een oud artikel over Robert Malthus, demografie en het ontstaan van de sociale wetenschappen af te stoffen. Dit is het zesde deel van een stuk dat in 2007 verscheen in Filosofie en bedrijf. Deel één is hier.]

Bevolkingspolitiek

Vanaf de jaren vijftig was de noodzaak iets te doen aan de almaar toenemende omvang van de wereldbevolking evident, maar een antwoord was nog niet zo snel gevonden. De vrijheid om kinderen te verwekken en op te voeden is een erkend mensenrecht en het uitvoeren van een bevolkingspolitiek is op het eerste gezicht onmenselijk. Gelukkig komt er – met China in de jaren zeventig als belangrijkste uitzondering – in de praktijk weinig dwang aan te pas. De meeste echtparen willen namelijk helemaal geen groot gezin, en in veel westerse landen bestaat het tweekindergezin al lang. Dat dit ook elders als ideaal geldt, blijkt uit een enorm onderzoek waarbij driehonderdduizend vrouwen in vijftig derdewereldlanden werd gevraagd hoeveel kinderen ze wilden. In nagenoeg alle gevallen was dat de helft van het landelijk gemiddelde. (De wrange conclusie is dat een groot deel van de 400.000 kinderen die elke dag geboren worden, ongewenst is.)

Lees verder “7.000.000.000, deel 6”

7.000.000.000, deel 5

[Gisteren of vandaag zou deze planeet haar zeven miljardste bewoner erbij hebben gekregen. Een mooie aanleiding om een oud artikel over Robert Malthus, demografie en het ontstaan van de sociale wetenschappen af te stoffen. Dit is het vijfde deel van een stuk dat in 2007 verscheen in Filosofie en bedrijf. Deel één is hier.]

De toekomst

Hoewel het voorspellen van de toekomst een notoir lastige aangelegenheid is, is het voor beleidsmakers noodzakelijk althans een vermoeden te hebben van de komende ontwikkelingen. En over demografie zijn gelukkig redelijk betrouwbare uitspraken te doen.

Lees verder “7.000.000.000, deel 5”

7.000.000.000, deel 4

[Gisteren of vandaag zou deze planeet haar zeven miljardste bewoner erbij hebben gekregen. Een mooie aanleiding om een oud artikel over Robert Malthus, demografie en het ontstaan van de sociale wetenschappen af te stoffen. Dit is het vierde deel van een stuk dat in 2007 verscheen in Filosofie en bedrijf. Deel één is hier.]

De actualiteit van Malthus

Malthus’ idee dat de voedselproductie toeneemt volgens de reeks 1, 2, 3, 4, 5… mocht dan onjuist zijn, hij had in elk geval scherp gezien dat deze kon achterblijven bij de vraag en dat al te snelle bevolkingsgroei afschuwelijke gevolgen kon hebben. De Zwarte Dood die in 1347-1350 een derde van de Europese bevolking wegnam, hing samen met ondervoeding.

Lees verder “7.000.000.000, deel 4”

7.000.000.000, deel 3

Doré’s weergave van de overbevolkte sloppen van Londen in de negentiende eeuw

[Gisteren of vandaag zou deze planeet haar zeven miljardste bewoner erbij hebben gekregen. Een mooie aanleiding om een oud artikel over Robert Malthus, demografie en het ontstaan van de sociale wetenschappen af te stoffen. Dit is het derde deel van een stuk dat in 2007 verscheen in Filosofie en bedrijf. Deel één is hier.]

De empirische basis

Tegenover Malthus’ enorme wetenschappelijke triomf staat een even grote misser. Zijn stelling dat de voedselproductie toeneemt volgens de reeks 1, 2, 3, 4, 5… is namelijk uit de lucht gegrepen. In werkelijkheid blijkt economische groei een grillig proces te zijn, dat zich niet met een eenvoudige of complexe vergelijking laat beschrijven: het ene jaar kan de economie met twee procent groeien, het volgende jaar met een procent krimpen. Malthus zat er dus naast, maar hij kon weinig anders kon doen dan een ongegronde hypothese ventileren, want het voor een gefundeerde analyse benodigde cijfermateriaal was destijds niet beschikbaar.

Lees verder “7.000.000.000, deel 3”