[In eerdere stukjes (1, 2, 3) heb ik gewezen op enkele trekken van het Jezusmythicisme en geconcludeerd dat de aanhangers selectief winkelen: de scepsis over Jezus wordt niet ook toegepast op de rest van de Oudheid, waarvoor het bewijsmateriaal echter even zwak is. Ik heb ook getracht uit te leggen dat de iets minder sceptische houding van oudheidkundigen wel degelijk kan leiden tot conclusies die onafhankelijk zijn bevestigd. Nu kan ik eindelijk ter zake komen.]
Hoe komt het dat mensen die de Oudheid een leuk tijdperk vinden en die alleszins kritisch nadenken, toch gecharmeerd zijn van het mythicisme? Het is misschien zinvol erop te wijzen dat het probleem zich niet uitsluitend voordoet bij het Jezusonderzoek. De eerste keer dat ik kennis maakte met intelligente mensen die nuchtere wetenschappelijke interpretaties negeerden, betrof de Cyruscilinder, die in kringen van Iraanse nationalisten wordt beschouwd als ’s werelds eerste mensenrechtendocument, uitgevaardigd door een ideale heerser. Met deze mensen is geen zinvolle discussie mogelijk; anders dan de Jezusmythicisten, die doorgaans beleefd blijven, schrikken ze niet terug voor intimidatie. Dat geldt ook voor degenen die menen dat de oude Egyptenaren zwart waren. Ik ben er bovendien niet helemaal gerust op dat de bumperstickers die ik ooit in Griekenland zag, dat iedereen een oplawaai mocht verwachten die ontkende dat Macedonië al veertig eeuwen Grieks was, alleen maar grappig waren. Wat brengt intelligente mensen zo ver?
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.