De Bergrede (12): De andere wang

Sint-Nikolaas in actie als ketterpletter: hij slaat op de linkerwang.

De Bergrede, dat is toch een verdraaid aardige tekst. Ik schreef er al elf keer over. Even samenvatten: de redevoering is door de auteur van het Matteüs-evangelie samengesteld uit uitspraken uit de bron Q. Verder is de tekst geschreven tegen een achtergrond van lokale vervolgingen, in de tijd waarin keizer Domitianus de verhouding tussen joden en christenen op scherp zette. De Bergrede begint met de Zaligsprekingen – overigens een prachtvoorbeeld van het attentum facere dat de klassieke redenaars adviseren – en gaat dan over op de behandeling van een reeks halachische kwesties die qua vorm doet denken aan 4QMMT.

De strekking is vaak een radicalisering: wees volmaakt zoals God volmaakt is, want jullie zijn het licht van de wereld en het zout der aarde. Voorbeelden van deze radicaliseringen zijn smaad en overspel. Dat dit niet het oordeel is van Matteüs maar van Jezus zelf, is alleszins goed denkbaar, want bijvoorbeeld het advies geen eden af te leggen is meervoudig geattesteerd.

Lees verder “De Bergrede (12): De andere wang”

Verzoening, vergelding en ressentiment

De ark van Noach (Gevelsteen op de Schreierstoren, Amsterdam)
De ark van Noach (Gevelsteen op de Schreierstoren, Amsterdam)

Wie het jodendom belachelijk wil maken, hoeft de joodse Bijbel maar door te nemen en te kijken hoe God zich gedraagt. Maarten ’t Hart heeft ooit eens het aantal dodelijke slachtoffers geturfd dat de Schepper op zijn kerfstok heeft. Of kijk eens naar de Zondvloed, waarbij duizenden mensen om het leven komen. Dat oogt als een geweldsexces. Terwijl een almachtige God toch ook andere wegen moet hebben om de mensen weer op het goede pad te brengen.

Vergelding en verzoening

Het bovenstaande klinkt als een plausibel argument om de ongelooflijke slechtheid van het Opperwezen te tonen of te beredeneren dat de auteurs van de joodse Bijbel niet spoorden. Maar hier wil ik een kanttekening maken. Het Zondvloedverhaal veronderstelt dat er een periode van groot onrecht is geweest, waarin onschuldige mensen hebben geleden onder het kwaad. Dat God er water overheen gooit is niet bedoeld als ongedifferentieerde straf, maar is de vergelding die in het antieke wereldbeeld voor gerechtigheid noodzakelijk is. Een moord moet worden vergolden; natuurlijk kan God de moordenaar als bij toverslag omvormen tot goed mens, maar daarmee zijn het slachtoffer en zijn nabestaanden niet geholpen. Als God rechtvaardig is, is vergelding noodzakelijk.

Lees verder “Verzoening, vergelding en ressentiment”