Vorige week overleed Donald Kagan. De in Litouwen geboren Amerikaanse classicus is de auteur van een van de aardigste inleidingen tot de reeks conflicten waarin Athene, Sparta, Korinthe, Thebe, Argos, Syracuse en Macedonië in het laatste derde van de vijfde eeuw v.Chr. verwikkeld raakten. Daarover eerst iets, daarna over Kagan zelf.
Griekse oorlogen
Die conflicten begonnen bij Sybota (433), escaleerden tot de tienjarige Archidamische Oorlog (431-421), kregen een kort intermezzo dat bekendstaat als de Vrede van Nikias, werden vervolgd met een conflict op de Peloponnesos en vervolgens de Siciliaanse Expeditie (waarover ik toevallig volgende week blog), gingen over in de Ionische of Dekeleïsche Oorlog (413-404), die eindigde met de val vanAthene (404), dat zich herstelde, waarop de Korinthische Oorlog begon (395-387).
We hebben drie bronnen. De eerste is Thoukydides’ indrukwekkende maar onvoltooide geschiedwerk. Omdat deze auteur vóór de Korinthische Oorlog overleed beschouwde hij de gebeurtenissen van 431 tot en met 404 als één geheel, en daarmee maakte hij school. Historici duiden het vaak aan als de Peloponnesische Oorlog. Xenofon beschreef het vervolg, de Hellenika (“Griekse oorlogen” in de vertaling van Gerard Koolschijn). Tot slot is er Diodoros van Sicilië, de auteur van een samenvatting van eerdere geschiedwerken. Hij biedt een overzicht van de gehele vijfde en vierde eeuw, inclusief het heel relevante detail dat Sparta al in 431 v.Chr. Perzië om hulp vroeg.
Thoukydides
Het indrukwekkendst is Thoukydides. Het is onmogelijk zijn geschiedwerk te lezen zonder overdonderd te zijn door zijn analyse. In de internationale betrekkingen, zo redeneert hij, geldt vooral het eigenbelang. Macht is de doorslaggevende factor. Indrukwekkend is vooral de redevoering die hij de Korinthiërs in de mond legt op het congres waarin Sparta besluit ten oorlog te gaan: de machtsgroei van Athene was vooral te wijten aan de Spartanen, die het maar hadden laten gebeuren. De Atheners waren daarentegen rusteloos en vol energie geweest, lieten zich nooit afschrikken door een mislukking en hadden zo een imperium gebouwd. Aldus Thoukydides.
Tot degenen die overdonderd waren behoorde ook Donald Kagan. Zijn boeken The Outbreak of the Peloponnesian War (1969), The Archidamian War (1974), The Peace of Nicias and the Sicilian Expedition (1981) en The Fall of the Athenian Empire (1987) tonen een bijna obsessieve belangstelling voor Thoukydides. Hij vatte het allemaal samen in The Peloponnesian War (2003), dat ik beschouw als een van de best geschreven inleidingen. Zijn uiteenzetting van de oorzaken van de Archidamische Oorlog is glashelder, net zoals zijn analyse dat een democratie ook in oorlogstijd in staat is tot lange-termijn-beleid.
Oude en moderne oorlogen
In 1995 publiceerde Kagan On the Origins of War and the Preservation of Peace, waarin hij het uitbreken van de Archidamische Oorlog vergeleek met onder andere het ontstaan van de Eerste en Tweede Wereldoorlog en het niet-ontstaan van een wereldoorlog ten tijde van de Cubacrisis. Welke factoren waren beslissend voor de escalatie naar geweld?
Zulke vergelijkingen staan bekend als “het vergelijkend-oorzakelijk verklaringsmodel” ofwel “comparatisme”. Ze veronderstellen natuurlijk wél een geldig comparandum. Ofwel: de vergelijkingstheorie.
Donald Kagan vergeleek appels en peren. De welvaart die we te danken hebben aan de Industriële Revolutie heeft immers geleid tot enerzijds het inzicht dat er handigere manieren van zelfverrijking zijn dan oorlog en anderzijds voordien onbetaalbare vormen van crisisbeheersing. Je kunt een preïndustriële samenleving daarom niet zomaar vergelijken met een postindustriële samenleving.
Tenzij je mensen wil overtuigen van jouw visie op het heden en daarbij alle argumenten benut die je maar kunt verzinnen. Wie echter het verleden erbij haalt om het heden te duiden, is politiek bezig: denk maar aan Mark Rutte, die als historicus heus wel beter wist maar de hedendaagse vluchtelingenproblematiek probeerde te “verhelderen” door de val van het West-Romeinse Rijk erbij te halen. Dat is geen geschiedenis maar politieke retoriek.
Moderne oorlogen
Donald Kagan gaat op dit punt niet vrijuit. Van Thoukydides nam hij het inzicht over dat oorlogen konden uitbreken omwille van het prestige dat uitgaat van leiderschap. Imperialisme is, zo bezien, normaal en Kagan en zijn zoons Robert en Frederick inspireerden de neoconservatieve buitenlandse politiek van president Bush Jr. Het prestige van leiderschap pakte, zoals bekend, weinig gunstig uit voor Amerika en voor de Iraakse bevolking. Dat “the surge”, waartoe de Kagans adviseerden, Irak rust heeft gebracht, was alleen doordat de sji’ieten hun doelen hadden bereikt.
De moraal: je kunt van het verleden de verkeerde lessen leren. Bijvoorbeeld als je een eenentwintigste-eeuwse oorlog analyseert door de bril van een historicus uit de vijfde eeuw v.Chr. Er zijn grenzen aan de vergelijkbaarheid en je kunt een hedendaags conflict beter vergelijken met andere hedendaagse oorlogen. De blinde vlek van Thoukydides, die leefde in een veel armere samenleving dan de onze en niet anders weten kon, is dat er ook zoiets bestaan kan als supranationale samenwerking. Kagan had dat best kunnen weten, maar meende relevantie te moeten geven aan de Oudheid.
[In de reeks “Methode op Maandag” (MoM) probeer ik uit te leggen waarom de oudheidkundige wetenschappen wetenschappen zijn. De stukjes verschijnen niet elke maandag en ook niet uitsluitend op maandag, maar de reeks heet nou eenmaal zo.]
Alhoewel we nu in Afghanistan kunnen zien dat niet iedereen in de 21e eeuw leeft. Het zoveelste bewijs dat religie een totalitair politiek systeem is, net zoiets als het communisme.
De Taliban daarentegen zijn een typisch laat 20e, vroeg 21e eeuws verschijnsel, juist omdat ze totalitair zijn. Van Wikipedia:
“Totalitarisme is een politiek systeem waarbij de gehele maatschappij ondergeschikt wordt gemaakt aan het staatsidee en de politiek de gehele samenleving tot in de diepste geledingen doordringt.”
Tot vrij recent ontbraken de middelen hiertoe. Religie en totalitarisme sluiten elkaar beslist niet uit (nogal wiedes – georganiseerde religie is per definitie politiek), maar ook bepaald niet onlosmakelijk met elkaar verbonden. Jehovah’s Getuigen (voor wier geloof ik geen enkele sympathie heb), met hun zelfverkozen pacifisme, zijn niet in staat om een dergelijk politiek systeem op te tuigen.
Moskeeën kennen overigens bestuursverkiezingen.
De vraag is waarom er bewegingen zijn die een totalitair systeem willen hebben. Dat is meestal om wat als een bedreiging wordt gezien buiten de deur te houden. De Taliban wil niets van de moderne wereld (= nihilisme, materialisme, etc) weten.
De reden dat er ten tijde van de Cuba-crisis geen oorlog uitbrak, lijkt me een hele simpele: atoombommen.
Zoals meestal is dat te simpel. MAD gaat namelijk van de foute veronderstelling uit dat politici rationeel zijn.
“het inzicht … dat oorlogen konden uitbreken omwille van het prestige dat uitgaat van leiderschap.”
Appels en peren hebben ook overeenkomsten, zoals je zelf aantoont. Want inderdaad dacht ik meteen aan 2003.
“Het prestige van leiderschap pakte, zoals bekend, weinig gunstig uit voor Amerika”
Politieke leiders zijn mensen en mensen kijken nu eenmaal zelden verder dan hun neus lang is. Op korte termijn leverde de (Tweede) Irakoorlog de Amerikaanse politieke leiders wel degelijk prestige op. Bush won dan ook de presidentsverkiezingen van een jaar later.
Dit schrijf ik zonder je bezwaren tegen te spreken.
“Ze veronderstellen natuurlijk wél een geldig comparandum.”
Die veronderstelling wordt gerechtvaardigd door de evolutietheorie: Homo Sapiens is nauwelijks veranderd de afgelopen 2500 jaar. Politiek (en dus oorlog) is een menselijke zaak (we vergeten even de oorlogen die chimpansees en mieren voeren).
Je noemt het allerbelangrijkste verschil al. De Griekse politicus die in de 5e Eeuw BCE die naar supranationale samenwerking streefde was tot mislukken gedoemd. Zie de bondgenootschappen die destijds werden afgesloten. President Bush had wel een andere optie maar verkoos, itt zijn vader, eigenmachtig optreden toen hij de invasie van Irak beval. Dat was vanaf het begin duidelijk. Het verontrustende is dat
1. tot dusver geen enkele Amerikaanse president de supranationale samenwerking van voor 2003 heeft hersteld;
2. Europa (niet alleen de EU) niet in staat is dat te doen.
Natuurlijk hebben we de Oudheid niet nodig om te begrijpen dat de wereld sinds 2003 CE onveiliger is geworden en dat China en Iran (lokaal) er politiek profijt van hebben gehad. In die zin valt er van de eeuwige conflicten tussen de Griekse stadstaten helemaal niets te leren. Daaruit volgt echter niet dat een vergelijking alleen maar foute conclusies oplevert (wat je dan ook niet beweerd hebt).
Ik ben niet goed genoeg bekend met de Kagans om te beoordelen of hun steun aan de (Tweede) Irakoorlog de optie van supranationale samenwerking bewust verwierpen of er gewoon niet aan dachten. Het maakt niet veel uit. In het eerste geval waren ze kwaadaardig, in het tweede geval kortzichtig. Wellicht waren ze allebei. De gevolgen zijn hetzelfde.
Ik wil maar zeggen, met “je kunt geen appels met peren vergelijken” ben je mi te mild voor ze. De Tweede Irakoorlog is de grootste politieke blunder van de 21e eeuw tot nu toe en wel om zuiver Macchiavellistische redenen: sindsdien neemt de Amerikaanse dominantie in de wereldpolitiek gestaag af. Nou vind ik dat niet zo erg, maar wat er voor in de plaats komt is naar mijn onbescheiden mening achteruitgang.
Ik zie dit niet één, twee, drie veranderen. De Amerikanen die zichzelf (meestal onterecht volgens mij) progressief noemen zijn ook alleen maar met binnenlandse politiek bezig. Over supranationale samenwerking denken ze geen seconde na.
https://www.youtube.com/watch?v=ELD2AwFN9Nc
Ook voor die zogenaamde progressieven geldt America First en MAGA. Dat is inclusief de huidige president en het overgrote deel van zijn kiezers (zelfs die met tegenzin).
Mijn moraal van het verhaal: Kagan en co hebben inderdaad de verkeerde lessen getrokken (tenzij ze bewust de Amerikaanse neergang wilden bespoedigen). Athene ging in bondgenootschappen ook op de solotoer. We weten waar dat op is uitgedraaid; Kagan en co. hebben, opzettelijk of niet, dat risico genegeerd.
Van de precieze gevolgen had ik in 2003 geen idee, maar dat president Bush tegen het Amerikaans eigenbelang op iets langere termijn handelde was mij vanaf het begin duidelijk.
Politieke analyses van het verleden zijn dan ook wel degelijk relevant. Anders kunnen we het vak politicologie wel afschaffen. Je bezwaren staan uiteraard nog steeds overeind; ik vecht alleen de conclusie aan dat we helemaal niet moeten vergelijken.
NRC opinie gisteren van Carolien Roelants:
“Wapenstroom VS in jaren 80 hielp Taliban aan de macht
De Afghaanse catastrofe van vandaag heeft haar oorsprong in de Sovjetinvasie en Amerika’s Koude-oorlogreactie”.
Is nog waar ook.
Roelants verwijst naar https://www.amazon.com/Losing-Long-Game-Promise-Regime/dp/1250217032
Een van de Editorial Reviews: “”Phil Gordon has written a compelling, sweeping narrative of how American good intentions consistently and predictably go awry in the Middle East. As a scholar and practitioner of American foreign policy, Phil is in a unique position to be able to connect the dots – from Iran in 1953 to Syria in 2020 – to demonstrate how both Republican and Democratic presidents fall into the same traps when trying to force political change on Middle Eastern societies. Each chapter is a page-turning insider’s view into American interventions gone wrong, and the masterful conclusion, showing the common thread of hubris linking all our mistakes in the Middle East – should be required reading for any diplomat or military leader in training.”
―Senator Chris Murphy”
Het gaat niet alleen om verkeerd geleerde lessen, maar ook om niet geleerde lessen.
Wapenstroom VS jaren tachtig hielp de Taliban aan de macht…dat is veel te simpel.
Want? De VS hebben de Taliban flink ondersteund in hun strijd tegen de Sowjets. Daar plukken wij nu de vruchten van.
De Taliban, die veel te snel op een hoop gegooid worden met het vooral (niet eens uitsluitend) islamitisch geïnspireerd verzet (Mujahedin) tijdens de Sovjet bezetting, hebben nooit tegen de Sovjets gevochten (als beweging). Ze verschenen pas in 1994 op het toneel in de Afghaanse machtstrijd van na april 1992.
OK, twee loten aan dezelfde stam.
De Taliban zijn te beschouwen als een staat-in-wording, zoals een intelligent kenner me vandaag schreef.
? Bestuurlijk was het Taliban regime tegen 2001 een zooitje.
Dat gaan ze nu proberen beter doen denk ik. Maar ja, je kunt niet een modernere samenleving in stand houden als je de helft van bevolking thuis opsluit. Dat hebben ze in Iran toch beter begrepen. (Wat je verder ook over kan zeggen.)
De belangrijste les van de geschiedenis is misshien wel dat van de geschiedenis niet veel te leren valt. Wie dergelijke lessen zoekt, vindt meestal wat hij op dat moment nodig heeft en/of komt bedrogen uit.
De mens is dan wel de aflopen 100000 jaar niet veel veranderd, de omstandigheden wel. En homo sapiens heeft een enorm aanpassingsvermogen en een geweldig breed gedragsrepertoire, waaruit in verschillende omstandigheden gekozen kan worden.
Integendeel, de recente geschiedenis van Afghaanse regime wissels laat wel degelijk een patroon zien. Er valt best te leren van recente geschiedenis.
Wat dan? En waarom doen die Amerikanen dat niet?
Omdat verdorie bijna niemand zich echt in geschiedenis wil verdiepen. Mensen liever zichzelf horen praten met op zijn best voor een een kwart procent onderbouwde meningen. En ik weet waar ik het over heb.
Daarbij, er is nog een verschil tussen leren van geschiedenis (hoe hebben zaken zich ontwikkeld) en er een soort handboek met altijd opgaande regels uit willen samenstellen.
Wat we uit de recente Afghaanse geschiedenis kunnen leren is dat de Afghaanse ‘powerbrokers’ en hun personeel precies aanvoelen uit welke hoek de ideologische wind waait. En dan gaat het heel snel.
Je ziet die Taliban woordvoerders op de tv; ze spreken goed Engels en ze weten waar ze het over hebben. Ze willen daar geen ontwortelde westerse maatschappij. Alleen in de moderne wereld is dat onvermijdelijk. Dus ze kunnen daar wel een Islamitisch Emiraat willen, maar dat gaat niet lang leven. Economische crisis etc, want dat krijg je als je het de hele tijd over religie hebt.
Ach, dan verkopen ze wel weer een paar vrachtladingen opium.
Ja, de drugsgebruikers in het rijke Westen houden dat in stand.
Ben Spaans zegt “er is nog een verschil tussen leren van geschiedenis (hoe hebben zaken zich ontwikkeld) en er een soort handboek met altijd opgaande regels uit willen samenstellen.”
Nu lees ik wel eens iets over (technische) system identification en optimal control. Daar lijkt het nu wel een beetje op. Als er door de VS “mistakes in the Middle East” worden gemaakt, dan komt dat door een verkeerd model van de Middle East. En dan wordt er ingegrepen op de basis van een verkeerd model, met dus verkeerde gevolgen. Dus hoe weet je nu of je model goed genoeg is? Waarom heeft b.v. het Afghaanse leger zo snel de wapens neergelegd? Begrijpen wij dat wel?
Maar dat heeft allemaal niets met geschiedenis of de daaruit te leren lessen te maken. Je kunt op Afghanistan een politieke analyse loslaten, waarin Rusland China en vermoedelijk Iran een rol spelen, waarbij o.a. de vraag speelt wie de soldij van die 100000 Taliban soldaten betaald heeft. Rancune bij Putin kan een rol gespeeld hebben, of dat China een overeenkomst heeft gesloten dat de T zich niet met de Oeigoeren gaan bemoeien. Of…..En een emiraat kan prima bestaan als ze het Iraanse model van een bestuur door mullah’s hanteren.
Ik moet van Ben Spaans trouwens nog het eerste voorbeeld zien van een praktisch toepasbare les van de geschiedenis, die niet even goed of beter uit de evolutie, de anthropologie of de politicologie te leren valt.
En dan nog. De huidige polarisatie in de USA heeft er o.a. mee te maken dat Newt Gingrich het werk van Jane Goodall over de politiek bij chimpanzees aan jonge congresleden heeft aanbevolen. Chimpanzees hebben een enoirm conflictueuze cultuur van odnerlinge strijd. Maa rind eevolutie is samenwerking minstens zo belangrijk. Frans de Waal heeft verzucht dat als de mensheid eerst de bonobo’s had bestudeerd en daarna pas de chimpansees, dat er dan heel andere conclusies over onze aard getrokken waren.
“Je kunt op Afghanistan een politieke analyse loslaten”. Hopelijk een goede politieke analyse. Daarom is fact finding zo belangrijk. In de recensie over Phil Gordon staat “hubris”. Net als in een Griekse tragedie: het was niet de bedoeling, maar toch ging het helemaal fout.
De analyse zal het moeten doen met afwezigheid van veel relevante feiten omdat de betreffende actoren die geheim zullen willen en kunnen houden.
Je wilt een praktisch toepasbare les? Blijf weg uit Afghanistan als grootmacht, projecteer niet je eigen illusies op het land…
Kom in het algemeen nooit in een positie dat je als beleidsmakers ‘We’re here because we’re here. We’re here because we’re here, because we’re here..’ moet gaan mompelen.
Of doe zoals Djengiz Khan…
(En dit is ook machteloos gezwets van iemand die zich ooit intensief met dit land heeft beziggehouden. De waarheid? Geschiedenis is een hobbyproject. Kijk maar naar Kagan…Wil je dat dan horen…?)
Ja, dat speelt ook. Dat maakt de duiding van historische en politieke processen vaak ook moeilijk. Om maar te zwijgen over de academische economie of psychologie.
Dat wil niet zeggen dat we niets weten. Je kunt een redelijk idee hebben van de belangen en waarden van de relevante actoren, en ook is voor een deel wel duidelijk wat hun doeleinden zijn en welke middelen daarvoor worden ingezet. Het is bekend dat de Taliban $60mln per maand nodig hadden voor soldij. Het is bekend dat De Taliban een overleg met China hebben gehad en dat ze na afloop hebben verklaard zich niet met de Oeigoeren te zullen bemoeien. En ieder weet dat alleen de zon voor niets opgaat. De Russen hebben recent een prijs gezet op het hoofd van Amerikaanse militaiten. En er is vast nog wel meer.
Met dit alles kun je best iets redelijks neerzetten.