
Na de dood van Jezus beriepen diverse groepen zich op zijn leer. Ze legden verschillende accenten. Eén groep concentreerde zich op Jezus’ uitleg van de Wet van Mozes. In deze joods gebleven groep christenen lijkt de tekst ontstaan die bekendstaat als de Didache; hier circuleerden ook eigen evangeliën, waarvan wat zinnetjes over zijn. Deze groep lijkt Jakobus de Rechtvaardige in ere te hebben gehouden, Jezus’ in 62 geëxecuteerde broer. Zijn executie leidde tot een storm van protest onder de joodse leiders en de afzetting van de hogepriester. Dat bewijst dat Jakobus en zijn volgelingen golden als gewone joden.
Er waren meer groepen. Paulus haalde niet-joden bij het Verbondsvolk. Hier lag het accent op aanvaarding van Jezus als verlosser. De groep rond “de leerling die Jezus lief had” lijkt een vrij traumatische breuk te hebben gehad met andere joodse groepen. Hier was het accent gelegd op een platoonse uitleg van de relatie tussen hemel en aarde. We lezen over een Apollos, die ook aanhangers had. Weer iemand anders (we weten niet wie) vond leerlingen in Egypte, waar al snel een wonderlijke rijkdom aan nieuwe ideeën ontstond. Al deze groepen communiceerden met elkaar – om niet te zeggen dat ze ruzieden. Petrus zou op een of andere manier erkend zijn geweest als leider, maar ik verraad geen geloofsgeheim als ik zeg dat de brieven Paulus ruzie met Petrus documenteren.
Nag Hammadi
Tot zover wat we altijd hebben geweten. In de jaren veertig kwamen daar twee enorme tekstvondsten bij: enerzijds de Dode-Zee-rollen, die de joodse context van de Jezus-beweging documenteerden, en anderzijds de Nag Hammadi-geschriften. Dit is een verzameling van ruim vijftig, in het Koptisch gestelde teksten met een “gnostisch” karakter. Dat is de naam die de later als orthodox erkende christenen gaven aan enkele tegenstanders, maar het is wel duidelijk dat het etiket niet veel verheldert. De Nag Hammadi-geschriften zijn door Jacob Slavenburg en Wllem Glaudemans vertaald in het Nederlands.
Eén daarvan is de Eerste Openbaring van Jakobus. Het is een soort dialoog tussen Jezus en zijn broer, waarin de laatste zegt bang te zijn voor de dood en enkele spreuken leert waarmee hij na zijn dood kan opstijgen naar de hoogste hemel. Denk aan het Egyptische Dodenboek, dat soortgelijke wachtwoorden kent. Het Nag Hammadi-manuscript is geschreven in de vierde eeuw en geeft een oudere tekst weer, die misschien dateert uit de late tweede eeuw en waarschijnlijk uit de vroege derde eeuw.
Oxyrhynchos
De Nag Hammadi-tekst van de Eerste Openbaring van Jakobus is geschreven in het Sahidisch, het Koptische dialect van Opper-Egypte. Daar is in 2006 de versie van de Codex Tchacos bij gekomen, een boek dat vooral bekend is door het destijds met veel bombarie gebrachte Evangelie van Judas. Ook deze tekst van de Eerste Openbaring van Jakobus is in het Koptisch, maar beide manuscripten gaan via-via terug op een origineel in het Grieks, de taal waarin de christelijke geleerden zich nu eenmaal uitdrukten.
De ontdekking die de aanleiding is voor dit blogje, dateert uit 2017. Twee Amerikaanse onderzoekers, Geoffrey Smith en Brent Landau van de Universiteit van Texas, vonden bij de tienduizenden papyri uit Oxyrhynchos ook een Griekse versie van de Eerste Openbaring van Jakobus. Zoiets is gewoon leuk. Het verheldert ons beeld van de tekstoverlevering.
Het is hoe de oudheidkunde voortschrijdt. Niet met grote sprongen. Het gaat meestal met kleine stappen. Als je er daarvan genoeg zet, kom je toch verder. Daar mag ook weleens over worden geblogd.
Nog een aardigheidje: tus.sen de di.ver.se let.ter.gre.pen van het O.xy.rhyn.chos.ma.nu.script staan punt.jes. Die kennen we vooral uit schoolteksten. Het suggereert dat het Oxyrhynchosfragment diende als voorbeeld in het onderwijs. En dat betekent dat er in Oxyrhynchos weleens meer kopieën kunnen zijn geweest, afgeschreven door mensen die het vak van klerk nog moesten leren.
Eerste zin: twee keer beriepen. Interessant verhaal.
“Zoiets is gewoon leuk.”
Meer dan dat. Het bewijst dat taalanalyse van oudheidkundige geschriften een betrouwbare methodologie heeft. Toen er nog een Nieuwsbrief was: om helemaal blij van te worden.
Inderdaad heel interessant.
Jacob Slavenburg heeft de geschriften niet uit de grondtaal vertaald (want die beheerst hij niet) maar uit een Engelse vertaling. Slavenburg is een dilettant en veelschrijver waar elke serieuze wetenschapper zich verre van dient te houden, ook in een blog. Willem Glaudemans is neerlandicus en evenmin een kenner van het Koptisch. Voor zover ik mij herinner kwam zijn naam op de eerste editie van de De Nag Hammadi-geschriften-volgens-Slavenburg niet eens voor. Glaudemans promoveerde op Willem Frederik Hermans, maar gaf zich daarna over aan New Age-achtige schrijfsels. Wie de Nag Hammadi-geschriften in een vertaling wil lezen, hantere daarbij een van de wetenschappelijke vertalingen in het Engels.
Ach, wat is dit weer een interessante tekst over het Nieuwe Testament en vergelijkbare teksten.
Wat zouden Erasmus en Jonas samen heel erg boeiende gesprekken hebben kunnen voeren.