Een tijdje geleden schreef ik op deze plaats over Ontluikend christendom van de Vlaamse auteur Daniël De Waele. Het is een van de beste boeken die ik de laatste tijd heb gelezen. De auteur plaatst het christendom stevig in de joodse wereld waarin het is ontstaan en in de Romeinse wereld waarin het zich ontwikkelde. Hij presenteert het ontstaan van wat een wereldgodsdienst zou worden dus waar het hoort: in de antieke cultuur – en niet er tegenover.
Hoezo, Jeruzalem versus Athene?
Niet dat die tegenstelling onzinnig zou zijn. Er waren in de Oudheid christenen die zich afvroegen wat Jeruzalem en Athene met elkaar te maken hadden. Dankzij Christus was immers alles anders geworden. Wij hoeven hun inschatting echter niet over te nemen en mogen er zeker de aandacht op vestigen dat de christenen hun variant op het joodse monotheïsme uitdrukten in de literaire vormen en beeldende kunst van de toenmalige Romeinse wereld. De Waele toont prachtig dat christendom en klassieke cultuur niet van elkaar zijn te scheiden.
Het is niet het enige boek van zijn hand. In 2020 verscheen De ontdekking van het Nieuwe Testament, dat een inleiding biedt tot de in de titel genoemde bibliotheek. De vier evangeliën, de Handelingen, de brieven en de Openbaring vormen fascinerende lectuur. De vaste lezers van deze blog weten dat dit voor mij de zaterdagse studie vormt en dat ik er graag over blog.
Vergeten rijkdom
Vanuit een bepaald perspectief bezien is het echter jammer dat De Waele het als apart boek heeft gepubliceerd. De inhoud zou namelijk prachtig hebben gepast in De Waeles volgende boek, waarvan ik een PDF toegestuurd heb gekregen. Vergeten rijkdom gaat over de joodse literatuur uit de Oudheid.
Dat is niet hetzelfde als de joodse Bijbel: denk ook eens aan de apocriefe literatuur, de Dode-Zee-rollen, de diverse Aramese en Griekse bewerkingen, de Exagoge van Ezechiël of de rabbijnse literatuur. Het Nieuwe Testament zou daar eigenlijk ook in hebben gehoord. Zeker nu het perspectief op Paulus verschuift, moeten we constateren dat er in het Nieuwe Testament maar weinig is dat niet joods is. De breuk tussen jodendom en christendom werd immers pas officieel door de herziening van de Fiscus Judaicus en toen was het grootste deel van de nieuwtestamentische teksten al geschreven.
Misschien is de titel Vergeten rijkdom wat onhandig. Al die niet-bijbelse joodse literatuur, de vergeten rijkdom dus, is eigenlijk vooral: onderdrukte rijkdom. Bij het canonisatieproces zijn keuzes gemaakt en wat toen niet gold als geïnspireerd, werd minder vaak gekopieerd en maakte grote kans verloren te gaan. Het is alleen maar via een gelukkig toeval – namelijk via een omweg door Ethiopië – dat we nog beschikken over 1 Henoch, hoewel de tekst in het land van Israël lijkt te zijn geschreven en hoewel de vijf onderdelen van deze tekst destijds bepaald niet marginaal waren. Maar het was niet canoniek en kreeg weinig kopiisten. Hoeveel teksten helemaal geen kopiisten hadden, we weten het niet.
De onderdrukking van niet-canonieke materie is er nog steeds. In onze tijd wreekt het zich dat de wetenschapsvoorlichting veelal ondergeschikt is aan het verdienmodel van de boekenbranche. Veel niet-bijbelse joodse literatuur zou gewoon beschikbaar kunnen zijn, maar strandt omdat uitgevers financiële winst laten prevaleren boven culturele rijkdom.
De Da Vinci-code
Ik denk dat het echt belangrijk is dat we die verborgen, onderdrukte rijkdom wél tonen. In een van de recensies van Ontluikend christendom, overigens een positieve, merkte een classicus (wiens naam ik met de mantel der liefde bedek) op dat het boek vooral nuttig zou zijn voor mensen met belangstelling voor de Bijbel. Dat is klinkklare onzin. Geen oudheidkundige kan eromheen dat de ideeën van de antieke wereld niet alleen in het Grieks en Latijn maar ook in het Aramees en Hebreeuws zijn vastgelegd. Athene heeft alles met Jeruzalem te maken.
Het is zinvol het publiek kennis te laten maken met de hele antieke cultuur, dus ook de onderdrukte joodse rijkdom. Er is namelijk een vreemd mechanisme dat mensen hun eerste kennismaking met iets als maatgevend beschouwen. Iemand die via de Da Vinci-code voor het eerst kennis neemt van de niet-canonieke evangeliën, zal moeite hebben met het gegeven dat enerzijds het vroege christendom veelvormiger is geweest dan de kerk het heeft gepresenteerd en dat anderzijds Dan Brown een wel erg levendige fantasie heeft gehad. Het is echt moeilijk mensen daarvan te overtuigen. Backfire-effecten spelen daarbij een rol. Pas als de teksten (en liefst ook de hermeneutische methoden) gewoon ontsloten zijn, is een proactieve voorlichting mogelijk.
Vergeten rijkdom is een forse stap in de goede richting. Het plezier dat De Waele had in Het leven van Adam en Eva en het Boek van de hemelse paleizen (vertaald!) is merkbaar. Maar we hebben dus nog meer nodig – websites met name.
Ontluikend jodendom
Ik ben vorige week naar België geweest om eens koffie met De Waele te drinken. Hij vertelde dat hij nog twee boeken in de pen had. Het eerste is een boek over de wijze waarop godsbeelden in de loop der eeuwen zijn veranderd. Het andere is voor de lezers van deze blog misschien interessanter: een cultuurgeschiedenis van het Nabije Oosten.
In feite doet hij daarin voor het jodendom wat hij in Ontluikend christendom heeft gedaan voor het christendom: de context tonen waarin de verering van Jahweh ontstond, waarin de gedachte opkwam van een “uitverkoren volk” met een speciale verbondsrelatie, en de nadruk op één enkele cultusplaats. Je kunt alleen herkennen waar het bijzondere van het jodendom zit, als je herkent hoeveel het deelt met andere culturen uit het oude Nabije Oosten: de mythe van de gevallen godheid met Ugarit, het verhaal van de grote vloed met Babylonië, spreuken met Egypte en het concept van de ziel met de Grieken.
Maar goed, dat is toekomstmuziek. Het boek dat u alvast in bestelling kunt nemen, is Vergeten rijkdom. Het verschijnt in september.
“Dat is klinkklare onzin..”
Niet helemaal. Analyse van Bijbel- en apocriefe teksten interesseert me niet. Dat geldt voor cultuurgeschiedenis in het algemeen, met één uitzondering: de oude Grieken. Dat is onorigineel, ik weet het. Bovendien is het niets bijzonders, ik heb bv. ook geen belangstelling voor de genetica van fruitvliegjes.
Dat betekent ook dat ik niet vatbaar ben voor de spirituele flauwekul in de Da Vinci Code. Wel herkende ik meteen dat zelfs de plot mager is. Dan Brown was beslist niet de eerste die de RKK laat jagen om alternatieve geschiedenis omtrent Jezus geheim te houden. Rond 1985 las ik al een misdaadromannetje over het Evangelie van Jezus. Dat was mijn eerste kennismaking met de mogelijkheid van een niet-canoniek evangelie. Ik heb er niets aan overgehouden. Zelfs titel en auteur vergat ik binnen de kortste keren. Ik weet alleen nog dat het in Engeland speelde.
Ook als u niet bent geïnteresseerd in de Bijbel en de apocriefe teksten, hebt u ze nodig om de klassieke literatuur te interpreteren. Er bestaat maar één antieke cultuur, waarover we weinig weten. Een recensent hoort te begrijpen dat we ons niet kunnen permitteren kunnen een deel van de antieke bronnen te negeren.
Nee, maar een leek kan wel zelf bepalen wat hij wel of niet wil lezen. Zo vind ik dat veranderende godsbeeld dan juist weer interessanter dan de cultuur van het Midden Oosten.
Veranderend godsbeeld: jaren geleden las ik God, Een biografie, van JackMiles: de Joodse God verandert van geweldige strijder tot liefhebbende vader, zoiets. Zeer uitgebreid en boeiend.
De leek mag alles, maar van een recensent van een oudhistorisch boek mag je verwachten dat hij begrijpt welke data relevant zijn voor het onderwerp. Die zijn niet in één of twee talen geschreven, maar in allerlei talen.
Jeder soll nach seiner Fasson selig werden.
Eén van de dingen die kenmerkend zijn voor het totalitaire monotheïsme is het vernietigen van de literatuur en cultuur van ‘dissidenten’ en ‘concurrenten’ door de eeuwen heen.
Zo werd bijvoorbeeld bijna de gehele literatuur van de Samaritanen door de Judeeërs vernietigd. Om nog maar niet te spreken van het aantal menselijke slachtoffers.
Ik kijk uit naar het nieuwe boek.
“Hoeveel teksten helemaal geen kopiisten hadden, we weten het niet.”
Ik vraag me af, of voor deze probleemstelling het “unseen species model” uit de ecologische wetenschappen zou kunnen toegepast worden… Er verscheen onlangs een artikel over in Sciences magazine,
Zie: https://forgotten-books.netlify.app/#
Ik zit nu op een hotelkamer in Brussel maar ga er zeker naar kijken. Ziet er interessant uit!
@JL: dank je wel voor de vooraankondiging en de pre(?) recensie.
Ik vond het boek Ontluikend Christendom erg interessant en verhelderend. Hoewel ik nog steeds worstel met de vraag waarom het Christendom zo kon groeien in de eerste eeuwen van onze jaartelling. De wortels in de Joodse wereld en Romeinse wereld denk ik nu te begrijpen, op zijn minst voor een deel (ik ben niet zo van het verklaren van wat ik allemaal weet of begrijp).
Ook ik kijk uit naar het nieuwe boek van Daniel de Waele.
Mooie blog weer
Ik denk dat de interventie van de overheid een rol speelde. Constantijn gooide zijn gewicht in de schaal van degenen die meenden dat je, als je Christus vereerde, niet ook andere goden kon vereren. En van degenen die zo zijn steun kregen, was er vooral steun voor degenen die meenden dat er maar één correcte manier was om over Christus te denken.
Als ik iets mag zeggen over de foto’s van de zaal met de drie Bruegels op je twitter-account. Ik liep ruim een maand geleden door die zaal en toen waren er maar een paar mensen. Ik heb het weleens veel drukker meegemaakt. Het hele museum leek uitgestorven, want als ik er ben ga ook altijd kijken naar het drieluik in een andere vleugel van het museum van Leon Fréderic, de Kruitverkopers. Onroerend realistische armoede. Maar ik was de enige. Toen ik er was was er geen kopje koffie in het gehele museum te koop, laat staan een broodje. Ik bleek de enige niet die dat vervelend vond, werd me verteld. Vergeet niet te lunchen bij het Vlaamse Mort subite.
Kruitverkopers moet natuurlijk krijtverkopers zijn!
Op de laatste dag van de Domitianus tentoonstelling in Leiden was het zo druk dat ik af en toe niks kon zien vanwege al die mensen die er stonden, zodat ik er twee keer doorheen gelopen ben. En op andere afdelingen was dan weer niemand.
Dat is het commerciële dilemma voor een museum. Grote tentoonstellingen trekken veel inkomen, maar het aangebodene is slechts beperkt te zien. Veel bezoekers gaat het niet om het aangebodene, maar dat ze er geweest zijn. Dabei sein is alles, zeggen de Duitsers. En het schept onderscheid, zoals de Franse socioloog Bourdieu grimlachend zou vaststellen zonder dat het veel cultureel kapitaal oplevert. Als ik het onderwerp echt heel interessant vind beperk ik me tot het kopen van de catalogus bij de boekhandel.
Daar zit wat in, maar er komt nog iets bij: er is een grens aan wat je kunt opnemen aan mooie dingen. Als je een tentoonstelling hebt gezien en je wilt daarna ook de rest van het museum nog zien, dan komt er een punt waarop je gewoon genoeg hebt gehad. Bij het RMO denk ik wel eens: misschien moet je gewoon eens een middagje uittrekken voor de afdeling Griekenland. En dan weer weggaan. En de volgende keer Egypte. En de volgende keer weer wat anders.