Herodianen

Munt van Herodes Antipas (Bibelhaus, Frankfurt)

De Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus was in de eerste plaats politicus. Net als tijdgenoten als Ploutarchos of Dion Chrysostomos wilde hij leiding geven aan zijn volk: als generaal, als bondgenoot van de Romeinen, als partijganger van Agrippa II, als krijgshistoricus, als verzamelaar van oude verhalen, als apologeet, als autobiograaf. Eén van zijn standpunten is dat de Joden een volk van filosofen waren, dat er drie stromingen waren en dat de Joodse Opstand het werk was van een vierde, gewelddadige en aan het Jodendom vreemde filosofie. De drie zijns inziens echte stromingen waren de farizeeën, de sadduceeën en essenen, die in zijn presentatie corresponderen met de stoïcijnen, epicureeërs en pythagoreeërs.

Dode-Zee-rollen

Onzin natuurlijk. Het joodse leven was veel complexer dan dat. Dat weten we wel uit de Dode-Zee-rollen. En Josephus’ agenda is ook te duidelijk. Hij legt het jodendom in een Grieks-filosofisch procrustesbed om de schuld te kunnen geven aan een vierde stroming. Evengoed zijn die drie “erkende” halachische stromingen niet helemáál uit de lucht gegrepen. Het Nieuwe Testament noemt de farizeeën en sadduceeën eveneens. De essenen blijven onvermeld.

Lees verder “Herodianen”

Sinterklaas met boeken (bis)

(Boekhandel De Kler, Leiden)

[Zoals beloofd nog een tweede stukje over boeken om met Sint-Nikolaas cadeau te doen (en liefst ook te lezen). Met dank aan Roel Salemink van de Athenaeum-boekhandel in Amsterdam.]

Vertalingen

Afgelopen tijd was rijk aan nieuwe vertalingen. De gelauwerde vertaler Piet Schrijvers waagde zich aan een eigentijdse vertaling van het werk van Ovidius en kwam met twee gebonden uitgaven: De Gedaantewisselingen (Metamorfosen) en de Kalendergedichten (Fasti). Het mooie is dat bij beide boeken ook de Latijnse tekst is opgenomen. Ook van Harrie Geelen, classicus, illustrator (en man van vertaalster Imme Dros), verscheen op hetzelfde moment een vertaling van Ovidius, Metamorphoses. Voor een vergelijkend warenonderzoek van de verschillende vertalingen van de Metamorfosen verwijs ik u graag naar de website van Athenaeum, waar we een paar zinnen naast elkaar hebben gezet.

Naast Ovidius zijn er ook twee vuistdikke vertalingen verschenen van De Civitate Dei (de Stad van God) van Augustinus door Chris Dijkhuis, die na 40 jaar een eigentijdse vertaling maakte van dit belangrijke werk dat Augustinus schreef na de plundering van Rome door de Visigoten in het jaar 410. En daarnaast de Legenda Aurea (de Gulden Legende) van de dertiende-eeuwse Jacobus de Voragine, dominicaan, schrijver, bestuurder en aartsbisschop van Genua. Het is een boek vol heiligenlevens, dat beschouwd kan worden als inspiratiebron voor veel westerse kunst en literatuur. De vertaling is van Ton Hilhorst en Carolien Boink.

  Lees verder “Sinterklaas met boeken (bis)”

Vergeten rijkdom

Een tijdje geleden schreef ik op deze plaats over Ontluikend christendom van de Vlaamse auteur Daniël De Waele. Het is een van de beste boeken die ik de laatste tijd heb gelezen. De auteur plaatst het christendom stevig in de joodse wereld waarin het is ontstaan en in de Romeinse wereld waarin het zich ontwikkelde. Hij presenteert het ontstaan van wat een wereldgodsdienst zou worden dus waar het hoort: in de antieke cultuur – en niet er tegenover.

Hoezo, Jeruzalem versus Athene?

Niet dat die tegenstelling onzinnig zou zijn. Er waren in de Oudheid christenen die zich afvroegen wat Jeruzalem en Athene met elkaar te maken hadden. Dankzij Christus was immers alles anders geworden. Wij hoeven hun inschatting echter niet over te nemen en mogen er zeker de aandacht op vestigen dat de christenen hun variant op het joodse monotheïsme uitdrukten in de literaire vormen en beeldende kunst van de toenmalige Romeinse wereld. De Waele toont prachtig dat christendom en klassieke cultuur niet van elkaar zijn te scheiden.

Lees verder “Vergeten rijkdom”

Daniël De Waele, Ontluikend christendom

Een religieuze stroming in een uithoek van het Middellandse-Zee-gebied groeit uit tot de dominante religie van een imperium: de opkomst van het christendom is een van grote verhalen uit de Oudheid. Hierbij trekken twee vernieuwingen de aandacht. De eerste is het idee dat wie Christus vereerde, niet ook andere hemelse machten mocht vereren. In een wereld waarin iedereen zelf uitmaakte welke goden (meervoud) hij of zij vereerde, was dit ongebruikelijk. Nog eind vierde eeuw waren er mensen als generaal Bacurius, die in het ene gezelschap gebeden uitsprak voor Christus en in een ander gezelschap voor de oude goden. Dat was niet hypocriet, maar zoals het altijd was gegaan.

De tweede vernieuwing is de opvatting dat er één juiste manier zou bestaan om te denken over de goddelijkheid van Christus. Voor de Romeinen waren de bovennatuurlijke krachten alomtegenwoordig. De vraag op welke wijze iets of iemand goddelijk was, kwam daardoor niet meteen op. Die was meer iets voor filosofen. De andere Romeinen bekreunden zich meer om het volbrengen van de rituelen.

Lees verder “Daniël De Waele, Ontluikend christendom”