Communistisch Oezbekistan

Sovjet-oorlogsmonument in Fergana
Sovjet-oorlogsmonument in de Fergana-vallei (oostelijk Oezbekistan)

Ik eindigde gisteren mijn stukje over de geschiedenis van negentiende-eeuws Centraal-Azië met de laatste van de “vier vegen” waardoor het gebied zijn huidige vorm kreeg: op de aanvankelijke integratie van de gebieden waren de komst van de moslims en de Mongolenstorm gevolgd, waardoor de religieuze etnische grenzen waren getrokken, en gisteren arriveerden dus de Russen. Zij onderwierpen de khanaten van Centraal-Azië en namen die op in een groter economisch stelsel, waarbij de katoenteelt en -industrie een rol speelden. Een industrieel proletariaat en een middenklasse begonnen te ontstaan.

En die mensen, of ze nu Oezbeeks waren of Turks of Mongools of Russisch, hadden redenen om ontevreden te zijn. De katoenproductie was namelijk zó intensief geworden dat er soms voedselschaarste was.

Lees verder “Communistisch Oezbekistan”

Joseph Wolff in Buchara

Joseph Wolff
Joseph Wolff

Joseph Wolff, die ik gisteren noemde in mijn verhaal over Stoddart en Connolly, was een van die bijzondere mensen waaraan de negentiende eeuw zo rijk is. Geboren in Beieren leefde hij in Engeland; geboren als jood werd hij christen, zelfs dominee. En zijn avonturen zijn spannender dan die van Indiana Jones. In 1845 waagde Wolff zijn leven om te achterhalen wat het lot van de twee Britse officieren was geweest. En niet alleen dat: hij was ook op zoek naar de tien verloren stammen van Israël, die ergens in het oosten zouden moeten wonen.

Anders dan de twee eerdere bezoekers aan Buchara, las Wolff zich in. Hij leerde de plaatselijke zeden en gewoonten, begreep hoe de Centraal-Aziatische diplomatie werkte en zorgde voor passende geschenken: horloges en een Arabische vertaling van Robinson Crusoë, een boek dat elke moslim moet hebben doen denken aan het verhaal  van Hayy ibn Yaqdhan van de twaalfde-eeuwse geleerde Ibn Tufail, en dus in goede aarde zou vallen. Hij had wél geloofsbrieven bij zich, niet alleen van koningin Victoria maar ook van Mohammad Sjah van Perzië; toen hij de citadel beklom, deed hij dat lopend; toen hij emir Nasrallah benaderde, wierp hij zich, zoals het hoorde, ter aarde en riep dat God groot was. En dat niet de voorgeschreven drie keer, maar dertig keer. De vorst vatte meteen sympathie op voor zijn gast, liet zijn orkest “God Save The Queen” spelen en stuurde ’s avonds een oosterse schone naar ’s dominees slaapkamer.

Lees verder “Joseph Wolff in Buchara”

Stoddart en Connolly in Buchara

De audiëntiehof in de citadel van Buchara, waar noch Stoddart, noch Connolly de juiste geloofbrieven wist te tonen.
De audiëntiehof in de citadel van Buchara, waar noch Stoddart, noch Connolly de juiste geloofbrieven wist te tonen.

Ik schrijf dit in Buchara, een plaats die mogelijk heeft gediend als residentie van Spitamenes, de man die in het voorjaar van 329 v.Chr. Bessos uitleverde aan Alexander, te laat ontdekte wat de Macedonische heerschappij inhield, in de late zomer in opstand kwam en het de Macedoniërs behoorlijk lastig maakte. Een Macedonisch leger dat richting Buchara werd uitgezonden, werd aan de rivier de Polytimetos door de Sogdiërs vernietigd. Pas in 327, na de stichting van steden als Kampyr Tepe en door de vestiging van duizenden Griekse huurlingen werd het gebied voldoende worden gepacificeerd om Alexander zonder gezichtsverlies verder te laten trekken.

De Macedoniërs zijn dus nooit in Buchara geweest. Pas in de Middeleeuwen kwam het waterrijke gebied in de Kyzyl Kum-steppe onder westerse aandacht, maar het zou tot de negentiende eeuw duren voor het echt goed bekend werd. De wederzijdse ontmoeting verliep, voorzichtig uitgedrukt, niet al te best, zoals de Britse kolonel Charles Stoddart tot zijn verdriet ondervond.

Lees verder “Stoddart en Connolly in Buchara”

De eerste Oezbeken

Shahkrisabz
Shahrisabz

In mijn reeks (1, 2, 3, 4, 5, 6) over de geschiedenis van Centraal-Azië vertelde ik gisteren hoe de Mongolen in de dertiende eeuw de etnische kaart opnieuw tekenden. De oude, Iraanse volken trokken zich terug in Perzië en Tajikistan, terwijl het gebied dat wij kennen als Turkmenistan, Oezbekistan en Kazachstan werd overgenomen door de Mongolen en de Turkse volken. Dit was, om het beeld te herhalen dat ik al tot vervelens toe heb gebruikt, de derde van de vier “grote vegen” waartoe ik de geschiedenis van Centraal-Azië probeer te reduceren.

De menselijke prijs van de Mongoolse veroveringen was immens, maar er was één positief gevolg: van Boedapest tot Burma en van Beijing tot Bagdad vormde Eurazië een eenheid, waardoor de handel kon opbloeien. Marco Polo is maar één voorbeeld van een reiziger in dit gebied. Een minder voor de hand liggend voorbeeld is de pestbacil, die in de veertiende eeuw van Tibet naar de Krim kon reizen en daarvandaan zijn verwoestende werk kon doen in West-Europa.

Lees verder “De eerste Oezbeken”