MoM | Vergelijkingen (1)

Een herder: zomaar een beroep uit een agrarische samenleving

Een van de boeiendste klassieke auteurs is Appianus van Alexandrië. Om dat te begrijpen even dit: in zijn tijd waren alle historici nog methodisch individualisten, wat wil zeggen dat ze, als ze oorzaken zochten, alleen wezen op individuen. In zijn analyse van het uitbreken van de Romeinse burgeroorlogen kijkt Appianus echter verder: hij begreep dat er bovenindividuele factoren waren, die wij zouden aanduiden als werkloosheid, agrarische crises en schuldenproblematiek. Ik blogde er al eens over. In de zin dat hij zijn tijd een eeuw of achttien vooruit was, was Appianus een soort Archimedes. Wie zegt dat er in de geesteswetenschappen geen vooruitgang is en dat er alleen veranderende inzichten zijn, bewijst vooral zijn eigen onkunde.

Appianus roept ook dezelfde vragen op als Archimedes. Door welke omstandigheden zag hij het scherper? Waarom zagen anderen niet wat hij zag? Waarom pikten ze het niet op? Waarom herkennen hedendaagse wetenschappers het wel? Niet kapot te krijgen dus, Appianus, maar toen twee jaar geleden een (mooie) vertaling verscheen, benadrukten recensenten steeds de parallellen tussen de burgeroorlogen en de actuele politieke situatie. Dat is om drie redenen vreemd. Eén: het is zoiets als Archimedes gebruiken als bron voor het hellenistisch badwezen en vergeten dat hij als eerste een natuurwet beschreef. Twee: de vergelijking is op het obscene af platvloers. Drie: als Mark Rutte een even vulgaire vergelijking maakt tussen Europa en de ondergang van het Romeinse Rijk, klinkt er protest, maar als Appianus wordt gereduceerd tot lachspiegel, is het stilzwijgen oorverdovend.

Lees verder “MoM | Vergelijkingen (1)”

MoM | Vergelijkingen en relevantie

rutte
Historicus Mark Rutte in de bocht

In mijn vorige stukje vertelde ik dat de Oudheid voor ons relevant kan zijn, maar wees ik er ook op dat als je dit beargumenteert door invloed van de oude samenleving op de onze te claimen, je die invloed zult moeten aantonen. Eén van de dingen die je dient te bewijzen is een continuïteit van dat denkbeeld, van die institutie of van dat gebruik. Dat blijft vaak achterwege. Auteurs als Tom Holland, Paul Cartledge en Anthony Pagden nemen bijvoorbeeld aan wat ze dienen te bewijzen. Klinkklare kwakgeschiedenis.

Ik rondde mijn stukje af met de opmerking dat een andere manier om de Oudheid relevantie toe te kennen het maken van vergelijkingen was. Dit doen we in feite de hele dag door. We schrikken van de gebeurtenissen in Charlottesville omdat we meteen een parallel trekken met de gebeurtenissen in het Derde Rijk. Onze neiging tot het zien van overeenkomsten zit echter nog dieper. Zelfs als we een simpel woord als “stad” gebruiken, is al een vergelijking geïmpliceerd met andere nederzettingen.

Lees verder “MoM | Vergelijkingen en relevantie”

Grenzen

Marcus Aurelius (Liebieghaus, Frankfurt)

Een tijdje geleden kreeg ik het vererende verzoek advies te geven aan een documentairereeks over de Romeinen in de Lage Landen tijdens de regering van Marcus Aurelius (r.161-180). Het is leuk daar als historicus bij te zitten, want over die periode hebben we veel archeologische vondsten, maar nauwelijks bronnen. Het ligt dus voor de hand álle teksten te gebruiken die je kunt vinden, en ik heb dus geneusd in allerlei obscure teksten om te zien of er iets bij zat. Dat is leuk.

De andere betrokken hebben er ook plezier in. Zou het niet aardig zijn, opperde iemand, om gebruik te maken van de Overpeinzingen die de keizer zelf heeft geschreven? Is het niet geweldig een voice-over te laten vertellen wat de keizer dacht over een bepaald onderwerp dat in de documentaire aan bod komt?

Lees verder “Grenzen”