Qasr el-Azraq

Qasr El-Azraq

Azraq is een oase in de woestijn van het huidige Jordanië, een kilometer of tachtig ten oosten van de hoofdstad Amman. Het water trok mensen aan: de oase is sinds het Neolithicum permanent bewoond gebleven.

De oase voedt een wadi, de Wadi Sirhan, die voor Arabische stammen de snelste weg was om de Romeinse provincie Arabia Nabataea aan te vallen. Om daaraan een einde te maken, gaf keizer Septimius Severus rond 200 v.Chr. opdracht drie forten te bouwen, zo’n vijftien kilometer van elkaar af. Van het noordoosten naar het zuidwesten waren dat Qasr el-Useikhin, Qasr el-Azraq en Qasr el-Uweinid. Door in de woestijn de oases te bezetten, ontzegden de Romeinen hun tegenstanders de toegang tot het water, zodat het onmogelijk werd de steden in het eigenlijke Romeinse Rijk te bereiken. Er is een loepzuivere parallel met de Limes Tripolitanus in het noordwesten van het huidige Libië en het zuiden van Tunesië, die op precies hetzelfde moment is geschapen.

Lees verder “Qasr el-Azraq”

T.E. Lawrence in Aleppo

baron_hotel

Wie wat bewaart die heeft wat. De bovenstaande foto maakten we acht jaar geleden in Aleppo in wat in 2008 het Baron Hotel heette en een eeuw geleden Baron’s Hotel.

Niet alleen Lawrence overnachtte en dineerde er (en vergat zijn rekening te betalen), het is ook waar koning Faisal de onafhankelijkheid van Syrië uitriep, waar Agatha Christie Murder on the Orient Express schreef. Tot de andere gasten behoorden Atatürk, archeoloog Max Mallowan, Charles Lindbergh, president Nasser, Charles de Gaulle, Yuri Gagarin en – hoe kan het ook anders in de Syrische hoofdstad – Hafez al-Assad.

Lees verder “T.E. Lawrence in Aleppo”

T.E. Lawrence in Jordanië (4)

Wadi Rum
Wadi Rum

Ik heb eerder deze week driemaal (1, 2, 3) geschreven over Lawrence of Arabia, de Britse officier die tijdens de Eerste Wereldoorlog meevocht met de Arabische legers van Hussein van Mekka. Zij dekten de rechterflank van het Britse leger dat vanuit Egypte oprukte door Palestina. De officiële vijand was het Ottomaanse Rijk, maar er stond meer op het spel: het land van de Eufraat en de Tigris was spreekwoordelijk vruchtbaar en al in de negentiende eeuw hadden de Britten en Fransen grootse plannen gemaakt om het Midden-Oosten koloniaal te exploiteren. Dat was nog aantrekkelijker geworden toen er olie was ontdekt.

Hussein van Mekka steunde de Britten omdat de Britse Hoge Commissaris voor Egypte, Henry McMahon, hem had toegezegd dat hij zou worden erkend als heerser van een onafhankelijk koninkrijk. Zijn zonen Faisal en Abdulah, zijn generaal Sharif Nasir en zijn bondgenoot Audeh abu Tayeh: allemaal meenden ze dat de Britten daarmee hadden gedoeld op een rijk voor alle Arabieren. Misschien waren het wel de kanttekeningen van MacMahon, die erop neerkwamen dat er uitzonderingen zouden zijn voor de Joden, Druzen, Maronieten en Alawieten, die het zo geloofwaardig maakten dat de rest voor de Arabieren zou zijn.

Lees verder “T.E. Lawrence in Jordanië (4)”

T.E. Lawrence in Jordanië (3)

Het vertrek in Azraq waar Lawrence prins Faisal ontving.

[Dit is het derde van vier stukjes over Lawrence of Arabia. Het eerste is hier.]

De Arabische inname van Akaba, waarover ik gisteren schreef, zal de Turken niet echt hebben verrast. Ze wisten dat de stad bedreigd was en hadden geprobeerd haar te versterken. De Britten, die de haven zelf hadden willen overnemen, hadden gemengde gevoelens over de Arabische verovering, maar begrepen dat het in hun belang was te verhinderen dat de stad weer in Ottomaanse handen viel. Enkele uren nadat kapitein Lawrence was komen melden dat de Arabieren de haven in handen hadden, was een bevoorradingsschip naar Akaba op weg.

Voorlopig waren de Britten ook degenen die er het meeste baat van hadden. De legers van de opstandelingen trokken nu van het Arabische Schiereiland naar het noorden en dekten de flank van het Britse leger, dat vanuit Gaza Palestina wilde veroveren. Dat generaal Allenby kort voor kerstmis 1917 Jeruzalem kon innemen, was voor een deel te danken aan de parallelle bewegingen van de Arabische legers, die via Akaba werden bevoorraad.

Lees verder “T.E. Lawrence in Jordanië (3)”

T.E. Lawrence in Jordanië (1)

Wadi Rum

Gistermorgen heb ik in alle vroegte minutenlang gekeken naar het stille spektakel van de zon die van achter de bergen oprees over de Wadi Rum, een woestijngebied in het zuiden van Jordanië. Het was niet heel anders dan in de film Lawrence of Arabia en dat is ook niet zo vreemd, want die film is hier opgenomen.

De Britse officier T.E. Lawrence valt in het Midden-Oosten niet te vermijden. Als jonge geleerde schreef hij een boek over Kruisvaarderskastelen en later was hij betrokken bij de opgravingen van Karchemish. Foto’s die hij maakte in Beiroet documenteren hoe die stad er een eeuw geleden uitzag. Hij dankt zijn bijnaam aan zijn rol in de Arabische Opstand: de campagne uit de Eerste Wereldoorlog waarin de Arabieren hun onafhankelijkheid afdwongen. Daarover schreef hij een prachtig boek, Seven Pillars of Wisdom, waarmee hij zijn eigen legende schiep en bereikte dat hij in het Midden-Oosten onvermijdelijk steeds weer opduikt.

Lees verder “T.E. Lawrence in Jordanië (1)”

Libanese identiteiten (1)

De Sykes-Picot-overeenkomst
De Sykes-Picot-overeenkomst (Wikimedia Commons)

Wie de film Lawrence of Arabia heeft gezien, kent het verhaal. Tijdens de Eerste Wereldoorlog rukte de Britse generaal Allenby van Egypte op naar Palestina en Syrië. In zijn strijd tegen de Ottomaanse Turken kreeg hij de hulp van het leger van Arabische opstandelingen, gecommandeerd door de latere koning Faisal. Hem was toegezegd dat in de gebieden die op de Turken zouden worden veroverd, een Arabisch koninkrijk zou komen.

De Britten hadden echter meer afspraken gemaakt: met de Fransen was overeengekomen dat zij de veroverde zouden verdelen. Het kaartje toont deze zogenaamde Sykes-Picot-overeenkomst. Deze strijdige toezeggingen vormen de oorzaak van de huidge problemen in het Midden-Oosten.

Lees verder “Libanese identiteiten (1)”