De opvolging van keizer Augustus

Munt met Augustus en Agrippa (Musée d’Archéologie Nationale, Saint-Germain-en-Laye)

“De regerende keizer,” zo schrijven De Blois en Van der Spek in Een kennismaking met de oude wereld, “moest proberen te vermijden dat de legers – die feitelijk de grootste macht bezaten – na zijn dood eigen kandidaten naar voren zouden schuiven.” Dan zouden de burgeroorlogen herleven. Erfopvolging was de oplossing, vervolgen de twee oudhistorici, want “de soldaten voelden zich meer verbonden met de persoon en de familie van de keizer dan met de abstracte wetten en regels van de staatsregeling.”

Ik weet niet of het laatste wel helemaal waar is. Alsof gewone soldaten het belang van staatsrecht niet zouden begrijpen. Het eerste is echter wel degelijk waar: dat het leger zich met de vorst verbonden voelde, is goed gedocumenteerd. Augustus moet het als geen ander hebben geweten: hij had het leger van zijn oudoom en adoptiefvader Caesar geërfd. Zelfs al waren de legionairs gedemobiliseerd, ze keerden terug onder hun standaards om Octavianus te helpen.

Lees verder “De opvolging van keizer Augustus”