Generatie 9/11

In zijn essaybundel Imaginary Homelands observeert Salman Rushdie dat Groot-Brittannië een overzees imperium heeft vervangen door een empire within. Daarmee bedoelt hij dat de Engelsen altijd een neerbuigende houding hebben behouden tegenover anderen, of het nu ging om degenen die woonden in het ooit Britse India of om hun afstammelingen, wonend op de Britse eilanden. De outsiders waren ooit outside geweest maar ook nu ze within woonden bleven het outsiders.

Nederlands interne imperium

In Nederland is dat niet anders. Wie niet komt uit een oude Nederlandse familie, staat op achterstand. Ik vermoed dat elke lezer er wel iets van heeft gezien. Zelf heb ik gewerkt in de schoonmaak (met Turkse, Surinaamse en Marokkaanse collega’s), heb ik familie op Curaçao en had ik een relatie met een zwarte vriendin. Hoe diep de reflexen tegen het niet-westerse zitten, ontdekte ik toen ik een boek publiceerde over wat de Europese cultuur heeft ontleend aan oosterse culturen. Mijn betrokkenheid bij de multi-etnische samenleving is al met al niet wereldschokkend, maar ik zie wel eens iets van de complicaties.

Lees verder “Generatie 9/11”

Moses Shapira in Crooswijk

Toegangspoort en drenkelingenloods, begraafplaats Crooswijk

Vorig jaar rond deze tijd blogde ik enkele keren over Moses Shapira. De Pools-Duitse, in Jeruzalem gevestigde handelaar in oudheden kwam in 1872 in opspraak doordat hij vervalste Moabitische beeldjes had verkocht. Als je het verhaal leest, zie je hoe gewiekst hij de prijs opdreef door tegen Britse kopers te zeggen dat het Altes Museum in Berlijn zulk materiaal al bezat. Een van de bedrogenen was Herbert Kitchener, de latere veldmaarschalk.

Dode-Zee-rollen

De maker van de beeldjes was een zekere Salim al-Khouri en Shapira wist in 1872 nog de indruk te wekken dat hij nergens van had geweten. Zijn reputatie had echter stevige krassen opgelopen en toen hij elf jaar later in West-Europa aankwam met een oude Deuteronomium-rol, geloofde niemand dat die echt was. Dat er ooit elf geboden zouden zijn geweest, was natuurlijk vrij onwaarschijnlijk. En de man was dus ook niet heel geloofwaardig.

Lees verder “Moses Shapira in Crooswijk”

Literaire quiz (12)

Dat is het nadeel van al die lockdowns, dat ik niet meer kom op plekken waar je even een fotootje kunt maken van een literair monument. Ik heb even overwogen om u lastig te vallen met het standbeeld van de grote Perzische dichter Firdausi in Tus, Iran, en te vragen of u wist waar ditzelfde beeld stond (Villa Borghese, Rome), maar dat was wat al te blasé.

Edoch! Bovenstaande foto leent zich voor een leuke vraag.

Een pittige vraag bovendien, denk ik. U moet er rekening mee houden dat deze straat een nieuwe naam heeft gekregen. Als u gaat googelen, bedenk dan dat we sinds deze oude naam meer dan één spellingshervorming hebben gehad. Dat gezegd zijnde: achterin deze straat (dus bij het huis met het rode dak) kwam een beroemd literair personage wonen, op dat moment ongeveer acht jaar oud. Ik weet zeker dat als u het raadt, een blijde herinnering bij u terugkomt. Maar wie was het?

Lees verder “Literaire quiz (12)”

De archiefstukken over Moses Shapira

Overlijdensbericht van Moses Shapira (Het Vaderland, 12 maart 1884)

Eigenlijk had ik deze eerste april willen benutten om u iets te vertellen over de Moabitische vervalsingen waarbij Moses Shapira – ook wel aangeduid als Wilhem Shapiro en varianten op die naam – betrokken is geweest. Hij zou later met een vervalste Deuteronomium-rol naar West-Europa komen. Ik wilde dan later de Shapira-stukken tonen die de medewerkers van het Rotterdamse stadsarchief zo vriendelijk waren me te sturen.

Omdat echter laatst iemand beweerde dat die Deuteronomium-rol echt was, heb ik een deel van mijn kruit al verschoten, want die claim moest meteen gepareerd. Anders gaan mensen werkelijk denken dat de negentiende-eeuwse onderzoekers klungels waren of dat je wetenschappelijke uitspraken kunt doen over een document dat niet beschikbaar is voor onderzoek. U leest er hier meer over. De archiefstukken had u echter nog te goed en ik begin met het krantenknipsel hierboven.

Lees verder “De archiefstukken over Moses Shapira”

Babel in Rotterdam

Babel (© AM)

Tegenover mijn huis aan de Amsterdamse Bilderdijkkade lag vroeger de werf van de gemeentereiniging. Toen die uit de woonwijk moest verdwijnen mochten de bewoners meedenken over wat ervoor in de plaats zou komen. Ze zouden ook als eersten mogen intekenen voor de nieuwbouw. Dat liep uiteindelijk op een schoffering van de geïnteresseerden, maar daar zag het aanvankelijk niet naar uit en ook ik heb destijds een voorstel gedaan, namelijk een 90 meter hoge toren op de blauwdruk van de Etemenanki in Babylon, de beroemde “toren van Babel”.

Dat flatgebouw is er dus niet gekomen, maar iemand anders heeft hetzelfde idee gehad. Binnenkort zien we aan de Lloydkade in Rotterdam wat Amsterdam-West mist. Het project heet BABEL en ik kan een zekere jaloezie niet onderdrukken.

Lees verder “Babel in Rotterdam”

Poëzie

Ik kreeg een aardig boekje toegestuurd met de titel Lees! Ondertitel: “Vijftig gedichten uit de wereldpoëzie”, gekozen door Ahmed Aboutaleb, de burgemeester van Rotterdam. In zo’n bundel kan Jules Deelder vanzelfsprekend niet ontbreken, want de nachtburgemeester is in Rotterdam Aboutalebs enige collega. En de twee eerste burgers zijn het eens. “De Omgeving van de Mens is de Medemens”, schrijft Deelder, en Aboutaleb zegt het hem na:

Het is een selectie geworden van poëzie die voor mij persoonlijk veel betekent, doordat ze een brug slaat van de ene mens naar de ander.

Het is een leuke bundel, waarin Bram Vermeulen staat naast Rumi, Martin Bril naast Vivian Hester van Leeuwen en Quevedo naast Derek Otte. Lezenderwijs ontdekte ik dat vooral auteurs die in het buitenland zijn geboren en naar Nederland gekomen, me het meest troffen, zoals het onderstaande gedicht van Rodaan Al Galidi. Misschien wel omdat ik moest grinniken dat een burgemeester, toch bij uitstek de belichaming van de overlegcultuur, uitgerekend dit gedicht heeft geselecteerd.

Lees verder “Poëzie”

Rotterdam CS

Stoplichten zijn wellicht zinvol om na een aanrijding te bepalen wie opdraait voor de schade, maar voor het overige heb ik er nog weinig nuttigs aan kunnen ontdekken. Ik trek me er dan ook niet zoveel van aan en verraste mezelf toen ik in Rotterdam, hoewel ik toch een trein te halen had, zomaar bleef staan toen een voetgangerslicht op rood sprong. De naderende tram was nog een eind weg, bedacht ik verbaasd, er was geen ander verkeer, ik kon royaal oversteken – en toch bleef ik stilstaan. Waarom?

Pas toen realiseerde ik me dat het stationsplein zo mooi is. Het rode stoplicht was de aanleiding geweest die ik nodig had gehad om het even op me te laten inwerken.

Lees verder “Rotterdam CS”

De Grote Rotterdamse Roman

Ik hou van havensteden: Palermo, Iskenderun, Hamburg, Istanbul, Napels, Antwerpen, Thessaloniki, Pula, Sidon… de hele wereld spoelt er aan. Zeg “havenstad” en je hebt het over kosmopolitisme, met alle mooie en lelijke kanten. Dat geldt ook voor Rotterdam: een stad vol mooie moderne architectuur (om een droevige reden), multicultureel, met de grootstedelijke problematiek én de grootstedelijke vrijheid van een wereldhaven. Een stad met humor ook: het is waar ik ooit, kort na de beruchte uitspraak van Geert Wilders, een Marokkaanse marktkoopman hoorde roepen “Marokkaanse sinaasappels, willen jullie meer of minder?!”

Rotterdam treft me steeds opnieuw als de stad waar in Nederland de tegenstellingen het scherpst zijn. Dat maakt het boeiend. Christian Jongeneel, met wie ik aan het Weena weleens een biertje heb gedronken, moet hebben geweten dat hij goud in handen had toen hij zijn stad maakte tot hoofdpersonage van zijn debuutroman Magda is overal. Voeg toe dat Jongeneel als journalist een geroutineerd schrijver is – dit pamflet is viral gegaan – en u weet dat Magda is overal niet mislukken kon.

Lees verder “De Grote Rotterdamse Roman”

Der Himmel über Rotterdam

Twee weken geleden had ik een vergadering in café Engels in Rotterdam. U kent het vermoedelijk wel: het zit in het Groothandelsgebouw, op een steenworp van het Centraal Station. Ik kom er graag. Je ziet er al die mooie hoge flats – ik hou wel van die moderne architectuur, al weet ik door welke trieste reden Rotterdam zo’n modern stadscentrum heeft. Het station zelf vind ik trouwens ook adembenemend en dan vooral de letters waarmee “Centraal Station” op de façade staat geschreven.

Omdat ik met de trein kwam en dus was voorbereid op ellende, maar omdat die ellende was uitgebleven, was ik een uur te vroeg voor mijn afspraak en daarom ging ik in een hoekje bij de ingang zitten. Kopje koffie, computer op schoot: anders dan in de trein, waar je gedwongen bent te luisteren naar andermans gesprekken, kun je je in een café concentreren. Het uur vloog voorbij zonder dat ik mijn vergadergenoten had gezien. Ik wijdde er een appje aan: als jullie aankomen, ik zit naast de ingang.

Lees verder “Der Himmel über Rotterdam”