Een Arabische Uriabrief

Decoratie uit Al-Hira (Archeologisch Museum van Basra)

Al-Mutalammis was een pre-islamitische Arabische dichter, die verkeerde aan het hof van de christelijke koning ‘Amr ibn Hind (r.554–569) in het Iraakse al-Hīra, even ten zuidoosten van Najaf. Ook zijn neef Tarafa ibn ‘Abd was daar. Dat was een veel belangrijkere dichter, die tot vandaag de dag beroemd is gebleven, terwijl Mutalammis maar een klein oeuvre had, dat ook nog voor een groot deel handelde over zijn traumatische ervaring met koning ‘Amr en de zogenoemde Mutalammisbrief (sahīfat al-Mutalammis).

Hofdichter

Hofdichters hadden indertijd de taak de koning en diens stam te bezingen in lofdichten en diens vijanden of andere minderwaardige personen of stammen uit te schelden in scheld- of smaadgedichten. Soms liep dat echter anders: wanneer een dichter bij voorbeeld slecht gehumeurd was, een kater had, zichzelf overschatte, in ongenade viel, of als de vorst erg treuzelde met het uitkeren van eregelden werd er ook wel eens een smaaddicht op de goedgunstige heer zelf gedicht. De dichters maakten royaal gebruik van hun vrijheid van meningsuiting en scholden dat het een aard had.

Lees verder “Een Arabische Uriabrief”

Hamlet de Deen

Runen-inscriptie: gedenksteen voor koning Sigtrygg

Eergisteren bezochten we de oude Vikingstad die in Duitsland Haithabu en in Denemarken Hedeby wordt genoemd. Ik adviseer de eerste naam te gebruiken, omdat de Deense /d/ onuitspreekbaar is.

Stad op de istmus

Het gaat om een grote, vroegmiddeleeuwse stad, omgeven door een ringwal (kijk maar), gelegen op de Deense istmus. Dat is de plek waar de afstand tussen de Oostzee en Noordzee het kortst is. De bewoners van Haithabu gebruikten ossenkarren om schepen van de ene naar de andere zee te slepen. Hier ligt ook de enorme muur die het zuiden van Jutland moest beschermen tegen de Saksen in noordelijk Duitsland, de Danevirke. Haithabu lag dus strategisch.

Enkele Vikinghuizen zijn herbouwd en er is een erg mooi, zeker te bezoeken, rustig museum, waar onder andere de oude technieken worden uitgelegd en wordt getoond tot waar handel werd gedreven: Byzantium in het verre oosten en in het westen Dorestad en de Frankische gebieden. Karel de Grote kon een muntstelsel invoeren dankzij het zilver dat hij via de Vikinghandelaren verwierf uit het Abbasidische kalifaat van Bagdad. Helemaal in het verre westen waren de Engelse steden de handelspartners van Haithabu.

Lees verder “Hamlet de Deen”

Anatolische beschavingen: IJzertijd

De IJzertijd kende enorme monumenten, zoals het zogenaamde “graf van koning Midas” in Gordion

[Dit is het vierde deel van een reeks over de Brons- en IJzertijd van Turkije; het eerste deel is hier.]

De IJzertijd begon. De ontruiming van de Hittitische hoofdstad Hattusa, rond 1200 v.Chr., was een teken des tijds geweest. De oude netwerken waarmee tin en koper waren geruild (de bestanddelen van brons), vielen uiteen. Wat restte was het goedkopere ijzer, dat overal te vinden is. Kleine én ooit grote staten schakelden erop over, en dat had een democratiserend effect: de supermachten van weleer hadden geen strategische voordelen meer. Tegelijk en samenhangend met de instorting van de grote Bronstijdrijken en de opkomst van de IJzertijdrijkjes, waren er migraties, die meestal worden aangeduid als de “Zeevolken”: in Anatolië breidden de noordelijke nomaden hun invloed uit naar het zuiden, in het zuiden van de Anatolische hoogvlakte lag het koninkrijkje Muski, vanuit het zuidoosten kwamen de Arameeërs, en vanuit het noordwesten trokken de Frygiërs het gebied binnen.

Moderne kopie van een van de Neo-Hettitische orthostaten in Arslantepe
Moderne kopie van een van de Neo-Hittitische orthostaten in Arslantepe

Van deze laatsten was de hoofdstad Gordion, die tot op de huidige dag wordt gedomineerd door talloze grote grafheuvels. In een ervan ligt, naar men wel beweert, de legendarische koning Midas begraven. We beklommen de citadel, waar eeuwen later Alexander de Grote de beroemde “gordiaanse knoop” zou doorhakken. De Frygiërs lieten ook hun sporen na in Ankara en Hattusa, waar mooie standbeelden zijn gevonden van de moedergodin (meer…), en in Alacahöyük. Er is wel geopperd dat het zojuist genoemde koninkrijk Muski identiek is aan Frygië, maar volgens mij is dat topografisch onmogelijk.

Ondertussen waren er ook nog staten die in de IJzertijd de tradities voortzetten van het oude Hittitische Rijk uit de Bronstijd. Helaas lukte het ons niet om Karchemis te bereiken (een ingecalculeerde mislukking overigens – we rekenden er niet echt op), maar we bezochten wel het prachtig in een bos aan een meer gelegen Karatepe, de opgraving van Zincirli en het fenomenale Arslantepe. Ook hier leefden de kunstenaars zich uit in mooie stadspoorten en fraaie orthostaten. Ik ga zeker nog eens terug om deze steden te bekijken, met – hopelijk – wat meer kans op succes in Karchemis.

Muzikanten op een Neo-Hettitische orthostaat in Karatepe
Muzikanten op een Neo-Hittitische orthostaat in Karatepe

Deze zogeheten Neo-Hittitische staatjes bleven, met Aramese en andere invloeden, nog enkele eeuwen bestaan. Wat in Griekenland wel eens wordt aangeduid als de “Dark Ages”, is dat in Turkije beslist niet meer, al zou ik ook weer niet zo ver willen gaan te beweren dat we ons bevinden in het volle licht der geschiedenis.

Eén Neo-Hittiet wil ik nog noemen: Uria, een soldaat die (volgens de Bijbel) in de tiende eeuw in het verre Jeruzalem koning David diende. De vorst werd verliefd op Uria’s echtgenote, Batseba, en stuurde haar man naar het front met een brief aan zijn commandant, waarin de koning opdracht gaf aan zijn commandant om de brenger van de brief aan het front te laten strijden, opdat hij zou sneuvelen. Het is maar één kijkje naar de details van het leven in deze tijd. Ik zou er graag meer hebben, en wie weet wordt in Karchemis, Karatepe, Zincirli of Arslantepe nog eens een stevig kleitablettenarchief gevonden.

[wordt vervolgd]