Misverstand: Hangende tuinen

Wat dit beeld van Jacquel Brel in Brussel te maken heeft met de hangende tuinen van Babylon, ontdekt u aan het einde van dit blogje.

Misverstand: In Babylon waren Hangende Tuinen

Terwijl in Italië en Griekenland de eerste steden ontstonden, werden de oeroude steden van het Nabije Oosten verenigd in één wereldrijk, dat aanvankelijk werd bestuurd door de Assyriërs uit het noorden van Irak, en na 612 door de Babyloniërs, die leefden aan de benedenloop van de Eufraat en de Tigris. Hun hoofdstad Babylon gold als de culturele hoofdstad van het oude Nabije Oosten. Sommige monumenten zijn beroemd geworden, zoals de stadspoort die tegenwoordig staat in het Vorderasiatisches Museum in Berlijn of de negentig meter hoge tempeltoren die was gewijd aan de oppergod Marduk: de “Toren van Babel”. Niet minder fameus zijn de Hangende Tuinen die koning Nebukadnezar II (r. 605-562) zou hebben laten bouwen voor zijn koningin, een jonge vrouw uit het huidige Iran die terugverlangde naar de bergen van haar vaderland.

Deze tuinen worden genoemd door verschillende Griekse auteurs: de geograaf Strabon, de historicus Flavius Josephus, de redenaar Filon van Byzantion en Kleitarchos, die een biografie schreef van Alexander de Grote. Dat boek is verloren gegaan maar wordt geciteerd door de Siciliaanse historicus Diodoros en diens Romeinse collega Curtius Rufus. Bronnen genoeg dus. Het beeld dat we krijgen is dat van een tuinencomplex van anderhalve hectare groot, even hoog als de stadsmuren en rustend op zware fundamenten van natuursteen.

Het vervelende is dat al deze bronnen zijn geschreven in het Grieks en Latijn. De Hangende Tuinen worden niet genoemd op de tienduizenden Babylonische kleitabletten, zelfs niet in de lijst van bezienswaardigheden met de titel TINTIR is Babylon. De archeologie helpt ons ook al niet verder. De stad is aan het begin van de twintigste eeuw opgegraven, maar archeoloog Robert Koldewey (1855-1925) kon niet vaststellen waar de beroemde tuinen hadden gelegen. Uiteindelijk wees hij maar wat brokken natuursteen aan als de fundamenten van het wereldwonder, maar dit was een erkende verlegenheidsoplossing.

Onlangs is geopperd dat er sprake moet zijn van een misverstand en dat het wereldwonder in feite heeft gehangen in de Assyrische hoofdstad Nineveh. Het kan waar zijn, want veel Griekse auteurs verwarden Assyrië en Babylonië. Een alternatieve verklaring is dat het zou gaan om het paleis van koning Nebukadnezar in Babylon, waar in elk geval tuinen zijn geweest – dus waarom geen daktuin?

Maar misschien zijn deze hypothesen wel helemaal niet nodig. Elke Amsterdammer die wel eens de weg is gevraagd naar de door Jacques Brel bezongen kroegen van de “Port d’Amsterdam” weet dat toeristen, zelfs als ze een stad hebben bezocht, in staat zijn hun landgenoten totaal fictieve monumenten te beschrijven, en geloof te vinden voor die verzinsels. Kleitarchos, wiens betrouwbaarheid al in de Oudheid werd betwijfeld, kan de Hangende Tuinen heel goed hebben verzonnen en daarmee alle latere auteurs, om het wat ongelukkig uit te drukken, om de tuin hebben geleid.

Literatuur

Zie voor deze materie R.J. van der Spek, in ‘Berossus as a Babylonian Chronicler and Greek Historian,’ in: R.J. van der Spek (red.), Studies in Ancient Near Eastern World View and Society, Presented to Marten Stol on the Occasion of his 65th Birthday (2008) 277-318. Zie ook dit blogstukje.

Nu u hier toch bent…

Door de coronacrisis ben ook ik aan huis gebonden. Terwijl ik graag wat had gedaan om mijn boek te promoten over de wedloop tussen papyrusvervalsers en wetenschappers, Bedrieglijk echt. Dat de oudheidkunde wordt gebruikt om de winst van zwarthandelaren op te drijven, vond ik namelijk verontrustend en had ik wel wat meer over het voetlicht willen brengen. Dus bestel, lees en bespreek dat boek. Of bekijk dit filmpje. Ik ben trouwens ook beschikbaar voor betaald schrijfwerk.

[Oorspronkelijk verschenen in mijn boekje Spijkers op laag water (2009)]

Deel dit:

9 gedachtes over “Misverstand: Hangende tuinen

  1. Niet om het een of ander, hoor, maar dan heb je toch het probleem dat die hangende tuinen deel uitmaakten van de zeven wereldwonderen- waarvan er dus zes wel degelijk bestonden. Hoewel minder in aantal, zul je ook toentertijd toeristen hebben gehad die ze probeerden allemaal met eigen ogen te bewonderen. Zo bekeken lijkt een verzonnen gebouw op zijn minst twijfelachtig.

    Trouwens, hoezeer ik veel van Brels liederen ook bewonder, een of ander fictief goor Amsterdams bruin zuiphol als “Brels cafe” aanwijzen vergelijken met hangende tuinen is ook vergezocht; hij kan ze immers in theorie allemaal tijdens een kroegentocht hebben bezocht, nietwaar? Wat ook weer niet zó vergezocht is, ’s mans drinkgewoonten kennende…

  2. Jeroen

    Volgens mij bezingt Brel de zeelui, en de haven.. maar niet echt de kroegen.

    En wat kan men eigenlijk verwachten terug te vinden van ‘hangende tuinen’… ? Irrigatiekanalen wellicht?

    1. Willem van Bentum

      Ga de opera Semiramide van Rossini zien. Die speelt zich gedeeltelijk af in de hangende tuinen van Babylon.

      1. Willem Vermeer

        Goede suggestie. 🙂 Laatst live meegemaakt, maar helaas niet-scenisch, dus nergens een hangende tuin te bekennen. De uitvoerders lieten zich daar niet door kisten en het was een voorrecht om bij te mogen zijn.

  3. Bert van der Spek

    Kremastos kêpos = hangende tuin. Kremastos wordt gezegd van steden die tegen een bergwand gebouwd zijn. Hier gaat het om een tuin die tegen een gebouw aangelegd is. De tuin hangt dus niet aan een touwtje. De tuin zoals de klassieke auteurs beschreven hebben heeft niet bestaan. Ik denk dat het een bijnaam was van het Koninklijk paleis en niet eerder dan de Perzische tijd. Maar bewijzen kan ik dat niet.

  4. eduard

    Ondersteuning voor het idee dat de heersers van Mesopotamië de gewoonte hadden exotische landschappen in hun tuinen te bouwen wordt enigszins bevestigd door Ammianus Marcellinus, die vertelt dat het leger van keizer Julianus de Afvallige zich bij Ctesiphon, de Perzische hoofdstad, behaaglijk nestelde in een groot cirkelvormig park met een voor Mesopotamië ongebruikelijke flora en fauna, en in het midden een paleis uit de Seleucidische periode, waarin de Romeinse soldaten zich helemaal thuis voelden. Alleen hadden die Perzen het interieur van het paleis helemaal bedorven met afbeeldingen van allerlei soorten slachtpartijen, wat aan Ammianus het zure commentaar ontlokte dat die barbaren aan zulke afbeeldingen nu eenmaal het meeste plezier beleefden.

Reacties zijn gesloten.