
In de eerste helft van de tweede eeuw na Chr. publiceerde een zekere Filon van Byblos een Geschiedenis van Fenicië. Het werk, dat gebaseerd zou zijn op een ouder overzicht van de oosterse mythologie van een zekere Sanchouniathon, is vrijwel geheel verloren gegaan, maar was bekend aan auteurs als Porfyrios en Eusebius. Als Filon werkelijk toegang heeft gehad tot een overzicht van Fenicische mythen, bieden die fragmenten waardevolle informatie over de Kanaänitische religie. Hier hebben we de verhalen van de priesters van Ba’al waartegen de bijbelse profeten het opnamen.
Gruppe versus Albright
Het probleem met Filons Geschiedenis van Fenicië is al lang geleden door de Berlijnse godsdiensthistoricus Otto Gruppe herkend: sommig materiaal oogt eerder Grieks dan oosters en Sanchouniathon zou een verzinsel zijn. Omgekeerd hechtte de Amerikaan William Albright onverkort geloof aan Filons betrouwbaarheid. Daarvoor pleit bijvoorbeeld dat de naam Sanchouniathon ofwel Sknytn, “de god Sakan heeft geschonken”, is gedocumenteerd in de Punische stad Hadrumetum. Veel belangrijker is dat er parallellen zijn met de Kanaänitische mythologie die bekend is geworden met de ontdekking van de kleitabletten uit Ugarit.
Wie was Sanchouniathon?
Een van de vragen die we nu stellen is wie die Sanchouniathon dan kan zijn geweest. Filon presenteert hem als de herontdekker van een oeroude, door Thoth geschreven tekst met een rationele uitleg van wat religie zou zijn. Die zou in de eeuwen tussen Thoth – overigens geen Fenicische geleerde maar een Egyptische god! – overwoekerd zijn geraakt maar gelukkig had Sanchouniathon dus, ooit, in de dagen voor de Trojaanse Oorlog, de ware betekenis doorgrond. Filon presenteert de goden als machtige koningen. Deze manier om oude mythen te rationaliseren, die we aanduiden als euhemerisme, suggereert dat Filons bron niet zo oud was als hij denkt. Euherisme brak namelijk door in de late vierde eeuw v.Chr.
Nu zijn er wel oosterse voorgangers voor het euhemerisme aan te wijzen, zoals de Sumerische koningslijst, waarin de goden eveneens worden gepresenteerd als mensen. Er is echter nog een tweede constatering: veel van de fragmenten van Filon gaan over uitvinders en uitvindingen – een thema dat in de hellenistische tijd populair was. Kortom, Sanchouniathon lijkt een millennium jonger dan Filon dacht. Dat laat onverlet dat deze bron echo’s bevat van oudere mythen.
De Wachters
Neem fragment 2, waarin de chaos wordt beschreven van voor de schepping. We zitten hier midden in Genesis, met winden die over de oervloed blazen, en met de oeroude godheid Mot, “dood”, die we ook kennen uit Ugarit. De eerste schepsels waren nog zonder zintuigen of kennis, ongeveer zoals de Mesopotamische oerwezens vóór de komst van de Zeven Wijzen, maar er ontstonden denkende wezens die Zofasemin heetten, wat Filon vertaalt als “hemelse waarnemers”. Dit is te herleiden tot Sopê šamayîm en verwijst naar de Wachters die we ook kennen uit de joodse Henochitische literatuur.
Wat we hier dus lijken te hebben is een Romeinse bewerking van een hellenistische bron waarin een mythologie is opgenomen die parallel loopt aan de joodse verhalen. Filon van Byblos is, als u het nog niet mocht weten, boeiend.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.