
Als ik u zeg dat het 25 quintilis was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Marcellus en Lentulus consuls van Rome waren, en als ik dat omreken naar 24 juni 49 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”
We hadden Caesar met het onvoltallige Zesde, het onvoltallige Zevende, het onvoltallige Negende, het onvoltallige Tiende, het onvoltallige Elfde en het onvoltallige Veertiende Legioen achtergelaten in Ilerda, het huidige Lérida of Lleida in Catalonië, waar hij oorlog voerde tegen vijf legioenen van Pompeius, gecommandeerd door Lucius Afranius en Marcus Petreius.
In het vorige stukje behandelde ik een verwarde reeks gevechten, waarin Caesar probeerde de weg tussen Ilerda en het kamp van zijn tegenstanders in handen te krijgen. Ondanks heldhaftig optreden van het Negende Legioen, dat misschien in deze tijd zijn bijnaam Hispana kreeg, was dat niet gelukt. Toen heftige regens vervolgens een brug wegsloegen, werd verdere strijd vrijwel onmogelijk en beide partijen bleven tegenover elkaar liggen: Caesar aan de ene zijde van de rivier, Afranius en Petreius op de andere.
Bruggenhoofd
Iedereen was vooral bezig met de bevoorrading. Ruiters zochten naar voedsel en probeerden andere ruiters de foeragering te beletten. Overal waren gevechten, weliswaar kleinschalig maar tegelijk heel veel.
Terwijl Afranius en Petreius hun vertrouwen stelden in versterkingen die uit Mauretanië zouden komen en wachtten op hun nadering, zocht Caesar naar middelen om de situatie hier en nu in zijn voordeel te veranderen. Weliswaar was het niet mogelijk een nieuwe brug te bouwen zolang zijn vijanden op de andere oever stonden en zijn soldaten bestookten met projectielen, maar hij kon schepen laten bouwen. In feite landingsvaartuigen, waarmee zijn manschappen toch de rivier wisten over te steken. Al snel hadden ze op de tegenoverliggende oever een bruggenhoofd geschapen en een heuvel versterkt. Nu liep alles ineens vanzelf.
Een diplomatieke zege
Nu hij over de rivier kon, kon Caesar zich door bondgenoten laten bevoorraden. Hij schrijft (in de vertaling van Hetty van Rooijen):
Intussen stuurden de bewoners van Osca en het daaraan schatplichtige Calagurris afgezanten naar Caesar toe en beloofden dat ze zijn orders zouden uitvoeren. Hun voorbeeld werd gevolgd door de bewoners van Tarraco, door de Iacetani en Ausetani, en enkele dagen later door de Illurgavonenses, die aan de Ebro wonen.
Een diplomatieke zege. We zien hier de implicaties van de Lex Roscia, waarover ik al blogde. Caesar was guller met het verlenen van het burgerrecht en kreeg daarom makkelijker steun uit de provincies. Hij zal zeker pressie hebben uitgeoefend op (zoals de steden nu heten) Huesca, Calahorra, Tarragona en de drie stammen, maar de pro-Caesar-partij had argumenten die de pro-Senaat-partij niet had.
Caesar verzocht hun allen hem met graan te helpen. Ze beloofden dat, haalden overal lastdieren vandaan en brachten graan naar het legerkamp. Ook ging een cohort van de Illurgavonenses met standaards en al naar hem over, nadat ze van het besluit van hun stam gehoord hadden.
Snel volgde een grote ommekeer. Nu de brug gereed was, vijf grote stammen bondgenoten waren geworden, de voedselvoorziening was geregeld, en ook de geruchten waren weggeëbd over de hulplegioen en die met Pompeius door Mauretanië op komst zouden zijn, vielen talrijke verderop wonende stammen van Afranius af en verbonden zich met Caesar.
Ontknoping
Inmiddels was Caesar ook begonnen om met kanalen de rivierloop wat verderop zó aan te passen dat voetvolk het water kon oversteken. Het was duidelijk dat hij zijn tegenstanders in een reguliere veldslag wilde aanpakken, en zij wisten dat er geen versterkingen kwamen. Zoals wel vaker waren het Caesars ingenieurs die de oorlog voor hem wonnen.
Afranius en Petreius besloten dat het tijd was het contact met hun vijand te verbreken en zich terug te trekken, dieper Spanje in, richting Keltiberië. Caesar zou ze moeten volgen als hij ze wilde verslaan, maar zijn aanvoerlijnen langs Marseille waren nog niet veilig. Hij had de strijd bij Ilerda gewonnen, maar had een dilemma.
[Een overzicht van de reeks over Julius Caesar is hier.]
“….. maar had een dilemma.”
Een ouderwetse cliffhanger.