
In de loop van het eerste millennium v.Chr. schoof het bestuurlijk zwaartepunt van Egypte steeds verder naar het noordwesten: Memfis, Sais en uiteindelijk, na 331 v.Chr., in toenemende mate Alexandrië. De stad zou nog eeuwenlang de hoofdstad zijn van Egypte. Als antiek cultureel centrum is Alexandrië alleen vergelijkbaar met Babylon, Thebe, Athene en Rome. Ik heb weleens gelezen dat er in de inmiddels alweer vele eeuwen Arabisch sprekende havenstad nog een Griekstalige minderheid is, die een beetje neerkijkt op de parvenu’s in de staat Griekenland. Of het waar is laat ik in het midden, maar historisch bezien is Alexandrië én een stad van diverse culturen én, tussen die culturen, trots Grieks. Al zou een auteur als Appianus liever zeggen: Macedonisch.
Expositie
In Bozar, op de Kunstberg in Brussel, loopt alweer enige tijd de expositie Alexandrië, vervlogen toekomsten. De tentoonstelling is verdeeld over enkele thema’s, waarvan het eerste voorspelbaar is: Alexander de Grote. Nu heeft die meer steden gesticht. Het buitengewone succes van het Egyptische Alexandrië komt natuurlijk vooral doordat het exceptioneel gunstig lag, in het deel van de Nijldelta waar het economische en bestuurlijke zwaartepunt al was. Onderschat ook de rol van de Ptolemaïsche vorsten niet.

Logischerwijs komen in de tentoonstelling die Ptolemaïsche koningen aan de orde en ook de relatie tot het achterland. Verder zijn er voorwerpen gewijd aan de Vuurtoren van Alexandrië, aan de godin Isis (de beschermvrouwe van de zeevaart), aan de stedelijke cisternen, aan de beroemde Bibliotheek en aan de Alexandrijnse wetenschappen. Andere voorwerpen illustreren de interactie tussen de diverse culturen. Er zijn papyri, er is documentatie van de diverse religies en aan het einde is er aandacht voor de impact van de stad op andere delen van de Mediterrane wereld.
Al met al een overvloedige dis, maar de objecten zijn slim gekozen en het verhaal is boeiend. De voorwerpen en de inhoud zijn goed in evenwicht en het wordt nergens teveel. Blijkbaar vertrouwden de organisatoren het desondanks niet, want ze hebben er ook wat moderne kunst tussen gelegd. Dat gebeurt vaker, ik weet het, maar ik word er niet blij van. De Oudheid is in zichzelf voldoende interessant en je hoeft haar niet op te leuken. Dit is het artistieke equivalent van “in de Oudheid hadden ze ook… (epidemieën, populisten, milieuproblemen…)” en dan andermans actualiteit gebruiken als leidraad. Dat is niet nodig. Vertrouw maar op je zelf. Oudheidkundigen hebben zelf voldoende te vertellen.

Enkele voorwerpen
Zo ook dit keer. Ik pik er wat deelverhalen uit. Om te beginnen Alexandrië als multiculturele metropool. Dit zou makkelijk te illustreren zijn geweest met de interactie tussen Grieks en Egyptisch, maar Bozar toont ook de handelscontacten en de Gandara-kunst. Er was immers over de Indische Oceaan volop handel tussen Egypte en India.
Tweede punt: het achterland. Dat was sinds het midden van de tweede eeuw ten dele joods, terwijl er tevens een grote joodse gemeenschap was in Alexandrië zelf. Grafstenen en een yad (een aanwijsstok) illustreren dit deel van Egyptes verleden. De synagoge in Cairo, met het beroemde depot van antieke en middeleeuwse religieuze teksten (geniza), zou een andere mogelijke illustratie zijn geweest, maar joodse literatuur is niet makkelijk tentoon te stellen. Zulke teksten vergen teveel uitleg.

Tot de manuscripten die Bozar wel toont, behoort een viertal papyrussnippers met daarop de tekst van een gedicht dat Kallimachos wijdde aan koningin Berenike. Andere teksten zijn een gedrukte uitgave van de ingenieursteksten van Heron (die van de stoommachine) en een mooi zestiende-eeuws exemplaar van de wereldkaart van Ptolemaios.

Wifi en jalons
Nog wat slotopmerkingen. Zoals in zoveel musea kun je ook bij Bozar online reserveren. Dat gaat niet zomaar. Je moet een account aanmaken, waarbij je meer persoonsgegevens moet afstaan dan in elk geval ik prettig vond. (Ik kom slechts eens in de zeven jaar in Bozar, waarom zou ik een account moeten maken?)
Eenmaal ter plekke werkt het internet onvoldoende. De suppoosten vertelden me dat er een nieuw, voortdurend falend ticketsysteem was. Ik heb uiteindelijk maar een nieuw kaartje gekocht en baalde er even later van dat de digitale toelichting (die je via een QR-code kon vragen) niet werkte.

Evengoed heb ik een prima middag gehad, maar eigenlijk is dit bizar. Als je wil dat bezoekers online boeken, moet het systeem functioneren en moet je persoonsgegevens respecteren.
Tot slot een prijzenswaardige omissie. Slechts één foto illustreert het wonderlijke onderzoek dat plaatsvindt in de haven van Alexandrië. Daar heeft ooit het koninklijke paleis gestaan, dat bij de vloedgolf van 365 na Chr. is verzwolgen. Al jaren zijn duikers bezig sculptuur te bergen en dat levert tal van fotogenieke afbeeldingen op. Daarbij valt vooral het ontbreken van jalons en andere professionele meetapparatuur steeds weer op. De Brusselse expositie wijdt er weinig aandacht aan. En terecht. Je hoeft niet steeds te kiezen voor makkelijk sensationalisme. Een verademing.

***
De expositie Alexandrië, vervlogen toekomsten is nog tot 8 januari. De catalogus (Frans en Nederlands) kost €35. Los van de toelichting bevat die ook een actuele landkaart van wat archeologisch bekend is over de oude havenstad.
Interessant! Ik ga zeker kijken.
Die stond nog op mijn verlanglijstje. Het zal wel Kerstmis worden.
Je zult het de moeite waard vinden. En er zijn in Brussel meer musea hè.
“De suppoosten vertelden me dat er een nieuw, voortdurend falend ticketsysteem was” – Weer eens een ‘made in Belgium’ – Als Belg heb ik dikwijls het schaamrood. En, hoe waren de teksten in het Nederlands?
En u dacht gelukkig niet daar het je weer zo’n Hollander met een dikke nek, want dat is mij weleens overkomen.
Ik hoor vaker zeggen dat Vlamingen zich ergeren aan Hollandse arrogantie maar ik heb zelf nog nooit zoiets ervaren. Ook van de Weense koudheid, de Franse eentaligheid, de onbeschoftheid van de Amsterdamse taxichauffeurs en Israëlische botheid heb ik nooit iets mee gekregen.
Het hangt inderdaad van je eigen gedrag af. Van de Weense koudheid heb ik ook nooit iets gemerkt. Maar toen iemand toevallig ontdekte dat ik een doctorstitel heb steeg ik in zijn aanzien. Waar promoveren al niet goed voor is. Maar zo statusgevoelig ben ik niet. Parijs, zeker bij de jongeren, is veel internationaler dan veel mensen denken. En Parijzenaren kunnen heel behulpzaam zijn. Maar kennis van het Frans helpt zeker. Israëlisch botheid is me ook niet opgevallen, maar ik was bijna altijd in gezelschap van academische sociologen en die tolkten als het nodig was. Ik gebruik eigenlijk nooit een taxi in Amsterdam. En daar is een goede toon is zeker nuttig.
Misschien hangt het er vanaf of je de mensen in hun eigen land of als toerist ontmoet. Ik hoorde in Kenia dat ze Italianen en Israëliërs de irritantste toeristen vinden. En de weinige Fransen die je op reis ontmoet spreken hun talen natuurlijk wel, ze niet wel.
Als Belg in Nederland zie ik hier ook veel misgaan. Dus wat meer trots zijn op mijn/uw vaderland!🙂
Voor de liefhebber; Bozar is gevestigd in een prachtig gebouw van Victor Horta, mijn lievelingsarchitect in Brussel.
Ja!
(Ik kom slechts eens in de zeven jaar in Bozar, waarom zou ik een account moeten maken?). Een beetje muggenziften. Als ik de link bij slechts eens in de zeven jaar aanklik kom ik uit bij het Koninklijk Paleis voor Schone Kunsten uit. Maar dat is in een heel andere gebouw om de hoek gevestigd.
Nee, ik heb zeven jaar geleden niet in de gaten gehad dat Bozar en het PvSK twee dingen zijn. Inmiddels verbeterd.
Neehee Neehee nehee!!!!
Graham Hancock heeft een Netflix Serie!!!!
🥺😭😱🤮