De Arabisering van de Maghreb

De grote moskee van Kairouan

Een tijdje geleden kreeg ik een vraag naar de arabisering van de Maghreb. Anders gezegd: waarom zijn de mensen in het noordwesten van Afrika Arabisch gaan spreken? Vroeger spraken ze immers Latijn en daarvoor woonden er mensen die een taal spraken die ik gemakshalve Numidisch zal noemen. Ook zijn er nog Berbers. Kortom, hoe zit het?

Ik ben geen arabist en elk antwoord dat ik geef moet met een korreltje zout worden genomen. Ik denk echter dat ik wel een paar factoren kan noemen.

Verovering

Primo, de Arabische veroveringen vormden hoe dan ook de beslissende factor. In 647 intervenieerde een Arabisch leger in een burgeroorlog in wat bekendstond als het Exarchaat van Karthago, ofwel het door de Byzantijnen op de Vandalen heroverde Afrika. Bij het huidige Sbeitla versloegen de Arabieren een opstandeling – let op: ze werkten hier samen met de Byzantijnen – en lieten zich vervolgens afkopen. Een kwart eeuw later rukten de Arabieren op tot Kairouan, en weer een kwart eeuw later (in 695 om precies te zijn) viel Karthago. De Byzantijnen heroverden de stad en verloren haar definitief in 698. Daarmee lag de weg naar het westen open. Berbers boden nog weerstand maar in 708 stonden de Arabische troepen aan de Atlantische Oceaan. Drie jaar later staken ze de Straat van Gibraltar over. Het Rijk van Toledo, centraal georganiseerd als het was, viel in één klap.

Lees verder “De Arabisering van de Maghreb”

Comparatisme: verklaren door vergelijken (3)

De Romeinse brug van Alcantara

In de twee eerste stukjes (één, twee) heb ik uitgelegd dat vergelijken een manier is om oorzaken op te sporen, al moet je rekening houden met valkuilen en werken brede patronen (“modellen”) beter dan simpele parallellen. De toepassing van dit vergelijkend-oorzakelijke verklaringsmodel komt vaak neer op het uitsluiten van concurrerende variabelen en daarvan wil ik nu een voorbeeld geven: wat is de voornaamste oorzaak was van de romanisering? Het voorbeeld zou eigenlijk tientallen parallellen – een patroon, een model – moeten hebben, maar ik kies toch even voor één casus, Andalusië.

Daar kunnen we de romanisering namelijk vergelijken met de arabisering. Tweemaal werd de bevolking door overmachtige legers onderworpen en veranderden taal en religie. Hoewel de processen op elkaar lijken, is er een groot verschil tussen de eindes van de vergeleken periodes: toen in de vijfde eeuw het Romeinse staatsapparaat desintegreerde en een van oorsprong Visigotische elite de macht overnam, absorbeerde de bevolking haar heersers, die zich aanpasten, Latijn gingen spreken en christelijk werden. In de Late Middeleeuwen, toen veroveraars uit Portugal, Castilië en Aragon het gebied overnamen, kon de inmiddels Arabisch geworden bevolking haar nieuwe meesters echter niet absorberen. Blijkbaar greep de romanisering dieper in dan de arabisering, maar waardoor?

Lees verder “Comparatisme: verklaren door vergelijken (3)”