
In het jaar 80 werd Rome getroffen door een grote brand. Cassius Dio schrijft:
Juist toen keizer Titus in Campanië was om de catastrofe in ogenschouw te nemen die dat gebied had getroffen, verspreidde een grote brand zich over grote delen van Rome. De vlammen verteerden de tempel van Serapis, de tempel van Isis, de Saepta, de tempel van Neptunus, het Badhuis van Agrippa, het Pantheon, het Diribitorium, het theater van Balbus, het theater van Pompeius, de Porticus van Octavia met alle boeken, en tempel van Jupiter op het Capitool en alle omliggende tempels. De ramp leek geen menselijke, maar een bovennatuurlijke oorsprong te hebben.
Dit keer geen vervolging dus van een groep menselijke zondebokken. Toen Domitianus een jaar later de macht van zijn broer overnam, erfde hij een verwoeste stad. Dat bood hem een mogelijkheid om een enorm deel van de stad te herbouwen. Het gaat om de vlakke zone binnen de bocht van de Tiber. Het heette destijds het Marsveld en is het deel van Rome dat altijd bewoond is gebleven. De gebouwen van Domitianus zijn allemaal vervangen door Barokgebouwen. (De meeste van de heuvels waarop Rome is ontstaan, zijn in de Middeleeuwen verlaten. Ze zijn pas weer in gebruik genomen toen na 1870 woonruimte nodig was voor de ambtenaren van het nieuwe koninkrijk Italië.)
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.