Cynisme (4): De doorgedraaide Sokrates

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen. In deze korte reeks de eerste daarvan: de Cynici. Het eerste deel was hier.]

Plato had Diogenes een doorgedraaide Sokrates genoemd. Toch had de cynische filosoof veel bewonderaars, tot aan Alexander de Grote toe, die hem zelfs zou zijn komen opzoeken. Toen de koning voor Diogenes stond, zei Alexander dat de filosoof hem kon vragen wat hij maar verlangde. Waarop de filosoof antwoordde dat hij dan wenste dat de heerser een stap opzij deed, want hij stond in zijn zon.

Kennelijk kon Alexander dit wel waarderen, want hij zou geantwoord hebben dat als hij Alexander niet was, hij het liefst Diogenes zou zijn. Waarop Diogenes geriposteerd schijnt te hebben dat als hij Diogenes niet zou zijn, hij óók het liefst Diogenes zou zijn.

Lees verder “Cynisme (4): De doorgedraaide Sokrates”

Cynisme (3): Weg met de beschaving!

Diogenes van Sinope (Römisch-Germanisches Museum, Keulen)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen. In deze korte reeks de eerste daarvan: de Cynici. Het eerste deel was hier.]

Beschaving, getheoretiseer en hogere cultuur? Volgens Diogenes van Sinope, over wie we het gisteren hadden, leidde het allemaal maar tot complicaties. Ze stonden het menselijk geluk in de weg. Diogenes raadde ons daarom aan een voorbeeld te nemen aan de honden. Honden zijn immers niet door de beschaving verpest, zoals mensen dat zijn. Een hond eet alles wat hem maar voor de kaken komt. Hij maakt zich niet druk om waar hij slaapt. Honden zijn eerlijk. Ze grommen naar hun vijanden, kwispelen met hun staart als ze een vriend tegenkomen, copuleren in het openbaar en schamen zich nooit. Bovendien houden honden zich niet bezig met ingewikkelde zaken als politiek geneuzel en abstracte filosofie. De term cynicus komt dan ook van het Griekse kynikos: hondachtig.

Lees verder “Cynisme (3): Weg met de beschaving!”

Cynisme (2): Diogenes van Sinope

Diogenes van Sinope (Capitolijnse Musea, Rome)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen. In deze korte reeks de eerste daarvan: de Cynici. Het eerste deel was hier.]

Diogenes werd geboren als de zoon van een rijke bankier in de stad Sinope, een stad in Noord-Turkije, aan de Zwarte Zee. Hij werd echter de stad uitgejaagd omdat hij van een groot aantal munten het gezicht had afgehakt. Waarom hij dit deed, is niet duidelijk. Misschien was het een politieke daad, of wie weet wilde hij gewoon de machthebber die op die munt stond voor het hoofd stoten.

Provocaties

In elk geval schuwde Diogenes in zijn verdere leven het choqueren bepaald niet. Volgens sommige legenden zou hij na zijn verbanning uit zijn geboorteplaats een groot deel van zijn leven hebben gebivakkeerd in een regenton dicht bij het marktplein van Athene. Helaas, regentonnen bestonden destijds nog niet, dus dit verhaal kan niet waar zijn. Maar het is wel mogelijk dat hij leefde in een grote voorraadkruik.

Lees verder “Cynisme (2): Diogenes van Sinope”

Cynisme (1): Niets weten met Antisthenes

Antisthenes (Capitolijnse Musea, Rome)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen. In deze korte reeks de eerste daarvan: de Cynici.]

Ten tijde van Plato kwam een markante filosofische tegenstroming op: die van de cynici. Het woord ‘cynisch’, dat overigens ‘honds’ betekent, is wat misleidend. Het gaat hier om een groep filosofen zonder vaste leer, die in hun gedachten en gedragingen echter wel overeenkomsten hadden. Kort door de bocht zijn die samen te vatten als een oproep gevestigde waarden kritisch te bezien.

Antisthenes

Antisthenes wordt gezien als de eerste cynicus. Hij was net als Plato een volgeling van Sokrates en minstens zo trouw aan zijn leermeester. Antisthenes zag zichzelf zelfs als Sokrates’ ware opvolger.

Lees verder “Cynisme (1): Niets weten met Antisthenes”

Aristoteles (12): Lust en verslaving

Aristoteles (Louvre, Parijs)

[Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. Het eerste deel was hier.]

Volgens Aristoteles gaan gedachten over de wereld om ons heen altijd gepaard met gevoelens van lust en onlust. In elke gedachte zijn beide gevoelens aanwezig.

Wat bij een mens lust of onlust oproept, hangt van de situatie af, en verschilt van mens tot mens. Dat komt niet omdat alle mensen van nature verschillend zijn – volgens Aristoteles neigen alle mensen naar dezelfde vorm – maar omdat hun achtergrond en situatie verschillend is. Door variaties in opvoeding en omstandigheden ontstaan verschillen tussen de mensen en hun voorkeuren. En zo kan het gebeuren dat hetzelfde ding bij de ene mens lust oproept, en bij de andere mens onbehagen.

Lees verder “Aristoteles (12): Lust en verslaving”

Aristoteles (11): De deugd

De “Ludovisi Aristoteles” (Museo Altemps, Rome)

[Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. Het eerste deel was hier.]

In de tijd van Aristoteles was het genezen van ziektes lastig, bij gebrek aan medicijnen. Het was belangrijk ziektes te voorkomen. Vandaar de belangstelling voor een gezond dieet. De Grieken kenden de gevaren van onmatigheid en hun dieet richtte zich dan ook op evenwicht.

In zowel de filosofie van Aristoteles en als die van zijn voorganger Plato vinden we de visie terug dat gezondheid heeft te maken met evenwicht. Dit ging verder dan alleen een gezond lichaam. Ook voor een gezonde geest, stelde Plato, was het van belang om in evenwicht te blijven. Aristoteles stelt dit zoeken naar evenwicht zelfs centraal in zijn deugdenethiek.

Lees verder “Aristoteles (11): De deugd”

Ergerlijke goedheid

1.

Hij dook afgelopen zaterdag weer op in De Multatulileescursus, het wekelijkse stukje dat Marc van Oostendorp wijdt aan het oeuvre van de grootste Nederlandstalige auteur: de wrevel die Multatuli oproept met zijn demonstratieve goedheid. Eduard Douwes Dekker, zoals Multatuli eigenlijk heette, is niet alleen de man die met de koloniale autoriteiten in Batavia op ramkoers ging omdat ze de Javaan uitbuitten en die daar zijn leven lang over is blijven roeptoeteren, maar is ook degene die de betrekkelijke kleinigheid rondbazuinde dat hij een keer alle kinderen op een speelplaats had getrakteerd op een ijsje.

De wrevel die althans ik hierbij voel, werd ook in de negentiende eeuw ervaren maar Multatuli had daar een antwoord op. In de woorden van Van Oostendorp:

Zichzelf zo hoog mogelijke eisen stellen en die hoge eisen dan alvast aan iedereen vertellen alsof ze al werkelijkheid waren, zodat hij niet meer terug kon.

Lees verder “Ergerlijke goedheid”

Klassieke literatuur (6d): filosofie

Zenon van Kition, stichter van de stoïcijnse filosofie (Neues Museum, Berlijn)

[Bij mijn mail zat een tijdje geleden de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks bied ik een persoonlijke keuze, waarbij het leesplezier voorop zal staan. Wie zich er werkelijk in wil verdiepen, kan beter aan een universiteit een cursus doen. Voor de Latijnse literatuur is er bovendien Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus. Voor de Griekse en de christelijke literatuur is zo’n boek er niet. Vandaag vervolg ik waar ik was gebleven: bij de Griekse filosofie. Eerdere delen waren gewijd aan de allereerste filosofen, aan Parmenides, Plato en Aristoteles, en aan twee hellenistische scholen. Vandaag de hoofdlijnen van de Stoa en het Epicurisme; later een gastauteur over de Romeinse ideeën.]

Als je mij zou vragen welk deel van de antieke filosofie ik het meest waardevol vind, dan zou ik antwoorden: de ethische stelsels uit de tijd na Alexander de Grote. De wereld van de Griekse cultuur was groter geworden, mensen identificeerden zich minder met de oude stadstaten en iemand muntte het woord “wereldburger” om aan te geven dat een verstandig mens zich overal thuis kon voelen. Maar hoe leefde je verstandig en wat was goed in een wereld waarin de traditionele banden en zekerheden er niet meer waren? Het individu moest het inzicht meer dan ooit uit zichzelf zien te halen. Dat lijkt wel een beetje op het individualisme dat in onze samenleving zo hoog staat aangeschreven en dat maakt de hellenistische filosofen voor ons redelijk toegankelijk.

Lees verder “Klassieke literatuur (6d): filosofie”

Romeinse normen en waarden

plinius_milano
Wat resteert van Plinius’ inscriptie (Milaan)

Ik zal nooit in het openbaar geld inzamelen voor een goed doel en ik zal ook nooit hardlopen tegen kanker of op Radio 538 een liedje kopen om zielige moeders te redden. Zo ik al goed doe, doe ik dat in het geheim, want zo ben ik opgevoed. Wantrouw iedereen die zich op zijn Goede Werken laat voorstaan.

Dat schrijft de door mij gewaardeerde columnist Theodor Holman vanavond in Het Parool. Ik kon een glimlach niet onderdrukken. Niet alleen omdat ik de weerzin tegen “hardlopen tegen kanker” en “een liedje kopen om zielige moeders te redden” herken, maar ook omdat de auteur, die christenen pleegt te vergelijken met honden, hier een door-en-door christelijk standpunt inneemt. De beroemdste verwoording is te vinden in het Evangelie van Matteüs:

Lees verder “Romeinse normen en waarden”