Aan het begin van de negentiende eeuw trachtten koning Lodewijk Napoleon en, wat later, koning Willem I, de universiteiten te hervormen. De onderwijsinstellingen van Harderwijk en Franeker werden opgeheven en met de vrijkomende gelden werden de andere universiteiten vernieuwd. Als je leest over de inzet van toenmalige geleerden, raak je ontroerd: het enthousiasme om de zaken aan te pakken, was heel groot en compenseert ruimschoots wat er (althans naar huidige inzichten) niet goed ging.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.