F4 | Het rijk van Fakhr-ad-Din

De nooit door Fakhr-ad-Din ingenomen Krak des chevaliers

[Voorlaatste blogje in een vijfdelige reeks over Fakhr-ad-Din Ma’n (1572-1635), de Druzische krijgsheer die een tijd woonde in Italië en de Levant zou hebben kunnen moderniseren. Het eerste blogje was hier.]

Staat in de staat

Dankzij de sympathie van Ahmet Pasha kon Fakhr-ad-Dins tweede regeringsperiode succesvol beginnen. Druzische groepen die zich tegen zijn broer Yunus hadden gekeerd, verontschuldigden zich. De sji’ieten verleenden hem steun in de oorlog tegen de Sayfa’s in het noorden, die al snel niet meer bezaten dan de Krak des Chevaliers. Dat hij die burcht niet kon innemen, is een van de weinige tegenslagen die Fakhr-ad-Din in deze jaren moest verduren. De havens van de Sayfa’s, zoals Byblos en Batroun, vielen wel in zijn handen, terwijl de noordelijk van Tripoli gelegen kuststrook in handen kwam van een van zijn bondgenoten.

Lees verder “F4 | Het rijk van Fakhr-ad-Din”

De Opstand, 1568-1648

De Opstand verbeeld: de Liberteit van Conscientie overwint de Tyrannie. Een van de Goudse glazen.

De Tachtigjarige Oorlog, dat is zo’n beetje de stichtingsmythe van de Lage Landen. De gewesten werden in 1549 met de Pragmatieke Sanctie tot eenheid gesmeed en het was de bedoeling dat ze voortaan één heer zouden hebben: eerst Karel V, daarna Filips II, beide uit het huis Habsburg. Het heeft niet zo mogen zijn. In 1648 werd in de Vrede van Münster vastgelegd dat het zuiden Habsburgs zou blijven, terwijl het noorden zelfstandig werd: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Zo zijn tijdens de Tachtigjarige Oorlog Nederland en België gegroeid.

Ik verbeeld me dat sommige nationale karaktertrekken tijdens dit conflict zijn ontstaan. Een simpel voorbeeld is religie: het latere België zou overwegend katholiek zijn terwijl in het latere Nederland een vorm van protestantisme dominant zou zijn. Een andere impressie, die ik niet met cijfers kan onderbouwen maar die me geloofwaardig voorkomt: Belgen trekken hun eigen plan, want de overheid is niet per se hun eigen overheid, terwijl Nederlanders, gewend aan een overlegcultuur, sneller naar de overheid kijken en zowat in paniek zijn als ergens geen regels blijken te bestaan. Als u dat al te kort door de bocht vindt, doe ik het met een voorbeeld minder maar blijf ik toch denken dat de Tachtigjarige Oorlog beslissend was voor de toekomst van de Lage Landen. Zoals gezegd: een stichtingsmythe.

Lees verder “De Opstand, 1568-1648”

Romeyn de Hooghe

Romeyn de Hooghe: Allegorie rond de Bataafse Opstand
Romeyn de Hooghe: Allegorie rond de Bataafse Opstand

Vandaag is de laatste dag in de Romeinenweek. Er zijn vijfenveertig activiteiten in het hele land, waaronder een door mij verzorgde inleiding tot de film Spartacus (1960) in het Allard Piersonmuseum. Ik heb vanmiddag nog een stukje over de vraag “What have the Romans ever done for us?” maar voor het moment geef ik het woord aan een gastredacteur, Jeroen Pelgrom. Hij is een van de leukste bloggers in Nederland: op Art in Space plaatst hij vrijwel elke dag een afbeelding van een kunstvoorwerp en geeft daar in het Engels uitleg bij. De Nederlandstalige uitleg vindt u elke dag weer op zijn Facebookpagina. Hij haakte in op de Romeinenweek met bovenstaande propagandaprent uit de achttiende eeuw, een Allegorie rond de Bataafse Opstand van Romeyn de Hooghe.

***

Een prent van de bekende Nederlandse tekenaar en etser Romeyn de Hooghe (1645-1708). Deze allegorie heeft als onderwerp de Bataafse opstand van A.D. 69-70.

Lees verder “Romeyn de Hooghe”

Alva en de Spaanse Inquisitie

 

Alva (Teylers Museum, Haarlem)

Ik begrijp daar dus niet van: dat je een rechtbank begint om de religieuze meningen van anderen te beoordelen en dat je daarna, als je vaststelt dat er aan iemand een vlekje zit, zo iemand overlevert aan de wereldse autoriteiten om hem levend te laten verbranden. Het verontrustende van de Spaanse Inquisitie is niet – om de obligate grap maar meteen te maken, dan hebben we dat ook gehad – dat niemand haar verwacht, maar dat niemand haar begrijpt of begrijpen kan.

Dat ligt aan ons. Wij zijn gewend aan de godsdienstvrijheid en vinden dat de gedachten vrij zijn. Misschien vinden Nederlanders dat nog wel meer dan anderen: onze voorouders kwamen in opstand tegen de koning van Spanje omwille van de “liberteyt van conscientie“. Maar wij zijn de uitzonderingen: religieuze intolerantie is van alle tijden en plaatsen. De Romeinse Senaat legde de Bacchuscultus aan banden, Karel de Grote gaf de Saksen de keuze tussen doopvont en schavot, hindoes slaan islamitische heiligdommen kort en klein. De causaliteitsvraag, of intolerantie voortkomt uit religiositeit, is volgens mij onbeantwoordbaar, maar de stelling valt in elk geval te illustreren met een hoop naargeestigheden.

Lees verder “Alva en de Spaanse Inquisitie”