Hypothese en hulphypothese

Gezichtsmasker van een Romeinse helm, gevonden te Kalkriese

Niet ver ten noorden van Osnabrück ligt het dorpje Engter met daarnaast een plek die Kalkriese heet. Archeologen hebben daar een enorme hoeveelheid Romeinse militaria aangetroffen, gelegen tussen een moeras en de resten van een aarden wal op een heuvel. Wie op een landkaart van oost naar west kijkt, ziet de vondsten in een soort rechte lijn liggen tot hij aankomt bij het smalle stuk tussen wal en moeras. Daarvandaan waaieren de vondsten in twee richtingen uit: naar het noordwesten en naar het zuidwesten.

Engte

Al jaren wordt deze plek geassocieerd met de Slag in het Teutoburgerwoud in het najaar van 9 na Chr. De Romeinen kwamen uit het oosten, moesten hier langs het moeras en werden vanachter de wal bestookt door Germaanse krijgers. De legertros viel uiteen: een groep ging naar het noordwesten, de andere naar het zuidwesten. De vondsten duiden op de aanwezigheid van voetvolk, ruiters, administratief personeel en vrouwen. De naam “Engter” is een letterlijke vertaling van het eerste woord van Saltus Teutoburgiensis, want saltus betekent niet alleen “woud” maar ook “weide”, “pas” of (in dit geval) “engte”. Het Teutoburgerwoud is dus geen woud en pollenonderzoek heeft bevestigd dat er weinig bosvegetatie was.

Lees verder “Hypothese en hulphypothese”

Varsseveld en Varus’ veld

Welkom in Varsseveld, gelegen in de Achterhoek tussen Doetinchem en Winterswijk. Volgens een verzonnen etymologie zou die naam zijn afgeleid van Varus’ veld. Het zou de plaats zijn van de slag in het Teutoburgerwoud.

Daar kun je om lachen. Het is inderdaad gegoropiseer. Van de andere kant: helemáál uit de lucht gegrepen is het niet. Varsseveld ligt niet ver van de Oude IJssel, een stroom die heel wel de belangstelling van de Romeinen gehad kan hebben omdat er ijzeroer te vinden is. Het Romeinse leger had goede contacten met de plaatselijke Chamaven.

Lees verder “Varsseveld en Varus’ veld”

WvdK | De slag in het Teutoburgerwoud

Reconstructie van het antieke landschap bij Kalkriese, de locatie van een van gevecht in het Teutoburgerwoud: moeras vooraan, palissade van het Romeinse kamp achteraan.

[De slag in het Teutoburgerwoud is een van de beroemdste gebeurtenissen uit de Oudheid. Een van de bronnen is het in het jaar 30 na Chr. door de Romeinse officier Velleius Paterculus gepubliceerde historische zakboekje, waarin hij de wereldgeschiedenis samenvatte. Ook de gebeurtenissen in het Teutoburgerwoud komen aan bod. Paterculus was bevriend met keizer Tiberius (ze hadden samen gevochten in het Midden-Donau-gebied) en een ooggetuige van de regering van keizer Augustus. Zijn verslag van de slag in het Teutoburgerwoud gaat terug op andere ooggetuigen.

Over de betekenis van de Romeinse nederlaag zijn lange tijd te stellige uitspraken gedaan. Dit was echter niet het moment waarop Duitsland werd geboren. De Romeinen gaven hun posities op de oostelijke Rijnoever pas later op. Hier is een alweer wat ouder stukje waarin ik het een en ander bij elkaar plaats.]

***

Tiberius had de Pannonische en Dalmatische oorlog nog maar net afgerond toen, nog geen vijf dagen nadat hij die enorme onderneming tot een goed einde had gebracht, de ongelukstijding uit Germanië kwam: Varus dood, drie legioenen, evenveel eskadrons en zes cohorten afgeslacht. Het was alsof de enige gunst die het Noodlot ons bewees, eruit bestond dat deze slag ons niet werd toegebracht terwijl onze leider elders bezig was. Zowel de oorzaak van de ramp als de persoonlijkheid van de gouverneur vragen om een toelichting.

Lees verder “WvdK | De slag in het Teutoburgerwoud”

Misverstand: Teutoburgerwoud

De Germaanse zege in het Teutoburgerwoud (Alte Nationalgalerie, Berlijn)

Misverstand: Het Teutoburgerwoud was een woud

In het najaar van 9 na Chr. verloren de Romeinen in de slag in het Teutoburgerwoud drie legioenen. Het gevecht vond echter niet plaats in wat tegenwoordig het Teutoburgerwoud heet, en ook al niet in een woud.

Weliswaar spreekt de Romeinse historicus Tacitus van een Saltus Teutoburgiensis, maar geen mens wist waar dat lag, tot enkele Renaissancegeleerden begrepen dat het ergens voorbij de bovenloop van de Lippe moest worden gezocht, naar ze meenden in een rijkelijk bebost gebied. Dat was er ook, namelijk de heuvelrug die vanaf Rheine naar Detmold loopt, destijds Osning geheten. In de negentiende eeuw kreeg deze de antieke naam waaronder hij ook nu bekendstaat en verrees bij Detmold een enorm monument ter ere van de Germaanse leider Arminius. Inmiddels hebben archeologen het slagveld echter teruggevonden bij Kalkriese, ten noorden van Osnabrück. De naam bleek dus toegekend aan de verkeerde plaats.

Lees verder “Misverstand: Teutoburgerwoud”

Vermist: een legioenbasis

Een niet zo heel verhelderende foto van de opgraving van Anreppen. Onder het plastic ligt de weg naar het oosten, in de richting van een nog onbekende Romeinse site.

De geschiedenis herhaalt zich niet. Geschiedkundigen herhalen elkaar. Omdat ze niet alles kunnen weten, vertrouwen ze op de boeken van hun collega’s, met als risico dat ze fouten overschrijven. Een bekend voorbeeld is te vinden in de traditionele beschrijvingen van Romes Germaanse Oorlogen. Nog niet zo heel lang geleden vermeldden de handboeken dat de Romeinen de grens van de Rijn hadden willen verleggen naar de Elbe – al blijkt dat niet uit de geschreven bronnen. Voor zover valt na te gaan, beperkten de Romeinen zich tot het land ten westen van de Weser. Het gebied tussen die stroom en de Elbe werd slechts driemaal aangedaan tijdens verkenningsexpedities die weliswaar net zo spectaculair waren als soortgelijke campagnes naar Nubië en Jemen, maar evenmin waren bedoeld om grenzen te verleggen. Dat de Romeinen naar de Elbe wilden oprukken is niets meer dan een onbevestigde hypothese.

Fouten als deze kunnen worden vermeden door voortdurend de vraag te stellen wat er écht in de bronnen staat. Maar ook bronnentrouw is niet zonder gevaar, zoals blijkt uit een ander aspect van het traditionele relaas. Na de nederlaag in het Teutoburgerwoud in 9 na Chr., zo lezen we, lieten de Romeinen Germanië wat het was, want de keizers realiseerden zich dat de militaire inspanningen niet opwogen tegen de te verwachten opbrengst. Het land was immers veel te arm: “Het terrein is er woest, het klimaat ruw, het leven en landschap somber”, noteert Tacitus. Zo staat het dus in de oude bronnen. Alleen: het is niet waar.

Lees verder “Vermist: een legioenbasis”

Waarom de Oudheid zo leuk is

Drusus, die Germanië onderwierp (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

Het standaardverhaal over de Romeinse aanwezigheid in Germanië is ongeveer als volgt: de Romeinse generaal Drusus trok kort voor het begin van de jaartelling over de Rijn en verlegde de grens naar de Elbe, tot de Germanen in de Slag in het Teutoburgerwoud in 9 na Chr. drie legioenen vernietigden en de Romeinen zich op de Rijn terugtrokken. Daar is toen de limes ontstaan.

Hoezo, verovering van Germanië?

Dit verhaal is heel problematisch. In de eerste plaats staat nergens in de bronnen dat de Romeinen het plan hadden de Elbe als grens te nemen. De vaak geboden moderne verklaring voor dit strijdplan, dat de Elbe-grens korter zou zijn, is pure fantasie. Ze is in elk geval in strijd met wat de Romeinen zelf dachten, want volgens hun topografische inzichten zou de Elbe-grens juist langer zijn geweest. Voor wat het waard is: ik voor mij denk dat ze niet verder hebben willen oprukken dan de Weser. Het stroomgebied van de Elbe is wel verkend, maar het feit dat nog nooit een fort of zelfs maar een marskamp is gevonden tussen de twee rivieren, suggereert dat men er nooit lang kan zijn gebleven.

Lees verder “Waarom de Oudheid zo leuk is”