Geweld in Judea (1)

Katapultstenen, afgeschoten op Jeruzalem toen Antiochus VII Sidetes de stad in 133 v.Chr. belegerde (Jeruzalem, Toren van David)

Je komt de bewering vaak tegen: aan het begin van de jaartelling was Judea onrustig en de Romeinen vormden een echte bezettingsmacht. Het is een mooi decor voor pakweg een speelfilm over Jezus van Nazaret of een voorgeschiedenis van de Joodse Oorlog (66-70). Het beeld is echter wat misleidend. De antieke samenlevingen waren gewelddadiger dan de onze en antiek Judea was daarop geen uitzondering. We zijn er alleen beter van op de hoogte dan over de repressie in andere Romeinse provincies. We hebben namelijk het geschiedwerk van Flavius Josephus, die een heel eigen visie heeft op de eeuw vóór de Joodse Opstand. Hij had er belang bij elk gewelddadig incident uit te vergroten.

Onlangs verzorgde ik in Leeuwarden een lezing over dit onderwerp. Die heb ik opgehangen aan tien stellingen, die ik vandaag en in het weekend voor u zal behandelen.

1. De oude wereld was veel gewelddadiger dan de onze

Hier is een lijstje van oorlogen waar Judea in de Hellenistische tijd mee te maken had: op de verovering door Alexander de Grote (332-331 v.Chr.) volgden de Eerste Diadochenoorlog (320-319), de Tweede Diadochenoorlog (319-317), de Derde Diadochenoorlog (315-312) en de slotfase van de Vierde Diadochenoorlog (301). In deze oorlogen verdeelden Alexanders generaals de buit.

Toen de grenzen eenmaal waren getrokken, volgen diverse conflicten over het bezit van Judea en Libanon: Seleukos’ raid op Samaria (298), de Karische Oorlog (280-279), de Eerste Syrische Oorlog (274-271), de Tweede Syrische Oorlog (260-253), de Derde Syrische Oorlog (246-241), de Vierde Syrische Oorlog (219-217), de Vijfde Syrische Oorlog (202-195) en de Zesde Syrische Oorlog (170-168). Dit zijn de gevechten waarnaar Daniël 11 verwijst.

Hierop volgde het ontstaan van de Hasmonese staat: ingeleid door de mislukte opstand van Judas de Makkabeeër (oorlog van 168 tot 160) en het banditisme van zijn broer Jonathan (r. 160-150), voerde het tempelstaatje Jeruzalem, toen het daarvoor de middelen eenmaal had, min of meer permanent oorlog. Zoals elk Hellenistisch staatje overigens: de Joden waren zeker niet uniek in hun streven naar een eigen imperium. Wie destijds een leger had, gebruikte het. Oorlog was nu eenmaal lucratief en was in de oude wereld de voornaamste vorm van kapitaaloverdracht. Als een gevolg hiervan waren er gevechtshandelingen in 151 van de 269 jaren tussen Alexander de Grote en het einde van Hasmonees Judea.

Daarop volgden de oorlogen waarbij de Romeinen betrokken waren. Profiterend van de Tweede Burgeroorlog in het Hasmonese koninkrijk, annexeerde Pompeius het gebied in 63 v.Chr. Joden namen in 47 deel aan de campagne van Julius Caesar campagne naar Egypte; de Parthen intervenieerden in Judea in 40; koning Herodes veroverde Jeruzalem in 38; er waren bewapende conflicten met de naburige Nabateeërs; na de dood van koning Herodes waren er messiaanse opstanden; de Romeinen vormden Judaea om tot een provincie; koning Herodes Antipas streed ook tegen de Nabateeërs; in 41 stuurde Caligula een legioen naar Jeruzalem (maar het liep met een sisser af); in 66 escaleerde de situatie tot de grote oorlog die in 70 leidde tot het einde van de Tempelcultus. In 74 streden de legionairs tegen de Sicariërs op Masada; in 115-117 was er oorlog in de Diaspora en in de jaren dertig van de tweede eeuw was de opstand van de messias Bar Kochba. Deze lijst was niet volledig.

[Wordt vervolgd. Het plaatje hierboven was overigens de 192e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

Een gedachte over “Geweld in Judea (1)

  1. Martijn

    Op zichzelf denk ik dat je stelling wel klopt. Om het geweldsniveau af te meten aan het aantal of de frequentie van oorlogen lijkt mij echter wat twijfelachtig. In de Oudheid, en in algemene zin eigenlijk op zijn minst tot aan de opkomst van de grote dienstplichtlegers en wapentuig waarmee op industriële schaal oorlog gevoerd kan worden, waren oorlogen veelal veel beperkter dan tegenwoordig. De legers waren kleiner en bestonden over het algemeen uit beroepssoldaten, het oorlogsseizoen was korter, de uitwerking van wapens was beperkt en vereiste de strijd van man tot man, legers volgden vaak min of meer vaststaande marsroutes, en grote delen van de streken waarin gevochten werd waren aanzienlijk leger en dunbevolkter dan tegenwoordig. Oorlogen troffen dus verhoudingsgewijs een aanzienlijk kleiner deel van de bevolking. Ik wil de invloed van oorlog op het leven van de betrokkenen niet bagatelliseren, al was het maar vanwege de vaak gebruikelijke afvoer van de overwonnenen in slavernij, maar zij is wel slecht vergelijkbaar met de situatie in onze samenleving, waarin eigenlijk ieder gewapend conflict onmiddellijk leidt tot grote verwoestingen, grote aantallen burgerslachtoffers en vluchtelingenstromen. In de 18e eeuw waren er ook maar enkele jaren waarin er in Europa vrede heerste, maar niettemin wordt die periode over het algemeen niet gezien als extreem gewelddadig. Dat het leven in de Oudheid vaak kort, bruut en bijzonder onaangenaam was geloof ik onmiddellijk, maar banditisme, corruptie, wetteloosheid en willekeur zullen daarbij naar ik vermoed een grotere rol hebben gespeeld dan oorlogen.

Reacties zijn gesloten.