Kybele in de Grieks-Romeinse wereld

Een Romeinse Kybele (Museum Carnuntinum, Petronell)

De cultus van de moedergodin was, zoals ik in het vorige stukje schreef, in Anatolië eeuwenoud en de naam Kybele kwam uit het oosten van die regio. De Frygiërs, die in de IJzertijd Anatolië waren binnengetrokken en zich in het westen van Anatolië hadden gevestigd, namen de cultus over. Zo bezien is het grappig dat de Griekse en Romeinse auteurs de cultus van Kybele typeren als Frygisch. Frygië was echter alleen een halteplaats bij de verspreiding van de cultus naar het westen. Een andere halteplaats kan de Lydische hoofdstad Sardes zijn geweest, waar een tempel stond voor Kubaba.

Griekse godin

De Grieken meenden dat de Anatolische geboortegodin dezelfde was als hun eigen Rhea, de moeder van de Olympische goden en godinnen Hestia, Demeter, Hera, Hades, Poseidon en Zeus. Deze gelijkstelling vergemakkelijkte de verspreiding van de cultus, die al in de zesde eeuw v.Chr. bekend was in Lokroi in Zuid-Italië. De Grieken waren geïntrigeerd door de extatische riten van “de grote moeder van de goden”, maar Kybele werd nooit deel van de gewone Griekse mythische wereld.

De meest voorkomende voorstelling van de godin was tot dan toe een reliëf geweest van een staande of zittende dame. In het laatste kwart van de vijfde eeuw v.Chr. schiep de beeldhouwer Agorakritos van Paros een nieuw type: een gekroonde Kybele met een tamboerijn in haar linkerhand, zittend op een troon, tussen twee leeuwen. Dit beeld, waarvoor Anatolische voorbeelden waren, was te zien in het Metroön van Athene. Het zou eeuwenlang een normale iconografie blijven.

Reliëf van Kybele uit Athene; meestal zijn er links en rechts leeuwen (Pergamonmuseum, Berlijn)

De twee leeuwen golden als de trekdieren van de strijdwagen van de godin. Rijdend daarop is ze te zien in Delfi en op de prachtige schijf uit het oostelijke Ai Khanum, waarover ik al eens schreef. Op dit hellenistische voorwerp staat ze afgebeeld, rijdend naar een zoroastrisch heiligdom, met aan de hemel een zon, maan en Venus in Babylonische stijl.

Kybele op het schathuis van de Sifniërs (museum van Delfi)

Toen deze schijf werd gemaakt, vielen Galatische stammen Anatolië binnen. Een daarvan, de Tolistobogii, veroverde Pessinos en maakte die tempelstad tot residentie (ca. 270 v.Chr.). In 238 en 230 werden de Galaten verslagen door koning Attalos I Soter van Pergamon. Het cultusbeeld van Kybele, de al genoemde baetyl, werd als buit overgebracht naar Pergamon. Daar stond het voorwerp in het Megalesion, het heiligdom van de Grote Moeder, gebouwd door de stichter van Attalos’ dynastie, Filetairos.

Naar Rome

Tijdens de Tweede Punische Oorlog hoorden de Romeinen van een orakel dat ze Hannibal niet zouden verslaan voordat de “Grote Moeder van de berg Ida” naar Rome was gebracht. Dus stuurden de Romeinen in 204 een gezantschap naar Pergamon en vroegen om de heilige steen, die inderdaad naar Rome werd gebracht. Omdat de Romeinse geschiedschrijver Titus Livius vertelt dat Romeinse dames, elk op hun beurt het heilige beeld dragend, de godin naar de tempel van Victoria droegen, is waarschijnlijk dat in feite slechts een deel van de heilige steen is overgebracht naar Rome.

Een latere sage vertelt dat een Romeinse dame genaamd Claudia Quinta, die was beschuldigd van onkuisheid, haar onschuld bewees door het schip met de godin eigenhandig van de zeehaven Ostia naar de rivierhaven van Rome te slepen.

Claudia Quinta (Nationaal Museum, Rome)

De steen bevond zich oorspronkelijk in de tempel van Victoria maar werd later overgebracht naar haar eigen heiligdom, de tempel van Kybele. Beide cultusplaatsen bevonden zich op de Palatijnse heuvel, hartje Rome. Het feit dat een vreemde cultus op zo’n centraal punt stond, zegt veel over de openheid van Rome voor buitenlandse goden en godinnen.

De tempel op de Palatijn

Feest voor Kybele

Voor veel Romeinen waren de extatische ceremonies een beetje al te veel. In eerste instantie was het Romeinse burgers verboden om als priester op te treden in deze on-Romeinse rituelen. Dit verbod werd na drie eeuwen opgeheven door keizer Claudius (r.41-54), die het Lentefeest op de Romeinse kalender zette. Een andere aanpassing was de hernoeming van de Grote Moeder: ze was nu de Grote Moeder van de berg Ida, waardoor ze van een algemeen Anatolische geboortegodin een Trojaanse godheid werd. En dus Romeinse verering waardig.

Kybeles strijdwagen (Metropolitan Museum, New York)

Naast het lentefeest van Kybele en Attis vierden de Romeinen de Megalensische Spelen. Op 4 april bracht een hoge stedelijke magistraat, de praetor urbanus, een offer, en daarna waren er feestmaaltijden. Lagere magistraten reden een zilveren cultusbeeld en de heilige steen in een wagen naar het beekje Almo (bij de Via Appia), waar ze het wasten.

De Romeinse volgelingen van Kybele lijken inwijdingsrituelen te hebben gekend. Deze werden geassocieerd met de taurobolium-ceremonie, waarover ik het ook al eens had. Of dit ritueel een Romeinse innovatie was of een overleving uit de Anatolische fase van deze cultus, is onduidelijk, maar er is in elk geval geen bewijs voor dit ritueel vóór de regering van Hadrianus (r.117-138.). Het ritueel werd door christelijke auteurs gepresenteerd als een bloedoffer, wat vrijwel zeker niet klopt,

Kybele op een kroon (Centraal Museum, Utrecht)

De cultus van Kybele is in wat afgelegen gebieden voortgezet tot in de vroege vijfde eeuw. In een van zijn brieven vergelijkt Synesios, een aristocraat uit Libië die nog bisschop zou worden, iemands hoofdtooi met die van Kybele, alsof iedereen de jaarlijkse processie van haar cultusbeeld nog kent. Het is een van de laatste vermeldingen van een cultus die op dat moment al minimaal twee millennia oud was.

Deel dit:

6 gedachtes over “Kybele in de Grieks-Romeinse wereld

  1. Robbert

    Weer bizonder interessant! En het lijkt erop dat je hier toch een religieuze continuïteit van twee millennia aangetoond hebt.

    1. Merit

      Op de site “Orientalische” Götter im römischen Rheinland, wordt Cybele, sub nr 6, besproken.
      Sub nr 6.3, Flerzheim bei Bonn, wordt een beeldje van Attis genoemd, zittend onder een pijnboom met in zijn linkerhand een syrinx.
      https://rheinische-geschichte.lvr.de/Epochen-und-Themen/Themen/%E2%80%9Eorientalische%E2%80%9C-gottheiten-im-roemischen-rheinland/DE-2086/lido/5885c71eafea48.38276168
      Een afbeelding van dit beeldje werd gepubliceerd in: Archäologie in Nordrhein-Westfalen, Geschichte im Herzen Europas, 1990 bij het artikel van Michael Gechter: Der römische Gutshof von Rheinbach-Flerzheim.

  2. Roger Van Bever

    Jona, wat een prachtig en goed gedocumenteerd verhaal!

    …Een andere aanpassing was de hernoeming van de Grote Moeder: ze was nu de Grote Moeder van de berg Ida, waardoor ze van een algemeen Anatolische geboortegodin een Trojaanse godheid werd. En dus Romeinse verering waardig…

    Ik herinner me ook nog een passage die wij in onze vertaalclub Latijn vertaald hebben uit de Aeneïs van Vergilius:

    Het betreft Aeneïs Boek 3, 104-11:

    Aeneas en de zijnen weten niet welke waarheen ze moeten varen. Apollo raadt ze aan op zoek te gaan naar hun moeder, maar daar hebben ze ook niet zoveel aan.

    Maar ineens zegt de oude vader Anchises (kort door de bocht samengevat door mij)”

    “Midden in zee ligt een eiland, gewijd aan de machtige Juppiter,
    Kreta, waar de berg Ida en de wieg van ons volk zich bevindt.
    Er liggen honderd grote steden, welvarende rijken,
    vanwaar mijn oudste voorvader Teucer, als ik me zijn geschiedenis
    goed herinner, het eerst naar de kust van Pergamon is gevaren
    en daar een plaats voor zijn rijk heeft gezocht.
    Toen bestond Ilium nog niet, ook niet de burcht Pergamon;
    men woonde beneden in dalen.
    Hier ligt de herkomst van de moeder van het Cybele-gebergte en haar
    Corybantenbekkens en de geheime religie in het woud van de Ida,
    en vandaar het span leeuwen voor de wagen van de godin.’

    {Vertaling: Ben Bijnsdorp}

Reacties zijn gesloten.